Kat op het menu in Spanje: Nood verlegde grenzen van eetbaarheid

door Else BeekmanElse Beekman
katten in Spaanse keuken

Trumps recente nepnieuws over Haïtiaanse migranten in Springfield, die ‘hun huisdieren zouden opeten’, roept in Spanje herinneringen op. In kookboeken uit het naoorlogse Spanje, toen schaarste de mensen dwong tot drastische maatregelen, worden katten en zelfs honden genoemd als mogelijke ingrediënten voor een maaltijd.

In het Trump-universum is het een veelgebruikte tactiek: een gerucht verspreiden dat een kwetsbare groep aanvalt en wat verontwaardiging oproept, maar goed ontvangen wordt door aanhangers en potentiële kiezers. Naast de stomverbaasde reactie van Kamala Harris en een stortvloed aan memes, leverde de kwestie ook een culinaire invalshoek op. Want hoewel er tegenwoordig in Springfield vast geen katten worden gegeten, was dat in tijden van schaarste in Spanje soms wel anders.

Dat het eten van (huis)dieren gebruikelijk was in Spanje tijdens de zogenoemde hongerjaren (de jaren na de burgeroorlog), is geen geheim. In Spaanse kookboeken van vroeger staan gerechten met kat als ingrediënt en ook het spreekwoord ‘een kat in de zak kopen’ zou hier weleens vandaan kunnen komen.  Het zorgde immers niet voor niks voor argwaan als je op de markt dacht een konijn gekocht te hebben maar je er thuis achter kwam dat het dier geen kop meer had!

Kattenstoofpotje

“Ik zie mezelf nog aan tafel zitten naast mijn oma. Het was een prachtige grote kaneelkleurige kat geweest. Eten lukte me niet. We aten thuis ook wilde katten, maar dat vlees had een veel sterkere smaak en was taaier, het duurde heel lang om te bereiden.” Het fragment komt uit het boek Las recetas del hambre. La comida de los años de posguerra. Lorenzo Mariano, antropoloog en een van de auteurs van dit boek, legt het als volgt uit: “Het eten van dieren was destijds cultureel onaanvaardbaar, maar het doorbrak wel een taboe”.

Honger en nood verlegden de grenzen van wat eetbaar was. Verhalen van honger en verdriet worden zelden meegenomen bij het schrijven van een boek over de gastronomische geschiedenis van een land. Desondanks zijn er in Spanje wel meer van dit soort ‘overlevingsrecepten’ te vinden. Zoals het boek Recepten uit de keuken van Baskische grootmoeders. Hierin deelt een tachtigjarige Baskische oma haar recept voor een kattenstoofpotje.

Ongeveer hetzelfde verhaal is ook terug te vinden in een ander boek, geschreven door grootmoeders uit Cantabrië. De recepten zijn gedetailleerd en schrijven het gewenste gewicht voor van het dier en wat de beste bereidingsmethode is. “De strijd om te overleven rekt de grenzen van wat als voedsel geldt op. Daarbij verliezen we een stukje van onszelf, van onze identiteit. In de meest extreme gevallen, wanneer we nog verder van de norm afwijken, verliezen we ook het begrip van menselijkheid en veranderen we in iets dierlijks, iets barbaars,” aldus Mariano. 

Taboe niet doorbroken

Hoeveel recepten en verwijzingen uit voorbije eeuwen er ook bestaan, het eten van katten maakte ook vroeger geen deel uit van de Spaanse gastronomie. Het was en blijft een taboe. Toch lijken de verhalen van Spaanse grootouders over het eten van katten in tijden van honger en nood wel gemakkelijker te verteren dan die over gerechten met hondenvlees. Want ook die zijn terug te vinden in het eerstgenoemde boek. Voedsel is een belangrijk onderdeel van cultuur en identiteit, en die twee zaken bepalen wat als aanvaardbaar wordt beschouwd.

Volgens Mariano definieert de manier waarop we eten onze groepsidentiteit en onderscheidt die ons van anderen. Trump speelt met dit onderscheid door een gerucht te verspreiden dat een barbaarse ‘ander’ creëert, wat een aloude manier is om anderen als inferieur en minder menselijk neer te zetten. Zo verandert zijn boodschap de migrant in bijna een dier, iemand die zelfs je huisdieren zou kunnen opeten.

Lees ook: Werelddierendag: Hoe huisdiervriendelijk is Spanje?