Vakantie in Spanje buiten het hoogseizoen: waar schijnt de zon nog wél?

door Redactie
waar schijnt de zon nog wel als je in Spanje vakantie houdt buiten het hoogseizoen?

Als in Nederland de dagen korter, grijzer en natter worden, lijkt ook de zomer in Zuid-Europa al lang voorbij. Toch betekent dat in Spanje allerminst het einde van het vakantieseizoen. Sterker nog: buiten het hoogseizoen laat het land zich van een heel andere, vaak aangenamere kant zien. Minder drukte, zachtere temperaturen en de zon die zich (ook in de winter) trouw laat zien. Redenen te over om een najaars- of wintertrip te boeken.

Wie nadenkt over een vakantie in Spanje hoeft dus niet te wachten tot juli of augustus. De vraag is alleen: waar schijnt de zon nog wél?

Spanje: land van microklimaten

Spanje heeft een van de meest diverse weerbeelden van Europa. Terwijl in het noorden wolken voedend water loslaten op het groene Galicië, schijnt in het zuiden de zon vrijwel dagelijks. De ligging tussen Atlantische Oceaan, Middellandse Zee en dichtbij de Sahara zorgt voor enorme verschillen binnen één land.

In de zomer is die variatie soms een uitdaging, het zuiden kan snikheet zijn, het binnenland nog heter, dor en droog. Maar buiten het hoogseizoen komt Spanje juist helemaal tot zijn recht. Van Andalusië tot de Canarische Eilanden en van de Costa Blanca tot de Balearen: de Spaanse zon is het hele jaar wel ergens te vinden.

De herfst en winter zijn zelfs de favoriete seizoenen van veel locals. Het leven vertraagt, de natuur herademt en de steden krijgen hun eigen bewoners terug. Toeristen die in deze maanden komen, ontdekken een authentieker Spanje, met blauwe luchten, lagere prijzen en een vleug rust die je in de zomer zelden vindt.

Andalusië: waar de zon nooit echt verdwijnt

Als er één regio is die je het hele jaar door kunt bezoeken is het Andalusië. Met ruim 300 dagen zon per jaar is behoort het zuiden van Spanje tot de warmste regio’s van Europa.

Waar het in juli en augustus in steden als Sevilla, Córdoba en Granada makkelijk 40 graden kan worden, is het daar juist heerlijk in oktober of februari: zonnig, droog en rond de 20 à 25 graden. Let wel, die temperaturen zijn in de zon en overdag. Houd er rekening mee dat het flink kan afkoelen vanaf het einde van de middag. Perfect weer voor een rondje langs de mooie witte dorpen in de Sierra de Grazalema of een stedentrip naar Almería.

De kust van de Costa de la Luz, via de Costa del Sol tot de Costa Tropical biedt eveneens in het voor- of naseizoen uitstekende omstandigheden. Met een frisse zeebries aan de Atlantische kant en een aangename watertemperatuur in de Middellandse Zee. Vooral Málaga en Nerja zijn populaire winterbestemmingen. Ideaal voor zonnen op terrasjes, fietsen langs de boulevard of strandwandelingen afgewisseld met een gefrituurd visje in een chiringuito.

In de bergen van de Sierra Nevada bij Granada ligt in de winter zelfs sneeuw. Op heldere dagen is het goed mogelijk om ’s ochtends je ontbijt aan het strand te nuttigen en ’s middags op je lange latten of snowboard een piste af te dalen. Deze zeldzame combinatie vind je alleen in Zuid-Spanje.

Altijd lente op de Canarische Eilanden

Voor wie zonzekerheid wil is er maar één echt waterdichte optie: de Canarische Eilanden. Dankzij hun ligging ter hoogte van de Sahara kennen ze een bijna constant klimaat: gemiddeld 20 tot 26 graden, zelfs in januari.

Tenerife, Gran Canaria, Lanzarote en Fuerteventura zijn al decennialang bestemmingen voor zonaanbidders. Buiten het hoogseizoen is de sfeer er echter totaal anders. Minder toeristen, lagere prijzen en meer mogelijkheden om de natuur in te gaan.

Tenerife biedt wandelroutes door het vulkanische Parque Nacional del Teide, terwijl Lanzarote verrast met maanachtige landschappen en witte dorpjes. Op Gran Canaria vind je ruige bergen en valleien vol palmen. Fuerteventura is bij uitstek geschikt voor rustzoekers en surfers.

Ook de kleinere eilanden La Palma, La Gomera en El Hierro zijn ideaal voor liefhebbers van rust, authenticiteit en natuur met uitgestrekte bossen, vulkaanlandschappen en een eindeloos netwerk aan wandelpaden.

Wie in de winter behoefte heeft aan zonlicht en natuur, vindt op de Canarische Eilanden een klimaat dat nauwelijks verschilt van de Europese lente. Geen wonder dat velen er jaarlijks terugkeren.

De Balearen: zacht, groen en verrassend rustig

De Balearen met Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera, zijn in de zomer druk, inmiddels misschien wel té druk. Maar kom je er tussen oktober en mei, dan vind je nog iets van hun oorsprong terug.

Op Mallorca blijft de temperatuur ook in de herfst nog aangenaam, met gemiddeld 20 graden in oktober en vaak nog zwembaar water tot ver in november. Wandelaars trekken dan naar de Serra de Tramuntana, waar je vanaf een bergtop zo de Middellandse zee in kijkt en onder je de golven stuk ziet slaan tegen dramatische rotswanden.

Menorca is groener en rustiger, met verlaten stranden en kleine havens waar vissers nog dagelijks uitvaren. Ibiza (buiten de zomer het domein van rustzoekers) toont zijn natuurlijke en spirituele kant. Zonsondergangen bij Cala d’Hort of wandelingen langs de kust bij Es Portitxol zijn in de winter magisch stil.

De oostkust: mild mediterraan klimaat

De kust van de regio Valencia met de Costa Blanca is beroemd om haar witte stranden en milde klimaat. Hier is het zelfs in december vaak 18 tot 20 graden, met veel zon en weinig neerslag. Niet voor niets overwinteren veel Noord-Europeanen in deze regio.

De stad Alicante leeft het hele jaar door, met levendige markten, tapasbars en uitzicht over zee vanaf de Castillo de Santa Bárbara. Iets verderop biedt Jávea een combinatie van strand en natuur: ideaal voor wandelaars die de kliffen willen verkennen of de Montgó-berg willen beklimmen.

Ook Murcia en Cartagena zijn verrassend zonnig in de winter, met temperaturen die zelden onder de 15 graden dalen. De lucht is droog en de sfeer ontspannen. Voor wie de zomerdrukte wil vermijden maar wel het mediterrane gevoel wil behouden, is de oostkust van Spanje een uitstekende keuze.

Het binnenland: zon, kou en contrast

Wie denkt dat Spanje in de winter alleen maar warm is, vergist zich. In het binnenland (van Castilië tot Aragón) kan het bijtend koud worden en zelfs sneeuwen. Toch biedt ook het binnenland erg veel waar voor zijn geld buiten het hoogseizoen.

De koude, heldere lucht boven de hoogvlakten, de lege landschappen van La Mancha en de historische steden als Toledo, Salamanca en Segovia bieden een ander soort schoonheid. Overdag is het vaak zonnig, en de winterzon werpt een gouden gloed over kathedralen en kastelen.

In de regio Extremadura, aan de grens met Portugal, vind je nog het gevoel van het oorspronkelijke Spanje. Trek bijvoorbeeld door de natuurparken Monfragüe en Cornalvo en houd je verrekijker paraat om bijzondere vogels te zien. Of slenter door de middeleeuwse straatjes van Trujillo of Cáceres. Het vestingstadje Ciudad Rodrigo aan de grens met Portugal heeft weer compleet zijn eigen charme of dompel je onder in Romeinse schoonheid in Mérida, het Spaanse Rome.

Het binnenland is de perfecte plek voor bezinning, cultuur proeven en genieten van de zon op een andere manier. Langzaam, vol smaak en met oog voor het moment.

Spaanse topbestemmingen: steden, kustplaatsen en binnenlandse juweeltjes