De Spaanse regering heeft een voorstel gepresenteerd om de maandelijkse bijdragen van zelfstandigen (autónomos) vanaf 2026 opnieuw te verhogen. De maatregel maakt deel uit van de hervorming van het sociale zekerheidsstelsel, waarbij zelfstandigen bijdragen op basis van hun werkelijke netto-inkomen.
Het gaat vooralsnog om een voorstel, dat eerst met sociale partners moet worden besproken en daarna parlementaire goedkeuring vereist. Toch leidt het plan nu al tot onrust onder ondernemers. Veel autónomos vrezen dat de verhoging hun financiële draagkracht verder onder druk zet en noemen het ontmoedigend voor wie zelfstandig wil blijven werken.
Hoe het systeem voor autónomos in Spanje werkt
Zelfstandigen in Spanje, de zogenoemde autónomos, betalen maandelijks een bijdrage aan de Seguridad Social voor hun pensioen, ziektekosten en arbeidsongeschiktheid. Tot 2023 konden zij binnen bepaalde grenzen zelf hun bijdragebasis kiezen, ongeacht hun werkelijke inkomen. Sinds januari 2023 geldt echter een nieuw stelsel waarbij de maandelijkse bijdrage geleidelijk wordt gekoppeld aan het netto-inkomen. Wie meer verdient, betaalt dus meer. Aan het eind van het jaar volgt een correctie op basis van de werkelijke inkomsten uit de belastingaangifte.
Plan voor inkomensafhankelijke verhoging
Volgens het nieuwe plan van het ministerie van Sociale Zekerheid zouden de bijdragen in 2026 stijgen met bedragen tussen 11 en 206 euro per maand, afhankelijk van het inkomen.
- Zelfstandigen met een maandelijks inkomen tot 670 euro zouden 17 euro meer betalen, wat hun bijdrage op 217,37 euro brengt.
- Wie tussen 1.166 en 1.300 euro verdient, zou 11 euro meer per maand betalen.
- Voor de hoogste inkomens, meer dan 6.000 euro per maand, zou de bijdrage oplopen tot 796,24 euro per maand.
Het voorstel voorziet bovendien in verdere stijgingen in 2027 en 2028, met maximale bijdragen van respectievelijk 1.002,49 euro en 1.208,73 euro per maand.
Het ministerie van Sociale Zekerheid stelt dat de hervorming bedoeld is om de financiële houdbaarheid van het pensioensysteem te versterken en een eerlijker verdeling van lasten tussen zelfstandigen te bereiken.
“Ik moet op LinkedIn op zoek naar extra werk”
Voor veel kleine ondernemers voelt het voorstel echter als een nieuwe financiële dreun. Gloria Llopis, 53 jaar, freelance communicatieadviseur uit Madrid, zegt dat ze nu al moeite heeft om haar huidige lasten te dragen.
“Ik betaal nu 282 euro per maand. Dat vind ik al beangstigend veel,” zegt ze. “Ik ben zelfs op LinkedIn gaan zoeken naar een extra baan om mijn bedrijf draaiende te houden. Het lijkt soms alsof zelfstandigen de belastinginners van de staat zijn.”
Llopis begon in 2022 haar eigen communicatiebureau, nadat ze in loondienst had gewerkt. Ze maakte aanvankelijk gebruik van het starterstarief, de tarifa plana van 80 euro per maand. Maar ook die zou volgens de nieuwe plannen stijgen. “We willen gewoon werken en bijdragen, maar dit maakt het bijna onmogelijk om als zelfstandige te blijven bestaan,” zegt ze.
Kapper Miguel haalt zijn schouders op
Miguel, eigenaar van een kapsalon in Madrid die hij dertien jaar geleden opende, haalt zijn schouders op wanneer hem wordt gevraagd wat de voorgestelde verhoging voor zijn bedrijf betekent. Zijn reactie klinkt gelaten:
“Ik vind het geen goed plan, maar erger was dat de vorige regering onze bijdrage twee keer verhoogde — samen 50 euro per maand — en de btw op kappersdiensten van 8 naar 21 procent bracht,” zegt hij.
“Voor 11 euro per maand ga ik niet sluiten. En als iemand dat wel moet, dan was het waarschijnlijk geen levensvatbaar bedrijf.”
Verwachte opbrengst
Volgens berekeningen van de zelfstandigenorganisatie ATA (Federación Nacional de Asociaciones de Trabajadores Autónomos) zou het nieuwe systeem de staatsinkomsten uit sociale bijdragen tussen 2026 en 2028 met 5.739 miljoen euro verhogen. Ter vergelijking: de eerste fase van het nieuwe bijdragemodel, ingevoerd tussen 2023 en 2025, leverde slechts 1.200 miljoen euro extra op.
De extra inkomsten moeten bijdragen aan de financiering van sociale uitgaven, zoals pensioenen en werkloosheidsbescherming voor zelfstandigen.
Kritiek van zelfstandigenorganisaties
ATA heeft het voorstel scherp afgewezen en omschrijft het als een harde financiële klap voor zelfstandigen. De organisatie stelt dat de nieuwe verhoging verder gaat dan wat in 2022 met de sociale partners was overeengekomen, en dat vooral de laagste inkomens worden getroffen.
Ook andere organisaties, zoals UPTA (Unión de Profesionales y Trabajadores Autónomos), hebben om “duidelijkheid en geleidelijkheid” gevraagd bij de invoering van toekomstige bijdragen.
Politieke verdeeldheid
Het voorstel heeft geleid tot verdeeldheid binnen de coalitieregering en in het parlement.
- Vicepremier en minister van Werkgelegenheid Yolanda Díaz (Sumar) heeft zich openlijk tegen de verhoging uitgesproken. Zij stelt dat het plan “lage inkomens onterecht belast”.
- Ook regeringspartij ERC, evenals oppositiepartijen PP, Vox, Coalición Canaria en UPN, hebben hun afkeuring uitgesproken.
- Het ministerie van Sociale Zekerheid, onder leiding van Elma Saiz, blijft het voorstel verdedigen. Toch erkent ze dat zonder parlementaire goedkeuring de huidige bijdragen moeten worden gehanteerd.
De politieke verdeeldheid maakt de kans groot dat het voorstel in zijn huidige vorm niet wordt aangenomen of nog zal worden aangepast.
Lopend overleg
De plannen maken deel uit van de hervorming van het zelfstandigenstelsel, die de sociale zekerheidsbijdragen van zelfstandigen geleidelijk koppelt aan hun werkelijke netto-inkomen. De invoering begon in 2022 en loopt in fases door tot 2032. Het voorstel wordt de komende maanden besproken met vakbonden en zelfstandigenorganisaties.
Bronnen: El País, Huffington Post, RTVE
Ondernemers en autónomos Spanje verplicht over op VeriFactu in 2026