Wie aan Spanje denkt, ziet al snel zonovergoten stranden en bruisende steden voor zich. Maar Spanje is zoveel meer, want achter dat zomerse plaatje schuilt een land vol creativiteit die heeft geleid tot een heleboel slimme vondsten.
Dit grote Zuid-Europese land met bijna 50 miljoen inwoners en een rijke, vaak bewogen geschiedenis, heeft verrassend veel uitvindingen voortgebracht. Uitvindingen die, waarschijnlijk zonder dat je het wist, een Spaanse stempel op de wereld hebben gedrukt. Van handige oplossingen voor in huis tot culturele iconen en sportieve revoluties: de Spaanse vindingrijkheid kent vele gezichten. We zetten vijf bijzondere uitvindingen voor je op een rij.
Chupa Chups
Snoepjes eten zonder vieze vingers te krijgen. Tegenwoordig klinkt dat heel gewoon, maar in de jaren vijftig was het een revolutionair idee. De Catalaan Enric Bernat vroeg zich af hoe het zou zijn om een snoepje met een vork te eten. Al snel ontstond daaruit het simpele, maar geniale idee van een stokje. Chupa Chups werden al snel razend populair, mede dankzij Johan Cruijff die op het veld bijna nooit zonder gezien werd. Het logo van deze iconische uitvinding in de vorm van het wereldberoemde snoepje werd ontworpen door niemand minder dan een ander Catalaans icoon: de excentrieke schilder Salvador Dalí. Hij bedacht de kleurrijke, bloemvormige verpakking van de lolly’s. Inmiddels zijn de lolly’s zo bekend dat ze in meer dan honderd smaken bestaan. Ze hebben zelfs een rondje om de aarde gemaakt: in 1995 namen Russische astronauten ze mee de ruimte in.
De fregona
Dweilen zonder te bukken! Of het de droom was van elke Spaanse huisvrouw (en huisman) valt te betwijfelen, maar luchtmachtingenieur Manuel Jalón vond al dat gedweil niet alleen onhandig, maar ook slecht voor de rug. Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten zag hij hoe vliegtuighangars daar werden schoongemaakt met een soort platte mop. Terug in Spanje ontwierp hij zijn eigen versie: de eerste mop met een steel én een bijpassende wringemmer. Voilà, la fregona was geboren! Het werd een van zijn eerste uitvindingen en groeide uit tot een wereldwijd succes. In 1989 verkocht Jalón zijn aandelen aan het Nederlandse merk Curver. Deze Spanjaard, die in 2011 overleed, liet een indrukwekkend erfgoed na: ruim honderd patenten (hij ontwierp ook nog de ‘wegwerpspuit’) en kreeg zelfs een koninklijke onderscheiding voor al zijn verdiensten.
De Spaanse gitaar
Hoewel snaarinstrumenten al eeuwenlang bestaan, was in Spanje vooral de vihuela populair. Dat was een voorloper van de huidige gitaar, geliefd bij de Spaanse adel in de 15e en 16e eeuw. Pas in de 19e eeuw kreeg de klassieke gitaar definitief vorm, dankzij de Andalusische gitaarbouwer Antonio de Torres Jurado. Zijn ontwerp was vernieuwend en radicaal anders. Hij maakte een grotere, lichtere klankkast. Er kwam ook een nieuwe snaarlengte en een verbeterde bouwtechniek. Het resultaat? Een warme, volle klank die uitgroeide tot hét symbool van de flamenco, maar ook te horen is in klassieke muziek en pop.
De gitaar van Torres is zo goed ontworpen dat hij anno nu nog nauwelijks veranderd is. Niet voor niets wordt deze iconische uitvinding ook wel ‘de Stradivarius van de gitaar’ genoemd. Torres bouwde in zijn hele leven zo’n 320 gitaren, waarvan er waarschijnlijk nog 100 in omloop zijn. Erfstukken die zo zeldzaam en gewild zijn dat ze voor astronomische bedragen verkocht worden.
Tiki-taka
Of tiquitaca, als we ook deze naam wat willen verspaansen. Misschien geen materiële uitvinding, maar wel een van pure finesse. Dit typische staaltje Spaans voetbal draait om aanvallen, korte passes, veel balbezit en vloeiend samenspel. Het werd geïntroduceerd door Johan Cruijff in zijn tijd bij Barcelona van 1988 tot 1996. Op het WK van 2006 leverde het het Spaanse elftal voor het eerst een bijnaam op: tiki-taka-voetbal. Daarna liet Spanje, met Pep Guardiola’s Barça als inspiratiebron, pas écht zien hoe het moest.
Tijdens het gouden tijdperk tussen 2008 en 2012 sleepte La Roja de ene na de andere titel binnen, waaronder die beruchte WK-finale in 2010, waarover we maar niet te veel moeten uitweiden. Namen als Xavi, Iniesta, Villa en Busquets groeiden uit tot legendes. Tiki-taka veranderde voorgoed hoe de wereld naar voetbal kijkt. Het mag dan even uit beeld zijn, maar wie weet zien we het in 2026 weer in volle glorie terug. Een ding is zeker: La Roja blijft een team om rekening mee te houden.
Padel
Padel is dé sporthype van het moment in Nederland die uit Spanje over is komen waaien. Al moeten we eerlijk zijn: de credits voor deze balsport, een mix van tennis en squash, gaan eigenlijk naar een ander Spaanstalig land: Mexico. Daar bedacht de zakenman Enrique Corcuera eind jaren zestig een kleinere tennisbaan voor in zijn tuin, simpelweg omdat er geen ruimte was voor een echte. En zo was padel geboren. Via vrienden kwam dit spelletje voor vier, al snel Spanje terecht, waar het razendsnel uitgroeide tot een van de meest populaire balsporten. Zelfs de koning zou fan zijn!
Tegenwoordig heeft bijna elk appartementencomplex met een gedeeld zwembad ook een padelbaan. Wat ooit begon als elitesport, is nu voor iedereen. Jong, oud, sportief of recreatief: heel Spanje speelt padel. Het land telt inmiddels meer padel- dan tennisbanen, en de sport is hard op weg om net zo iconisch te worden als tapas. Ook in Nederland kun je er niet meer omheen, en dat terwijl tien jaar geleden nog niemand wist wat het was. Kijk maar uit, voor je het weet sta je zelf met een racket in je hand.
Bronnen: Chupachups, Historiek.net, Acta.es
Dit artikel werd vertaald en bewerkt door Saskia Plazier, stagiaire voor InSpanje.nl van de ITV Hogeschool te Utrecht.
Typisch Spaanse gebruiken en eigenaardigheden