Daarnaast worden regels versoepeld om ook tijdelijke werklozen als gevolg van de lock down aan het werk te krijgen. Er dreigt door de nu geldende reisbeperkingen namelijk een groot tekort aan personeel in de Spaanse landbouwsector.
Met het versoepelen van de regels om arbeiders aan te trekken moet het tekort aan tijdelijke arbeidskrachten in de landbouwgebieden van Andalusië, Murcia, Extremadura, Aragón en Catalonië worden aangevuld. De overheid vreest dat er anders een tekort komt aan bepaalde levensmiddelen in de supermarkten of prijsstijgingen midden in de coronacrisis die vrijwel het hele land al weken plat legt. In het koninklijk decreet wordt gesproken over ‘urgente maatregelen’ die tot 30 juni van kracht zullen zijn om de productie te garanderen. De inhoud van het decreet is dinsdag besproken in de Ministerraad.
Door de lock down in het land en de gesloten grenzen kunnen seizoensarbeiders die normaal uit andere landen, zoals Marokko, Bulgarije en Roemenië, naar Spanje komen om te werken, nu niet komen. Het gaat om tienduizenden werknemers. Vanaf 13 maart sloot Marokko zijn grenzen en dat betekende dat 11.000 Marokkaanse vrouwen van de in totaal 17.000 opgeroepen krachten niet naar Spanje konden komen om daar aardbeien en andere vruchten te oogsten in de provincie Huelva.
Ook tijdelijke arbeidskrachten uit andere EU-landen zoals Bulgaren en Roemenen konden niet komen. In de Spaanse landbouwsector werken circa 300.000 uitzendkrachten en hiervan is bijna de helft buitenlander, volgens het Ministerie van Landbouw.
Ook werknemers die nu tijdelijk op basis van een ERTE-regeling zonder werk zitten, mogen bij landbouwbedrijven aan de slag. Diverse groepen immigranten, die dat normaal niet mogen, kunnen nu eveneens aan het werk. Het gaat om immigranten die bezig zijn met het aanvragen van een werkvergunning en immigranten van wie hun contracten zijn beëindigd gedurende de noodtoestand die in Spanje op 14 maart werd afgekondigd. Verder geldt de flexibilisering ook voor sollicitanten die asiel in Spanje hebben aangevraagd en minder dan zes maanden in het land zijn en daarom nog niet over een werkvergunning kunnen beschikken.
In alle gevallen moeten de kandidaten dichtbij de plek wonen waar ze willen werken. Dat betekent dat ze in dezelfde of in aangrenzende gemeentes moeten wonen.
Spanje is niet het enige land dat met een tekort kampt aan werknemers in de landbouwsector. Ook Frankrijk, Italië en Portugal hebben hetzelfde probleem. De Europese Unie drong er vorige week maandag op aan dat landen procedures in het leven roepen om de komst van de uitzendkrachten te garanderen omdat het in dit geval gaat om cruciale arbeiders. Zo heeft Duitsland de reisbeperkingen onder de lock down maatregelen rond het coronavirus versoepeld om 80.000 uitzendkrachten uit Polen, Roemenië en Bulgarije toe te laten om de nodige gewassen te oogsten.
De Spaanse Federatie van Landbouw- en Veeteeltbedrijven (COAG) zegt dat vorig jaar circa 285.000 personen werkzaam waren in de sector in de maanden april, mei en juni. Binnen vijftien dagen start in Spanje de pluk van steenvruchten zoals kersen, perziken, nectarines, abrikozen en olijven. Daarna komt het zomerfruit aan de beurt en als er geen versoepeling van de regels rond het inhuren van uitzendkrachten komt, zal er sprake zijn van een tekort van 40 procent. ‘We hebben 120.000 personen nodig die er nu niet zijn, zo meldt COAG.
Afgezien van dat het moeilijk is om mensen uit het buitenland aan te trekken, gelden in Spanje onder de noodtoestand ook allerlei beperkingen op reisgebied, dus moeten de mensen die op een baan in de campo willen solliciteren wel in de buurt van hun werkplek wonen.