Spanje verhoogt alarmniveau uit vrees voor Russische cyberaanvallen

door Else BeekmanElse Beekman
Gepubliceerd: Laatst gewijzigd
Spanje verhoogt alarmniveau uit vrees voor Russische cyberaanvallen

Dit verklaarde de Spaanse minister van Defensie Margarita Robles eerder deze week. Hoewel het alarmniveau met drie op de schaal van vijf nog steeds middelhoog is, is onder leiding van het Spaans Nationaal Cryptologisch Centrum (het specifieke orgaan op dit gebied dat rapporteert aan de geheime dienst van het Spaanse Inlichtingencentrum) een comité voor cyberbeveiliging opgericht, onder de paraplu van het Crisiscomité dat bij het begin van de Oekraïnecrisis in regeringspaleis Moncloa in het leven is geroepen.  

Meer EU- en NAVO-landen betrokken

Spanje is niet direct betrokken bij de oorlog in Oekraïne, maar heeft net als andere EU- en NAVO-landen strenge economische sancties tegen Moskou afgekondigd en wapens geleverd aan de regering in Kiev, en staat dus bloot aan represailles. Robles heeft verklaard bereid te zijn nog meer wapens te leveren aan de Oekraïense autoriteiten, ondanks het feit dat deze maatregel tot grote spanningen heeft geleid met de Spaanse partij Podemos, de minderheidspartner in de coalitieregering. ‘Binnen de grenzen van wat Spanje ter beschikking heeft, zullen we, als Oekraïne dat nodig heeft, het materiaal sturen dat we hebben om te helpen bij deze heldhaftige verdediging die de Oekraïners voeren’, zei Robles bij haar aankomst in het Spaans Congres van Afgevaardigden. Volgens bronnen op haar departement heeft de minister instructies gegeven om in de arsenalen van de strijdkrachten naar materiaal te zoeken voor een nieuwe zending, hoewel militaire bevelhebbers volhouden dat de voorraden uitgeput zijn en er bestellingen bij fabrikanten zouden moeten worden geplaatst. 

Gemakkelijk in gebruik

Voor de defensiecommissie van het Congres verdedigde de minister dat de door Spanje aan Kiev geleverde wapens ‘gemakkelijk te gebruiken’ zijn, ‘geen specifieke opleiding vereisen’ en ‘in goede staat van werking’ zijn. Ondanks de vele insinuaties dat de wapens verouderd waren, hield Robles vol dat wat geleverd werd ‘ongebruikt materiaal was, dat voor onze troepen was aangeschaft en vervangen zal moeten worden’. Afgelopen weekend verlieten vier A400M vliegtuigen van de luchtmacht de militaire basis Los Llanos (Albacete) met 1.370 C-90 granaatwerpers, 700.000 patronen en lichte machinegeweren. 

Kosten niet gekwantificeerd

De minister wilde niet zeggen wat de kosten bedragen van de aan Oekraïne geleverde wapens, maar gaf wel aan dat deze zullen worden betaald uit het fonds van 450 miljoen euro voor defensie en 50 miljoen euro voor defensief materiaal dat door de EU wordt verstrekt, waarbij Spanje met 45 miljoen euro de op drie na grootste partij is. De minister wees er wel op dat de 20 ton persoonlijke beschermingsmiddelen (5.000 ballistische helmen, anti-fragmentatie vesten en NBC pakken) die een week eerder aan de autoriteiten in Kiev waren geleverd drie miljoen euro hebben gekost. 

Spaanse solidariteit

Robles verdedigde de solidariteit met de Oekraïense regering, deed een beroep op haar ‘recht op wettige zelfverdediging’ en benadrukte dat de Russische invasie slechts ‘een nieuwe schakel is in een langetermijnontwikkeling die zich niet tot Oekraïne beperkt’. Robles sprak over het eerder openen van een veldhospitaal in de buurt van de Oekraïense grens en liet ook de deur op een kier voor een uitbreiding van de inzet van de luchtmacht in Oost-Europa voor luchtpolitie-operaties. Na afloop van de huidige missie in Bulgarije (met vier Eurofighters en 130 soldaten) op 31 maart, zullen vanaf 1 april voor vier maanden nog eens zes gevechtsvliegtuigen worden ingezet in Litouwen, en daarna eventueel in Estland, samen met een Duitsland. 

Kosten internationale missies stijgen dit jaar

Robles lichtte voor de parlementsleden de internationale missies van de Spaanse strijdkrachten toe, waarvan de totale kosten in 2021 903,4 miljoen euro bedroegen. De deelname van schepen aan NAVO-vloten kostte 161,2 miljoen, de inzet van een gemechaniseerde groep in Letland 85,2 miljoen, en die van gevechtsvliegtuigen in Oost-Europa 83,2 miljoen. De duurste missies waren die in Libanon (140,2 miljoen), Irak (107 miljoen) en Mali (103 miljoen). 

De kosten van missies in het buitenland zullen dit jaar stijgen, aangezien Spanje heeft besloten de troepen in Letland te versterken met 150 extra soldaten (tot zo’n 500). Ook in Libanon stijgen de kosten door de versterking van het Spaanse contingent met 110 soldaten en 2 helikopters.