Else Beekman
De tolweg tussen Algeciras en Málaga, ook wel bekend als de AP-7 of autopista del Mediterráneo, levert de Spaanse staat jaarlijks tientallen miljoenen op. Toch zien automobilisten daar amper iets van terug. Dat stelt burgemeester José Ignacio Landaluce van Algeciras, die spreekt van “een oneerlijke behandeling van de hele regio Campo de Gibraltar”.
Volgens een recent economisch rapport ontvangt de centrale overheid jaarlijks zo’n 30 miljoen euro aan btw en vennootschapsbelasting uit exploitatie van de AP-7 Costa del Sol. Sinds de opening in 1999 is dat opgelopen tot een verbluffende 1,3 miljard euro aan inkomsten. Toch is de enige aangekondigde tegemoetkoming een schamele miljoen euro — wat neerkomt op zo’n 8 cent korting per rit. “Een symbolische fooi”, aldus Landaluce.
Andere regio’s krijgen wél korting
Volgens Europasur wijst de burgemeester op het grote verschil met andere snelwegen in Spanje. Zo werd de AP-9 in Galicië met 84 miljoen euro aan bonussen gesteund, de AP-66 tussen Oviedo en León kreeg 15 miljoen, en zelfs op een ander deel van de AP-7 — in de provincie Alicante — werd de tol een jaar lang afgeschaft.
“Waarom is de tolweg hier de duurste van het land, maar krijgen wij niks terug? Het lijkt erop dat het regeringsbeleid burgers in klassen verdeelt, op basis van politieke voorkeur”, zegt Landaluce verontwaardigd.
AP-7 Costa del Sol is economische slagader van het zuiden
De AP-7 Costa del Sol is meer dan zomaar een weg. Het is een essentiële transportas voor zowel toerisme als goederenvervoer vanuit de haven van Algeciras. Maar de hoge tol vormt een belemmering voor bedrijven én bewoners. Landaluce stelt dat dit het economische potentieel van de Costa del Sol en het achterland afremt.
Oproep tot regionale samenwerking
De burgemeester roept andere gemeenten in de regio op om samen druk te zetten op Madrid. “Wij vragen geen voorkeursbehandeling, alleen rechtvaardigheid. Het is tijd dat de overheid iets terugdoet voor de mensen die dagelijks gebruik maken van deze weg.”
Ook de subdelegada van de Junta in Málaga, Patricia Navarro, schaart zich achter de oproep. Zij vindt dat de centrale regering het zuiden structureel benadeelt en “urgente correctie” nodig is.