Nog vóór de officiële publicatie zorgen de memoires van oud-koning Juan Carlos I, getiteld Reconciliación, voor beroering in Spanje. Het boek verschijnt op 5 november in Frankrijk en op 3 december in Spanje. Naar aanleiding van de publicatie gaf Juan Carlos een interview aan het Franse Le Figaro Magazine, waarin hij terugblikt op zijn politieke rol, persoonlijke keuzes en het leven in ballingschap.
Precies op het moment dat de eerste fragmenten van zijn memoires in Franse media werden gepubliceerd, landde de 87-jarige oud-koning in Vitoria voor een medisch onderzoek, gevolgd door een bezoek aan Portugal en later Galicië, om deel te nemen aan de jaarlijkse zeilregatta. Zijn terugkeer naar Spanje valt samen met de hernieuwde aandacht voor zijn turbulente nalatenschap.
Verhouding tot Franco en erkenning van fouten
In zowel het boek als het interview spreekt Juan Carlos I openlijk over zijn relatie met Francisco Franco. Hij noemt hem “intelligent en politiek scherpzinnig” en schrijft: “Dankzij hem werd ik koning. Ik heb hem altijd gerespecteerd en nooit toegestaan dat men hem in mijn aanwezigheid bekritiseerde.”
Hij beschrijft hun band als “bijna vader-zoonachtig” en stelt dat Franco hem de ruimte gaf om Spanje na diens dood te hervormen, zolang de eenheid van het land behouden bleef. Die ruimte leidde tot de overgang van dictatuur naar parlementaire monarchie — een centrale gebeurtenis in zijn koningschap.
Daarnaast erkent de oud-koning ook fouten. Hij verwijst naar de 100 miljoen dollar die hij in 2008 ontving van de Saudische koning Abdalá. Hij noemt het “een gebaar van vrijgevigheid tussen twee monarchen”, maar voegt toe: “Het was een geschenk dat ik niet wist te weigeren. Een ernstige fout.”
“Democratie kwam niet uit de lucht vallen”
In zijn interview met Le Figaro Magazine benadrukt Juan Carlos I dat de Spaanse democratie niet vanzelf ontstond. “De democratie kwam niet uit de lucht vallen.” Hij schetst zichzelf als een man die, na de dood van Franco, moest laveren tussen de druk van het oude regime en het verlangen van de bevolking naar vrijheid.
Volgens hem was de overgang geen revolutie, maar een zorgvuldig opgebouwde hervorming “van binnenuit”, mogelijk gemaakt door compromissen met voormalige franquisten én hervormingsgezinde politici. Met deze uitspraak lijkt hij te willen herbevestigen dat de democratische koers van Spanje mede aan zijn leiderschap te danken was — een punt dat hij in zijn memoires verder uitwerkt.
Familiebanden en persoonlijke afstand
De memoires bevatten ook persoonlijke passages. Juan Carlos schrijft met genegenheid over koningin Sofía, maar betreurt dat zij hem in Abu Dabi nooit heeft bezocht. In het interview spreekt hij bovendien over het gemis van zijn kleindochters Leonor en Sofia, de dochters van de huidige Spaanse koning.
Over zijn zoon Felipe VI is hij genuanceerd: hij prijst hem als koning, maar noemt hun relatie afstandelijk. “Mijn zoon keerde mij de rug toe uit plicht. Ik begrijp dat als koning, maar ik leed als vader,” schrijft hij. Over zijn schoondochter Letizia Ortiz schrijft hij dat haar komst “de familiebanden niet versterkte” en dat er “een persoonlijk meningsverschil” tussen hen bestaat.
Terugblik op mislukte staatsgreep
In Reconciliación blikt Juan Carlos I terug op de mislukte staatsgreep van 23 februari 1981, beter bekend als 23-F. Die dag drongen militairen onder leiding van luitenant-kolonel Antonio Tejero het Spaanse parlement binnen en hielden ministers en Kamerleden urenlang gegijzeld. Het was het grootste gevaar voor de jonge democratie sinds de dood van Franco in 1975.
De koning onthult in zijn boek dat er volgens hem “niet één, maar drie staatsgrepen” waren: de gewapende aanval van Tejero, het parallelle complot van zijn vertrouweling generaal Armada, en de politieke druk van figuren die “nog altijd dachten in termen van het franquistische verleden”. Juan Carlos I beschrijft hoe hij in uniform voor de televisiecamera verscheen om de democratie te verdedigen. “Ik nam de uitzending haastig op — met de jas van een generaal, maar zonder broek, om tijd te winnen,” schrijft hij. Pas tegen het ochtendgloren wist hij zeker dat de democratie had standgehouden.
Botsuana en vertrek naar Abu Dabi
De Botsuana-affaire van 2012 noemt Juan Carlos I het begin van zijn publieke terugval. Tijdens een dieptepunt van de Spaanse economische crisis – toen miljoenen Spanjaarden hun baan verloren en bezuinigingen het land teisterden – vertrok de koning in het geheim naar Botswana voor een luxe olifantenjacht. De reis kwam pas aan het licht nadat hij daar zijn heup brak en met een privévliegtuig moest worden gerepatrieerd.
Het contrast tussen zijn extravagante jachttrip en het lijden van zijn onderdanen veroorzaakte nationale verontwaardiging. Kort daarna bood hij publiekelijk zijn excuses aan met de woorden: “Het spijt me zeer, het zal niet weer gebeuren.” Die gebeurtenis, schrijft hij, markeerde het begin van zijn morele en politieke val.
In 2014 deed hij afstand van de troon, in 2019 trok hij zich terug uit het openbare leven en in 2020 vertrok hij vrijwillig naar Abu Dabi. Zijn vertrek noemt hij “geen vlucht”, maar een poging om zijn zoon niet verder te belasten. “Ik dacht maar enkele weken weg te blijven. Nu zijn we vijf jaar verder,” schrijft hij.
Doel van de memoires
Volgens coauteur Laurence Debray is Reconciliación geen politieke verdediging, maar een poging tot persoonlijke reflectie. De titel verwijst zowel naar Spanje’s overgang naar de democratie als naar de zoektocht van de koning naar begrip en herstel.
De publicatie valt samen met een beladen moment in Spanje: de vijftigste verjaardag van de monarchie sinds de dood van Francisco Franco in 1975. Binnen het paleis van La Zarzuela bestaat bezorgdheid dat het boek de officiële herdenkingen zal overschaduwen en opnieuw de aandacht zal vestigen op de omstreden erfenis van de vroegere koning. Volgens Le Figaro zou koning Felipe VI geprobeerd hebben de publicatie van het boek uit te stellen, uit bezorgdheid over de toon.
Persoonlijke terugblik op publieke rol
De memoires van Juan Carlos I bieden een inkijk in het leven van een koning die Spanje door een historische transitie leidde, en later zelf onderwerp werd van publieke controverse. “Ik gaf de Spanjaarden vrijheid, maar kon die zelf nooit ten volle beleven,” schrijft hij. Met Reconciliación legt hij zijn versie van de gebeurtenissen vast — een persoonlijke terugblik op een publieke rol, en misschien zijn laatste poging om grip te krijgen op zijn plaats in de Spaanse geschiedenis.
Bronnen: El País, La Vanguardia, La Sexta
Waardering van Spanjaarden voor koningshuis stijgt ondanks schandalen