Het Europees Parlement steunt deze uitzondering tot 2030. Hiermee erkent het parlement “de economische afhankelijkheid en mobiliteit van lucht- en zeeverbindingen”. Het is een opluchting voor toeristische sector van de archipel. Deze belangrijkste bijdrager aan de economie van de eilanden zal de luchtverbindingen voorlopig niet bedreigd zien.
Ultraperifere gebieden
Op voorstel van de Canarische Eilanden heeft het Europees Parlement zich uitgesproken voor de ultraperifere gebieden (OR’s). Dat zijn Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Réunion en Saint Martin (Frankrijk), Azoren en Madeira (Portugal), en de Canarische Eilanden (Spanje). Deze gebieden zijn tot 2030 dus vrijgesteld van genoemde brandstofbelasting.
Unieke behandeling
“Dit proces versterkt de unieke behandeling van en het respect voor de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden in de overgang naar het koolstofvrij maken van de EU. Deze unieke behandeling van de archipel in de Atlantische Oceaan is gebaseerd op zowel de afstand als het insulaire karakter. Ook weegt de economische en mobiliteitsafhankelijkheid van lucht- en zeeverbindingen mee. Dat met name vanwege het gewicht dat sectoren zoals toerisme en de afstand tot het Europese continent daarop hebben”, was te lezen in een verklaring van de Canarische regering over het besluit.
Connectiviteit moet worden gegarandeerd
De connectiviteit tussen deze regio’s en de 27 landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte, evenals Noorwegen, Liechtenstein en IJsland moet worden gegarandeerd. Hiertoe is een wijziging doorgevoerd in de richtlijn die de handel in koolstofdioxide (CO2)-emissies voor luchtverbindingen regelt. Deze richtlijn moet nog worden geratificeerd door de Europese Raad en de Europese Commissie.