Else Beekman
In de recente Spaanse geschiedenis zijn heel wat automerken de revue gepasseerd. Denk aan Hispano-Suiza, Pegaso of Barreiros. Maar een ander automerk dat aanvankelijk vooral vrachtwagens, tractoren en industriële voertuigen maakte, maakt nu een comeback met twee nieuwe SUV-modellen.
Het gaat om het automerk Ebro met wortels die terug gaan tot het begin van de vorige eeuw. Toen begon Ford met de verkoop van auto’s in Spanje via een importeur in Cádiz. In 1923 besloot Ford zelfs auto’s te produceren in Spanje en richtte het Motor Ibérica S.A. op in Barcelona. Dit werd een van de meest emblematische bedrijven uit de nationale autogeschiedenis. Deze onderneming groeide snel en bereikte een hoogtepunt in 1935 met de productie van bijna 8.000 voertuigen.
Oprichting Ebro als staatsbedrijf
De Spaanse Burgeroorlog en het daaropvolgende internationale isolement van Spanje dwongen Ford om zich terug te trekken. In 1952 verkocht Ford Motor Ibérica aan de Spaanse staat. Dat leidde tot de oprichting van Ebro in 1954. De keuze voor de naam Ebro vormt een verwijzing naar de grootste rivier van Spanje. Het bedrijf volgde daarmee dezelfde strategie die de Britse dochteronderneming van Ford had gebruikt om zijn vrachtwagens op de markt te brengen. Die kozen voor de naam Thames, naar de rivier die Londen doorkruist. Ebro richtte zich aanvankelijk op de productie van vrachtwagens en tractoren onder licentie van Ford, maar breidde later uit met een samenwerking met Massey Ferguson in de jaren ’60.
Gouden jaren en terugval
In de jaren ’70 beleefde Ebro zijn gouden jaren met een aanzienlijke toename van de export en productie. Vrachtwagens werden zelfs onder licentie geproduceerd in Marokko. In 1980 nam Nissan de aandelen van Motor Ibérica over van Massey Ferguson. Dat leidde vervolgens tot het geleidelijke einde van het merk Ebro. Bovendien werd Kubota, een fabrikant van tractoren, ook aandeelhouder, wat de rol van Ebro verder marginaliseerde.
Herstart in 2023
Na jaren van inactiviteit kwam Ebro in 2023 opnieuw onder de aandacht tijdens de Autosalon van Barcelona, waar de fabrikant een nieuwe pick-up van het merk introduceerde. Het recente partnerschap met de Chinese autofabrikant Chery markeert de definitieve terugkeer van Ebro. De productie van de nieuwe SUV-modellen S700 en S800 zal plaatsvinden in de Zona Franca, een belangrijk industrieel centrum in het zuidwesten van Barcelona vlakbij de haven en de luchthaven. Bedrijven die zich hier vestigen, profiteren van uitstekende infrastructuur en toegang tot belangrijke transportcorridors, wat essentieel is voor de export en import van goederen.
Hoe is de nieuwe Ebro?
Met een investering die zo’n 70 miljoen euro zou kunnen bedragen, zal Ebro zich richten op de productie van elektrische auto’s en vrachtwagens. Daarmee kan het merk profiteren van de tweede oproep van PERTE VEC, die het toegang geeft tot Europese Next Generation-fondsen. Op deze manier is de nieuwe Ebro van plan om 150 werknemers rechtstreeks in het personeelsbestand op te nemen. De nieuwe Ebro werd begin 2022 onthuld met een elektrische pick-up waarvan de naam nog niet bekend is gemaakt. Uiteraard zal hij beschikken over de nieuwste technologie, connectiviteit en rijassistentiesystemen, en zal de geschatte prijs iets onder de 60.000 euro liggen.
In Spanje moet het eerste Ebro-model de strijd aangaan met de Maxus T90 EV, en met de elektrische versies van de Volkswagen Amarok en de Ford Ranger die de komende jaren zullen arriveren. Ook is de nieuwe Ebro van plan zijn productportfolio in de toekomst uit te breiden. Daartoe behoort een elektrische last-mile bestelwagen op basis van de Nissan e-NV200.
Lees ook: Spaanse sportwagenfabrikant lanceert volledig elektrisch model in Duitsland
Op basis van deze ontwikkelingen lijkt Ebro met de herlancering van het merk met moderne voertuigen klaar te zijn om zijn historische erfgoed nieuw leven in te blazen en een belangrijke speler te worden in de hedendaagse automarkt.