
De ernstige milieurampen betekenden een extra overheidsuitgave van 2,138 miljard euro. Daarvan is nog maar een klein deel, 176 miljoen euro om precies te zijn, door verzekeringen uitgekeerd. Zo doet het Spaans Openbaar Ministerie er alles aan om de 855 miljoen euro alsnog terug te krijgen die de Britse verzekeringsmaatschappij nog moet uitkeren voor de gevolgen voor de ramp met de olietanker Prestige in Galicië.
De duizenden liters olie die de Atlantische oceaan instroomden nadat de Prestige schipbreuk leed, de ramp voor natuurgebied Donaña, twee grote branden in Valencia, de lozing van toxische en radioactieve stoffen in het stuwmeer van Flix en het decennialang lozen van afvalstoffen in de Baai van Pórtman zijn de vijf grootste milieurampen uit de Spaanse geschiedenis.
Kosten schipbreuk olietanker Prestige: ruim 4,3 miljard euro
Op 13 november 2002 begon olietanker Prestige olie te lekken, op 30 kilometer voor de kust van Kaap Finisterre. Nadat de Spaanse autoriteiten weigerden om het schip dichter bij de kust te laten komen, werd het verder de oceaan op gesleept waar het op 260 kilometer ten westen van Vigo in tweeën brak en 63.200 ton ruwe olie de zee in stroomden. De olievlek breidde zich uit tot aan de Franse en Portugese kust. De schoonmaakwerkzaamheden in zee en aan de kust hebben jarenlang in beslag genomen.
De totale kosten van de ramp met de olietanker Prestige werden in 2013 door het Openbaar Ministerie ingeschat op ruim 4,328 miljard euro. Het hooggerechtshof oordeelde in december 2018 dat Spanje recht heeft op een schadevergoeding van 1,573 miljard euro. Een aanzienlijk deel hiervan zal echter nooit in de Spaanse schatkist terechtkomen. Een uitspraak van de hoogste rechtbank in Engeland veroordeelde de Britse verzekeringsmaatschappij tot uitkering van het maximale verzekeringsbedrag van 855,5 miljoen euro. 22,7 miljoen daarvan heeft Spanje inmiddels geïncasseerd. Dat betekent dat twee decennia na de ramp nog maar een fractie van het totale bedrag aan verzekeringsgeld is uitgekeerd. Het Internationaal Fonds voor Vergoeding van Schade door Verontreiniging door Olie heeft daarentegen 142,1 miljoen euro aan de Spaanse staat uitbetaald voor deze milieuramp.
Kosten milieuramp natuurpark Doñana: 240 miljoen euro
Als gevolg van een dijkdoorbraak stroomden in 1998 zes miljoen kubieke meter zware metalen en andere toxische stoffen uit een stuwmeer, rechtstreeks de rivieren Agrio en Guadiamar in. Deze zeer giftige stoffen waren afkomstig van de mijn in Aznalcóllar in de provincie Sevilla. Via 4.634 aangedane hectaren, verdeeld over negen gemeenten, bereikte het zwaar vergiftigde water natuurpark Doñana.
De Spaanse overheid investeerde 240 miljoen euro in het verwijderen van lood en overige toxische stoffen uit het water en het ecologisch herstel van de meer dan 40 kilometer lange rivier Gaudiamar, gelegen tussen de mijn en voornoemd natuurpark.
De Zweedse mijnmultinational Boliden Apirsa, lozer van de giftige stoffen in het stuwmeer, reinigde 20 procent van het vervuilde gebied, het ministerie van Milieu nam 7,4 procent voor haar rekening en het deelbestuur van Andalusië nog eens 72,5 procent. Dit deelbestuur eiste 89 miljoen euro schadevergoeding van Boliden, de centrale regering eiste nog eens een bedrag van 43,7 miljoen euro.
Het Spaans Hooggerechtshof wees dit volledige bedrag aan schadevergoeding toe. Van de in totaal 132,7 miljoen euro heeft de Spaanse staat 23 jaar later echter nog geen cent gezien. De Zweedse multinational verklaarde de Spaanse mijn failliet en ontdeed zich van iedere verplichting. Het is Spanje tot nu toe niet gelukt de Zweedse moedermaatschappij verantwoordelijk te houden voor de financiële gevolgen van deze ernstige milieuramp.
Kosten milieuramp stuwmeer van Flix: 220 miljoen euro
Jarenlang loosde chemiebedrijf Ercros zware metalen en radioactieve stoffen in het stuwmeer van Flix (Tarragona), aan de rivier de Ebro. Ercros ontkent dat het de zwaar toxische stoffen geloosd heeft en beweert dat deze afkomstig moeten zijn van andere bedrijven.
Uit een onderzoek van Greenpeace blijkt dat bijna een miljoen inwoners de gevolgen ondervonden van de zeer hoge concentraties toxisch afval. Meer dan 120 ton vervuild water moest worden gezuiverd als gevolg van de bedrijfsactiviteiten van Ercros. Kosten: 220 miljoen euro.
De werkzaamheden hebben aanzienlijk langer geduurd dan verwacht, maar de belangrijkste werkzaamheden zijn inmiddels afgerond. Noch de Spaanse, noch de Catalaanse autoriteiten hebben gegevens over eventueel betaalde schadevergoeding door het chemiebedrijf, terwijl de Spaanse rechtbank het bedrijf civielrechtelijk verantwoordelijk houdt voor het reinigen van het slib en de oevers van de rivier.
De lozing van de afvalstoffen zou hebben plaatsgevonden tussen september 1988 en augustus 1993. In een rechterlijke uitspraak werd Ecros verplicht om waterbedrijf Acuamed een schadevergoeding van 11,3 miljoen euro uit te betalen, dat is 5 procent van de totale kosten. De overige 95 procent komt voor rekening van de Spaanse staat.
Kosten milieuramp Baai van Pórtman: 90 miljoen euro
Tussen 1957 en 1991 werden 60 miljoen ton afvalstoffen van de mijn Peñarroya in La Unión (Murcia) direct in zee geloosd. Ook hier ging het om zeer giftige zware metalen. Aan de Baai van Pórtman stroomde het gif 12 kilometer ver de zee in.
Volgens de toenmalige directeur Xavier Pastor van Greenpeace Spanje sloot de milieuorganisatie in 1986 alle leidingen af en klaagde vervolgens het mijnbedrijf aan wegens het plegen van een milieudelict. Het mijnbedrijf werd door de rechter vrijgesproken.
In 1991 werd de mijn overgenomen door Pórtman Golf, dat een einde maakte aan de lozing van de giftige afvalstoffen. Volgens een woordvoerder van Pórtman Golf was de onderneming niet verplicht om de vervuilde baai te reinigen. De reinigingswerkzaamheden in de baai zijn tot op de dag van vandaag niet afgerond.
Het ministerie van Milieu presenteerde in 2005 nog een schoonmaakproject, waarvoor de kosten beraamd werden op 100 miljoen euro. Later werd dit bedrag verlaagd naar 32 miljoen euro. De eerste werkzaamheden om de baai schoon te maken gingen in 2016 van start, maar het ministerie gaf in 2019 opdracht deze weer te stoppen wegens gebrek aan budget.
Momenteel wordt er gewerkt aan een alternatief project waarvoor een startbedrag van 369 duizend euro is vrijgemaakt, maar waarvan de totale investering onduidelijk blijft. Volgens burgermeester Pedro López Millán van La Unión zal dit oplopen tot zo’n 90 miljoen euro. Volgens hem heeft het mijnbedrijf zichzelf verrijkt en zich daarbij schuldig gemaakt aan het ernstigste milieudelict in het Mediterrane gebied.
Kosten brand in Dos Aguas: 15,4 miljoen euro
In juni 2012 ontstond in Cortes de Pallás (Valencia) de grootste brand die in tien jaar tijd gewoed had in Spanje. Oorzaak van de brand was nalatigheid van medewerkers van Energía Solar Levante S.L. die in juni van dat jaar zonnepanelen plaatsten op een woning.
Volgens het deelbestuur van Valencia verwoestten de vlammen zeker 29 duizend hectare natuurgrond. Door de hoge temperaturen en harde wind slaagde de brandweer er destijds maar moeizaam in het vuur onder controle te krijgen. Daarbij ontstond nog een tweede brand in de buurt van Andilla, als gevolg van nalatigheid bij het verbranden van tuinafval. Hierdoor werd nog eens 21 hectare natuurgrond verwoest. De branden kostten aan één persoon het leven en de piloot en copiloot van een blushelikopter raakten ernstig gewond.
De bluswerkzaamheden kostten de regio Valencia 760 duizend euro, nog eens 9 miljoen euro ging naar hulp aan alle slachtoffers van de brand en nog 5,67 miljoen euro naar het herstel van de verschroeide natuur. Deze herstelwerkzaamheden gaan in de komende maanden van start, zo heeft het Valenciaanse deelbestuur laten weten.
De rechtbank van Valencia oordeelde dat de bosbrand het gevolg was van ernstige menselijke nalatigheid en legde de daders 10 maanden celstraf op en verplichtte het bedrijf tot vergoeding van de financiële schade aan zowel het deelbestuur als particulieren. Het bedrijf was voor een bedrag van ruim 748 duizend euro verzekerd, de verzekeringsmaatschappij zegt dit bedrag inmiddels te hebben uitgekeerd aan de rechtbank. Daarvan komt slechts 80.963 euro toe aan de regering van Valencia, de rest wordt verdeeld over de particulieren die door de brand woningschade ondervonden.