Spanje telt steeds meer honderdjarigen: dit is hun geheim

door Judith Goeree
Honderdjarigen in Spanje

Ze dansen, zingen, maken grappen en verzorgen nog altijd hun tuin. Ze zijn honderd jaar of ouder – geboren vóór de Spaanse Burgeroorlog, vóór televisie, computers of internet. Sommigen zelfs vóór er stromend water uit de kraan kwam in de huizen. Hun levensverhalen zijn geen anekdotes uit een vervlogen tijd, maar levende voorbeelden in een samenleving die ouder wordt dan ooit tevoren.

Steeds meer honderdjarigen in Spanje

In Spanje groeit het aantal mensen dat de honderd haalt sneller dan ooit. In 2024 waren het er 16.902 – vooral vrouwen (83 procent). Als de prognoses van het Spaanse Bureau voor de Statistiek (INE) kloppen, zijn dat er in 2075 zo’n 230.000.

Tussen die duizenden honderdplussers bevinden zich enkele opmerkelijke uitzonderingen. Zoals Angelina Torres Vallbona, de oudste inwoner van Spanje van dit moment. Ze werd geboren op 18 maart 1913, woont in Catalonië en geldt met haar 112 jaar als de oudste officieel erkende Spanjaard.

Tot haar overlijden in augustus 2024 was de Spaanse María Branyas Morera (117) zelfs de oudste persoon ter wereld. Haar indrukwekkende levensloop — van haar geboorte in 1907 in de VS tot haar dood in een verzorgingshuis in Olot (Girona) — werd wereldwijd gevolgd.

Haar leven – van de Spaanse griep tot de coronapandemie, van typemachine tot smartphone –  weerspiegelt de enorme maatschappelijke veranderingen die één mensenleven kan omvatten.

Een oud leven vol vervulling

De Spaanse krant El País portretteerde onlangs een aantal van deze honderdplussers. Stuk voor stuk mensen met een uitzonderlijk lang leven, maar vooral met een krachtig verhaal. Hun jeugd lag in oorlog en armoede; hun volwassenheid was een tijd van hard werken en zorgen, maar hun oude dag blijkt verrassend levendig. Ze vertellen over strijd en verlies, maar ook over liefde, geloof en humor. Samen schetsen hun verhalen een zeldzaam menselijk portret van wat ouder worden óók kan zijn.

Een comfortabel leven? Dat kenden de meesten niet. Ze groeiden op in armoede, werkten hun leven lang keihard en verloren vaak al op jonge leeftijd familieleden aan ziekte of oorlog. “We hadden niets. Maar we hadden elkaar, en dat hield ons op de been,” zegt Esperanza Cortiñas (108), oud-danseres uit León.

Ouder worden als levenskunst

Volgens emeritushoogleraar fysiologie Mónica de la Fuente (Universidad Complutense) is het geheim van een lang leven geen kwestie van geluk of goede genen. Slechts 25 procent is genetisch bepaald; de overige 75 procent hangt af van leefstijl, motivatie en vooral: veerkracht.

“Niet degenen die een makkelijk leven hadden worden het oudst,” zegt ze. “Maar juist zij die moeilijkheden hebben overwonnen.”

Het draait om aanpassingsvermogen, om het vermogen om ondanks verlies, armoede en verandering een ritme en zingeving te vinden. Dat blijkt ook uit het dagelijks leven van veel honderdjarigen: wandelen, tuinieren, praten met buren, gezond eten, een glas wijn, een gevoel van verbondenheid.

Galicië op weg naar Blue Zone

Opvallend veel van deze langlevenden wonen in Galicië – met name in Ourense, Lugo en delen van Pontevedra. Volgens de Belgische demograaf Michel Poulain, medegrondlegger van het Blue Zone-concept, worden momenteel 34 gemeenten in deze regio onderzocht vanwege hun hoge concentratie gezonde honderdjarigen.

Galicië zou daarmee de zesde officiële Blue Zone ter wereld kunnen worden, naast onder meer Sardinië (Italië), Okinawa (Japan), Nicoya (Costa Rica), Ikaria (Griekenland) en Martinique. Hoewel een officiële erkenning nog uitblijft, wijzen voorlopige analyses op opvallende gemeenschappelijke factoren: een actief dorpsleven, gezonde voeding, sociale verbondenheid en een grote mate van geestelijke veerkracht.

Volgens gerontoloog José María Faílde, die betrokken is bij het onderzoek, is het niet alleen het aantal honderdjarigen dat telt, maar vooral hun vitaliteit.

“Wat opvalt in Spanje is de kwaliteit van leven op hoge leeftijd. Dat bereiken mensen niet ondanks, maar juist dankzij hun vermogen om moderne risico’s als eenzaamheid, slechte voeding en inactiviteit te weerstaan.”

Honderdjarige man en vrouw

© Unsplash – Cristina Gottardi

Flori Almaraz (104): trouw aan haar idealen

Flori Almaraz Garrote, geboren in 1920 in het Castiliaanse dorp Luelmo de Sayago, was nog een kind toen haar vader Lorenzo werd gefusilleerd in de nasleep van de Spaanse Burgeroorlog. Hij zat gevangen in Córdoba, samen met de vader van haar toekomstige echtgenoot, Luis. De twee jongeren leerden elkaar kennen tijdens de gevangenisbezoeken, en hielden jarenlang contact per brief.

Flori groeide op in de schaduw van verlies en politieke repressie. Ze werkte in een zeepfabriek en een kruideniersmagazijn, waar ze stiekem voedsel verzamelde voor vrienden die zich schuilhielden in de bergen. Daarvoor werd ze opgepakt en zat ze een gevangenisstraf uit in Valladolid.

Na haar vrijlating trouwde ze met Luis. Het stel kreeg drie dochters en vestigde zich uiteindelijk in Santander. Nu woont Flori nog zelfstandig, samen met haar dochter. Ze leest elke dag, volgt het nieuws, en windt zich op over de politiek:

“Iedereen heeft recht op eten, op gezondheid, op onderwijs. Maar dat lijkt tegenwoordig moeilijker dan ooit.”

Eustaquio Pérez (104): een leven van arbeid, smokkel en standvastigheid

In het Galicische dorpje Beade woont Eustaquio Pérez, die met zijn 104 jaar nog elke ochtend opstaat om met de schapen het veld in te gaan. Zijn dag begint om vijf uur ’s ochtends met koffie, brood en vier eetlepels suiker. Werken, zegt hij, houdt hem op de been:

“Slapen maakt de dag lang, werken laat haar ongemerkt voorbijgaan.”

Zijn vrouw Orita, 93 jaar oud, woont nog altijd met hem in het dorp waar ze elkaar ooit op een dorpsbal leerden kennen. Zij vertelt hoe hij zich als kind staande hield terwijl zijn ouders naar Argentinië emigreerden. Hij werkte eerst als knecht, later als smokkelaar aan de grens met Portugal – “een familietraditie”. Daarna trok hij naar Equatoriaal-Guinea, waar hij twaalf jaar in de bouw werkte, tot het regime van Obiang hem dwong terug te keren. Met het verdiende geld kocht hij een stuk grond in zijn geboortestreek.

Zijn geheim voor een lang leven? Volhouden. “Elk jaar dat ik leef, is een jaar dat ik heb weerstaan.” Plannen voor de toekomst heeft hij niet meer.

“Eten, drinken, slapen – dat is wat rest. Maar zolang ik kan werken, ben ik gelukkig.”

Esperanza Cortiñas (108): danseres met herinneringen aan een andere tijd

Esperanza Cortiñas is een van de oudste vrouwen van León. Ze groeide op in een tijd waarin vrouwen zelden buitenshuis werkten, maar volgde haar hart: ze werd danseres. Haar carrière speelde zich af in een wereld vol restricties – én mogelijkheden voor wie durfde.

Haar jeugd werd getekend door armoede en verlies. Ze verloor al op jonge leeftijd familie aan tuberculose, en overleefde twee pandemieën, een burgeroorlog en een dictatuur. Toch heeft ze ook altijd veel verbondenheid ervaren met de mensen om haar heen.

Ze stopte pas op haar negentigste met dansen. Wat haar op de been houdt? Muziek, familie, en een beetje humor:

“Ik ben niet oud. Ik ben gewoon al heel lang jong.”

Domingo Payno (104): zanger, arbeider, voetbalromanticus

Domingo Payno Sáez werd in 1920 geboren in Santa Cruz de Iguña, Cantabrië. Zijn ouders hadden een kleine kruidenierswinkel. Hij groeide op in een dorp met nauwelijks verkeer, speelde op straat en bad elke avond de rozenkrans – een gewoonte die hij nog steeds onderhoudt.

Op zijn zestiende ging hij werken in een metaalfabriek, waar hij opklom tot werkplaatschef. Zijn leven draaide om twee dingen: werk en zijn vrouw Sita, met wie hij tientallen jaren samen was. Na haar overlijden verhuisde hij naar Madrid, maar tijdens de coronapandemie keerde hij terug naar zijn geboortedorp.

Domingo zingt nog steeds traditionele liederen met volle overtuiging. Hij is supporter van voetbalclub Racing Santander en kan de opstelling van 1931 moeiteloos opdreunen.

“Mijn geheugen is als mijn stem: een beetje roestig, maar het doet het nog.”

De kracht van eenvoud

In het bergdorp O Irixo toont Felisa González (101) met trots haar ‘gymzaal’: een moestuin vol bonen, kool en aardappelen. Ze kookt nog op een kolenfornuis, leeft tussen de scharrelende kippen en is de laatste bewoonster van haar gehucht. Vertrokken is ze nooit – ze bleef om te zorgen voor de ouderen en kinderen die achterbleven toen anderen wegtrokken. In ruil voor haar zorg kreeg ze voedsel, spullen of meubels. Daarnaast verkocht ze eieren en producten uit haar tuin.

Bij haar honderdste verjaardag kreeg ze van de gemeente de eremedaille, een ontroerend moment vol herinneringen aan haar overleden man, zoon en familie. Haar kleinkinderen en achterkleinkinderen waren erbij als stille getuigen van haar kracht.

Felisa leeft eenvoudig, zelfstandig en met een indrukwekkende veerkracht. Haar geheim?

“Hard werken, trouw blijven aan het ritme van de dag, en dankbaar zijn voor wat groeit.”

Geen makkelijke levens, wel vol betekenis

Wat deze honderdjarigen met elkaar gemeen hebben, is meer dan een hoge leeftijd. Ze maakten moeilijke tijden door – oorlog, armoede, dictatuur, verlies – en toch bleven ze in beweging. Ze hebben een manier van leven die geworteld is in ritme, veerkracht en verbondenheid. Geen luxe, maar stabiliteit. Geen eenzaamheid, maar dagelijks contact. Geen perfect dieet, maar eenvoudige maaltijden, en een gevoel van betekenis.

Juist daarom is het niet verwonderlijk dat Galicië in beeld is als mogelijke zesde Blue Zone ter wereld. Niet alleen vanwege de cijfers, maar vanwege een manier van leven die – vaak zonder het zo te noemen – ruimte biedt aan gezond en vitaal oud worden.

Of die officiële erkenning er komt of niet, de essentie blijft: deze verhalen herinneren ons eraan dat ouderdom niet alleen een uitdaging is, maar ook een waardevolle levensfase. En dat het behouden van menselijk contact, dagelijkse structuur en zingeving misschien wel belangrijker zijn dan welke medische of technologische vooruitgang ook.

Spanje vergrijst, maar in deze twee Spaanse provincies zijn jongeren nog in de meerderheid