Het ‘menú del día’ is generaties lang een hoeksteen geweest van de Spaanse keuken en samenleving. Deze warme maaltijden worden vooral genuttigd door werknemers die tussen de middag niet terug naar huis kunnen voor de lunch omdat ze te ver weg wonen.
Vooral de bars en restaurants voor dagelijks gebruik serveren zo’n dagmenu en vrijwel altijd voor een zeer schappelijke prijs. In die restaurants ga je niet zitten voor een esthetisch verantwoorde omgeving, maar schuif je je plastic stoel aan om pretentieloos en goed te eten. Je nuttigt je menu onder het genot van veel lawaai, een schetterende televisie, gestapelde drankkratten in de hoek en gesprekken die individuele tafeltjes doorgaans overschrijden. Voor een prijs die varieert van 8 tot 15 euro krijg je op doordeweekse dagen tussen 13:30 en 16:30 uur een volledige maaltijd die bestaat uit huisgemaakte gerechten: een voorgerecht, een hoofdgerecht, brood, een drankje en een toetje.
Lunch de belangrijkste van vijf maaltijden
Voor Spanjaarden vormt de lunch de belangrijkste maaltijd van de doorgaans vijf maaltijden die ze per dag eten. Ze ontbijten vroeg in de ochtend voor ze van huis gaan. Dan volgt een ontbijt- en koffiemoment rond 10.00 uur. De lunch wordt doorgaans rond 14 uur genuttigd. Dan volgt rond 18:30 uur de ‘merienda’, koffie of chocolademelk met koekjes of een broodje. Tot slot wordt het diner op de late avond geserveerd, doorgaans rond 21 uur. In het zuiden van Spanje kun je bij bovenstaande aanvangsttijden gerust een half uur optellen.
Franco’s toeristenmenu
In sommige regio’s van Spanje is het voor restaurants nog steeds verplicht een menú del día aan te bieden. Dit en het feit dat het fenomeen zo wijdverbreid is in Spanje is te danken aan de gewezen dictator Francicso Franco. Te midden van de toeristische boom in de jaren zestig introduceerde zijn regime het ‘menú del día’. Spanje groeide van 2,9 miljoen bezoekers in 1959 naar 11,1 miljoen in 1965. Een van de maatregelen om grootschalig, goedkoop toerisme aan te trekken van Franco was de creatie van het dagmenu in 1964. De miljoenen toeristen die jaarlijks Spanje bezochten zouden door dit menu Spaanse culinaire standaarden voorgeschoteld krijgen en een betaalbare maaltijd zou binnen bereik van alle Spanjaarden zijn.
Vanaf augustus dat jaar werden alle eetgelegenheden verplicht een menú del día aan te bieden dat bestond uit een voorgerecht, soep of salade; een hoofdgerecht van vis, vlees of eieren met bijgerecht; een dessert met fruit, zoetigheid of kaas; brood en een kwart liter lokale wijn, bier, sangria of andere drank. Voor mensen met lange werkdagen opgesplitst door een twee uur durende lunchtijd, was een dagmenu eten in een naburige bar een uitkomst.
Tegenstand
Niet iedereen was blij met de invoering van het dagmenu. Restaurants ontmoedigden hun gasten de goedkope menu’s te bestellen door te beweren dat deze van mindere kwaliteit waren dan de andere gerechten op de kaart. De regels vereisten echter dat het menu op een prominente plaats zichtbaar werd gemaakt en “met de hoogste voorkeur en snelheid” werd geserveerd. Nog steeds zie je het menú del día voor de deur van restaurants vaak duidelijk op borden staan aangekondigd. In 1965 werden aanvullende regels ingevoerd. Daarmee werden restaurants verplicht het toeristenmenu samen te stellen met gerechten van de reguliere kaart. Ook gold er een maximumprijs afhankelijk van de categorie waarin een restaurant was ingedeeld.
De teloorgang van het Spaanse dagmenu
Op basis van de Europese richtlijn 2006/123/CE werden de toerismewetten in Spanje in 2010 herzien. Daarmee schaften veel Spaanse regio’s de verplichting van het dagmenu af en hielden veel horecagelegenheden ermee op. De regio’s die het nog handhaven voor restaurants van lagere categorieën zijn Aragón, Asturië en Navarra. Ook in Madrid blijft de regelgeving uit 1985, die het dagmenu instelde, nog steeds van kracht.
Veranderde werktijden
Een andere oorzaak voor het feit dat het dagmenu minder vaak wordt aangeboden is dat het beroepsleven in Spanje is veranderd. Steeds meer bedrijven korten de traditionele, lange lunchpauzes van soms meer dan twee uur flink in. Ze realiseren zich dat een uur lang genoeg is om te lunchen. Bovendien passen ze daarmee hun werktijden aan internationale klanten en relaties aan. Ook komt er steeds meer tegenstand vanwege de inbreuk die dergelijke lange werkdagen maken op de combinatie van werk en gezin.
Bovendien heeft een steeds kleiner percentage van de Spanjaarden een voltijdbaan, of welke baan dan ook. Vakbonden schatten dat 33% van de banen die sinds 2012 zijn gecreëerd tijdelijk zijn, en dat een groot deel ook deeltijds is. Deliveroo-rijders en anderen in de gig-economie krijgen geen betaalde lunchpauzes.
Flinke inflatie
En dan is er nog de prijs. Met de introductie van de euro in 2002 kostte een typisch menu 1.000 peseta’s, oftewel 6 euro. Dit steeg al snel naar 10 euro en bedraagt nu 12 tot14 euro, een stijging van 100%. De gemiddelde prijs voor een dagmenu in Spanje lag in 2023 op 13,20 euro. Dat is een stijging van 3,4% ten opzichte van 2022.
Meer moeite doen voor goed dagmenu
Wie graag de traditionele dagmenu’s wil blijven eten, moet iets meer moeite doen dan vroeger. Je treft ze minder aan in het centrum van de onder toeristen populaire steden en dorpen. Wijk uit naar de buurten ernaast of begeef je naar de echte volkswijken. In de buurtrestaurants daar kun je vaak door de week nog terecht voor een kwalitatief goede, huisgemaakte maaltijd die meestal bestaat uit traditionele Spaanse- of streekgerechten. Een duidelijke garantie voor kwalitatief goed eten krijg je als je iets later arriveert dan de Spaanse lunchtijd voorschrijft en het restaurant van keuze al vol zit met locals. Ook worden vaak goede dagmenu’s geserveerd in de restaurants (ventas) langs doorgaande wegen of zelfs langs de snelweg.
Lees ook: In deze Spaanse steden betaal je het minst en het meest voor een dagmenu