Ze wappert trots op pleinen, overheidsgebouwen en voetbalstadions: de rood-geel-rode vlag van Spanje. De Spaanse tweekleur lijkt vandaag de dag een vanzelfsprekend symbool van de nationale identiteit van het Zuid-Europese land. Toch is haar oorsprong verrassend pragmatisch en allesbehalve episch. De huidige Spaanse rojigualda ontstond niet uit patriottische sentimenten of door heroïsche veldslagen, maar uit een technische noodzaak op zee.
Maritieme oorsprong van de vlag van Spanje
In de 18e eeuw gebruikten de meeste Europese oorlogsvloten witte vlaggen met daarop een koninklijke wapen. Dit leidde tot verwarring op zee, vooral tijdens oorlogen, wanneer snelle herkenning van schepen cruciaal was.
Om dit probleem op te lossen gaf koning Carlos III in 1785 opdracht tot het ontwerpen van een nieuwe vlag voor de Spaanse oorlogsvloot. Minister van Marine Antonio Valdés presenteerde twaalf ontwerpen, waaruit Carlos III koos voor het huidige patroon: drie horizontale banen (rood-geel-rood), waarbij de gele baan dubbel zo breed is als de rode.
De kleuren waren op zee beter zichtbaar en maakten Spaanse schepen direct herkenbaar. Vanaf dat moment werd dit het officiële embleem van de marine.
Van marinevlag tot nationale vlag van Spanje
Aanvankelijk werd de Spaanse tweekleur uitsluitend gebruikt voor oorlogsschepen. Op het vasteland bleven kastelen, forten en overheidsgebouwen nog lange tijd witte vlaggen met diverse wapens voeren.
Pas in de 19e eeuw kreeg de vlag bredere betekenis. Toen won het idee terrein dat Spanje één natie moest zijn met een centraal bestuur. Dit ‘nationale gevoel’ werd versterkt door politieke gebeurtenissen, oorlogen en revoluties. In die context groeide de behoefte aan één herkenbare nationale vlag.
In 1843 voerde koningin Isabel II de vlag ook officieel in bij het landleger — een belangrijke stap richting nationaal gebruik.
Politieke geschiedenis van de vlag van Spanje
Het gebruik van de Spaanse vlag bleef ook daarna echter politiek gevoelig. Tijdens de Tweede Republiek (1931–1939) maakte de rojigualda plaats voor een rood-geel-paarse driekleur, bedoeld als duidelijke breuk met de monarchie en als symbool van republikeinse idealen.
Na de Spaanse Burgeroorlog herstelde Franco in 1938 de rood-geel-rode vlag als nationaal symbool. Sindsdien is die steeds de officiële vlag van Spanje gebleven, al veranderde het wapen op de vlag meerdere keren.
Het huidige ontwerp, met het wapen dat in 1981 wettelijk werd vastgesteld, werd bekrachtigd tijdens de democratische overgang na 1975 en is sindsdien het officiële symbool van de Spaanse staat.
Waarom de vlag van Spanje rood en geel is
Volgens de historici Javier Moreno Luzón en Xosé M. Núñez Seixas, auteurs van het onderzoek Los colores de la patria (de kleuren van het vaderland), hebben de kleuren van de Spaanse vlag geen diepgewortelde symbolische betekenis.
In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, staan rood en geel niet voor bloed, zon of historische waarden. Ze werden gekozen vanwege hun zichtbaarheid op zee — een puur functionele reden.
Pas door herhaald gebruik en de politieke context kregen de kleuren emotionele betekenis en werden ze onderdeel van de Spaanse identiteit. Zo groeide de vlag uit tot een nationaal bindmiddel, vooral in tijden van crisis.
Van praktische keuze tot nationaal symbool van Spanje
De Spaanse vlag is geen mysterieus relikwie uit een roemrijk verleden, maar een kleurcombinatie die ooit werd gekozen omdat ze op zee goed zichtbaar was. Dat zij later werd omarmd als nationaal symbool, zegt meer over de kracht van herhaling dan over diepgewortelde betekenis.
Zoals zoveel vlaggen is ze een voorbeeld van hoe praktische keuzes achteraf worden omgevormd tot patriottische verhalen. Een vlag die ooit diende om schepen te herkennen, siert nu in Spanje balkons, stadions en officiële gebouwen — niet vanwege een eeuwenoude betekenis, maar omdat Spanjaarden haar die betekenis in de loop der tijd hebben gegeven.
Deze vijf iconische uitvindingen zijn Spaans