Aantal zittenblijvers op Spaanse middelbare scholen is hoog

door Else BeekmanElse Beekman
onderwijs in catalaans en spaans: oordeel rechter van invloed

In Spanje doubleren er opvallend veel middelbare schoolleerlingen. In het schooljaar 2023-2024 moest 6,8% van de leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (ESO) een schooljaar overdoen. De meeste zittenblijvers in Spanje zijn jongens en kinderen met een migratieachtergrond .

Hoewel dit een lichte daling is ten opzichte van voorgaande jaren, verloopt de afname traag in vergelijking met andere Europese landen. Spanje presteert hiermee ondermaats. Ter vergelijking: in de Europese Unie is het gemiddelde aantal doubleerders 2,1%. Volgens de Europese Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), was het Spaanse percentage zittenblijvers in 2022 7,8%, terwijl dit voor de coronaperiode nog 8,5% was. In Nederland is het zittenblijverspercentage met 6,13% iets lager, maar ook nog steeds aan de hoge kant. Landen die het veel beter doen zijn Duitsland met slechts 2,6% en Italië met maar 1,8%.

Grote regionale verschillen

Er zijn grote verschillen tussen de percentages zittenblijvers van de zeventien Spaanse autonome regio’s. Zo scoort Catalonië erg laag, met slechts 2,6%, terwijl in andere gebieden, zoals Murcia en Castilië-La Mancha, meer dan 8,5% van de leerlingen doubleren. In Ceuta en Melilla moet zelfs meer dan 10% van de leerlingen een jaar overdoen. Een laag percentage zittenblijvers is echter geen garantie voor kwalitatief goed onderwijs. Zo scoort Catalonië, ondanks het lage aantal doubleerders, relatief slecht op internationale toetsen zoals PISA (een test voor vijftienjarigen). Asturië laat juist zien dat sterke prestaties wel degelijk mogelijk zijn zonder veel leerlingen een jaar over te laten doen. Daar gaan een laag zittenblijverspercentage en hoge scores op internationale toetsen wél hand in hand.

De verschillen in scores en percentages zijn grotendeels te verklaren doordat elke autonome regio in Spanje een eigen onderwijssysteem hanteert. Ook de regels rond doubleren verschillen per regio. Door dit gebrek aan uniformiteit zijn er grote verschillen in het aantal leerlingen dat een jaar moet overdoen.

In Nederland bepalen scholen ook grotendeels zelf de overgangsnormen, al moeten ze wel voldoen aan de richtlijnen van het onderwijskundig beleid van de overheid.

Schooluitval in Spanje daalt tot historisch dieptepunt

Jongens en migranten extra kwetsbaar

Jongens blijven in Spanje aanzienlijk vaker zitten dan meisjes: volgens het ministerie van Onderwijs is 57% van de zittenblijvers mannelijk. Ook kinderen uit sociaaleconomisch kwetsbare gezinnen en jongeren met een migratieachtergrond komen disproportioneel vaak in de cijfers van zittenblijvers voor. Het opvallende is dat zij vaker een jaar moeten overdoen, zelfs als hun cijfers gelijk zijn aan die van andere leerlingen.

Dit wijst op structurele ongelijkheid binnen het Spaanse onderwijssysteem, waarbij achtergrond zwaarder lijkt te wegen dan prestaties. Die problematiek beperkt zich niet tot Spanje. Ook in Nederland is er een kansenkloof: niet-westerse leerlingen lopen eveneens een groter risico op doublures. En de Nederlandse onderwijsinspectie stelde al in 2015 vast dat jongens, vooral in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, vaker blijven zitten dan meisjes. In grote steden wordt de laatste jaren wel steeds meer ingezet op het stimuleren van kansengelijkheid.

Nut van zittenblijven betwijfeld

Inmiddels wordt er in zowel Spanje als Nederland steeds meer getwijfeld aan het nut van zittenblijven. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat het overdoen van een schooljaar vaak averechts werkt: het leidt tot demotivatie en zelden tot betere schoolprestaties. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals langdurige ziekte of ernstige thuissituaties, kan het herhalen van een schooljaar gewenst zijn. Bovendien is het schooljaar overdoen ook kostbaar voor de maatschappij.

In Spanje blijft het aantal zittenblijvers echter hardnekkig hoog, wat het een structureel probleem maakt. Dit hangt ook nauw samen met de hoge uitvalcijfers in het onderwijs. Spanje heeft al jaren een van de hoogste percentages van voortijdige schoolverlaters in Europa. Hoewel het percentage vroegtijdige schoolverlaters in 2023 daalde naar een historisch dieptepunt van 13,6%, blijft het nog steeds ver boven het EU-gemiddelde.

Europese trend

In heel Europa groeit de consensus dat zittenblijven de uitzondering moet zijn, niet de norm. Steeds meer landen kiezen voor een alternatieve aanpak waarbij de nadruk ligt op preventie, begeleiding en differentiatie binnen de klas, om leerachterstanden tijdig op te kunnen vangen. In België mogen leerlingen bijvoorbeeld alleen nog doubleren als ze hun eindexamens niet halen, en in Frankrijk werd het zittenblijven sinds 2013 sterk aan banden gelegd.

Ook in Spanje wordt geprobeerd het beleid aan te passen. Sommige autonome regio’s, zoals Madrid, Andalusië en Castilië-La Mancha, voerden al regels in die docenten de mogelijkheid boden leerlingen ondanks meerdere onvoldoendes toch te laten overgaan. Het ministerie van Onderwijs beschouwde deze maatregelen echter als ondermijnend voor de landelijke bevorderingsregel. De hoogste regionale rechtbanken hebben de regelingen inmiddels ongeldig verklaard omdat ze in strijd waren met de nationale onderwijswet.

Bronnen: Infobae, Ocwincijfers.nl, El País