Madrid, Valencia en Cantabrië bouwen wegen met privaat geld

Omdat het geld uit de overheidskas ontbreekt, zoeken de regio’s steun bij bouwbedrijven en investeerders.

door Judith Goeree
Snelweg Spanje

De regio’s Madrid, Valencia en Cantabrië kiezen voor publiek-private samenwerking om nieuwe wegen in Spanje te realiseren. Door krappe begrotingen is de inbreng van private bouwbedrijven en investeringsfondsen essentieel geworden, schrijft El Economista.

Bij dit soort samenwerkingen steken bouwbedrijven en investeerders zelf geld in de aanleg van wegen. In ruil daarvoor krijgen ze van de overheid een langdurig contract, meestal voor twintig tot dertig jaar. De regio betaalt de investering dan stapsgewijs terug, afhankelijk van hoe goed de weg wordt onderhouden en beschikbaar blijft voor verkeer. Zo hoeft de overheid niet in één keer het hele bedrag op tafel te leggen, maar kan ze de kosten over vele jaren spreiden.

Valencia zet in op verbinding Orihuela-Torrevieja

De Comunidad Valenciana wil via concessie de CV-95 tussen Orihuela en Torrevieja verdubbelen en verbeteren. De geplande investering bedraagt circa 180 miljoen euro, oplopend tot 218 miljoen inclusief btw. Het project is vooral bedoeld om de verkeersdruk in de zomermaanden te verlichten, wanneer de kustregio miljoenen toeristen ontvangt.

Madrid plant drie trajecten

De regering van Isabel Díaz Ayuso in Madrid bereidt drie projecten voor: de verdubbeling van twee delen van de M-404 (tussen El Álamo – Griñón en Navalcarnero – El Álamo) en de M-600 (Valdemorillo – Navalcarnero). Volgens schattingen uit de bouw- en infrastructuursector gaat het om een totale investering van ruim 500 miljoen euro.

Opvallend is dat Madrid met deze plannen terugkeert naar publiek-private samenwerking na het mislukte PPS-project rond de Ciudad de la Justicia. Dat megacomplex had alle rechtbanken van de regio moeten samenbrengen in één modern gebouw. Het project werd aanvankelijk opgezet met privaat geld, maar meerdere aanbestedingen mislukten omdat bedrijven de begroting te laag vonden. Uiteindelijk werd het plan uitgevoerd als een traditioneel bouwcontract, volledig betaald uit de publieke middelen.

Brug over de Ría de San Martín in Cantabrië

Ook Cantabrië stapt in publiek-private samenwerking. De regionale regering wil een brug bouwen over de Ría de San Martín, tussen Requejada (Polanco) en Suances. De kosten zijn geraamd op 44 miljoen euro.

Een trend in meer regio’s

De aanpak van de regio´s volgt op het voorbeeld uit Aragón. Daar werd in 2023 het Plan Extraordinario de Carreteras uitgevoerd via concessiecontracten: private bedrijven financierden en bouwden de wegen, terwijl de overheid de investering in termijnen terugbetaalt. Dat model bleek aantrekkelijk genoeg om ook middelgrote bouwbedrijven en internationale fondsen te trekken.

Kansen en risico’s

Volgens deskundigen maakt publiek-private samenwerking het mogelijk om sneller te bouwen zonder de schulden op te drijven. Tegelijk vraagt het model om strikte controle op kwaliteit, veiligheid en rendement. In Aragón bleek de winstgevendheid van sommige trajecten lager dan verwacht.

Toch volgen steeds meer Spaanse regio’s het voorbeeld van Aragón en schakelen privaat geld in om hun wegen te moderniseren. Door de beperkte publieke middelen lijkt publiek-private samenwerking voorlopig de enige manier om nieuwe infrastructuur van de grond te krijgen.

Krijgt Spanje nieuwe tolwegen?