María Zambrano is een van de meest ongenoemde en onderbelichte figuren uit de Spaanse geschiedenis. In Nederland doet haar naam bij maar weinig mensen een belletje rinkelen. En dat terwijl ze in Andalusië wordt beschouwd als een van de grote denkers van de Spanje. Een revolutionaire geest die niet met wapens streed, maar met woorden.
Hoewel er amper iets van haar omvangrijke werk naar het Nederlands vertaald is, hoort ze absoluut thuis in het rijtje grote Spaanse denkers van de twintigste eeuw. Een intellectueel, essayist, filosoof, flamencoliefhebber én een vrouw met een sterk eigenzinnig gedachtengoed: ze was het allemaal. Na de Spaanse Burgeroorlog leefde ze jarenlang in ballingschap. Erkenning voor haar werk kwam pas laat, en eigenlijk ook niet in de mate die ze verdiende. Hoog tijd dus om María Zambrano opnieuw onder de aandacht te brengen.
De jonge denker
María Zambrano werd geboren in 1904 in Vélez-Málaga, een middelgroot schilderachtig stadje ten oosten van Málaga. Als dochter van twee leraren groeit ze op in een intellectueel gezin. Ze raakt al jong vertrouwd met literatuur, filosofie en maatschappelijke betrokkenheid. In Madrid studeert ze vervolgens filosofie en heeft daar José Ortega y Gasset als leermeester. Een andere grote Spaanse denker van die tijd, tegen wie ze zich overigens later juist zou afzetten. Al snel ontwikkelt Zambrano een eigen stem: minder rationeel, intuïtiever en poëtischer. In de jaren dertig schaart ze zich achter de idealen van de Spaanse Republiek en schrijft ze veel voor progressieve tijdschriften. Ze geeft les aan universiteiten en mengt zich actief in het publieke debat. Idealen die ook risico’s met zich meebrengen.
De verbannen denker
Na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog moet de inmiddels getrouwde Zambrano vluchten. Wat volgt is een ballingschap die haar langs Cuba, Mexico, Frankrijk en Italië zal voeren en jarenlang zal duren. Haar gezondheid is fragiel. Al van kinds af aan kampt ze met periodes van ziekte, vermoeidheid en isolement. In Rome wordt ze, door haar zwakke gezondheid, noodgedwongen langere tijd verzorgd door nonnen. Schrijven blijft haar houvast. Zambrano verwoordt het zelf treffend:
Schrijven is het verdedigen van de eenzaamheid waarin ik leef.”
(“Escribir es defender la soledad en la que vivo.”)
Ondank haar leven in ballingschap en broze gezondheid blijft ze schrijven. Ze werkt verder aan haar ideeën over vrijheid, herinnering, mystiek en het innerlijk leven. In de jaren die volgens publiceert ze enkele van haar belangrijkste werken. Ook buiten Spanje bevindt ze zich in het hart van het intellectuele netwerk van haar tijd. Ze heeft contact met bekende figuren als de Chileense dichter Pablo Neruda en de Franse filosoof Albert Camus, met wie ze een afkeer deelt van ideologisch fanatisme en dogmatisch denken.
Terugkeer naar Spanje
Pas in de jaren tachtig, nadat dictator Francisco Franco is overleden, keert Zambrano terug op Spaanse bodem. Ze is op leeftijd en fysiek verzwakt door haar altijd kwetsbare gezondheid. Maar haar geest blijft scherp en helder. Eindelijk krijgt María Zambrano de erkenning die haar toekomt. Ze wint twee grote prijzen. In 1981 ontvangt ze de Premio Príncipe de Asturias, een van de belangrijkste culturele onderscheidingen van Spanje. Zeven jaar later, in 1988, wint ze de Premio Cervantes. Het is de hoogste literaire prijs in de Spaanstalige wereld. Als eerste vrouw ooit, en dat op 84-jarige leeftijd. In 1991 overlijdt María Zambrano, die altijd kinderloos bleef, in Madrid.
De poëtische rede
Zambrano’s denken laat zich moeilijk in een hokje plaatsen. Daardoor is haar werk niet altijd even toegankelijk of makkelijk te doorgronden. Maar juist dat maakt het des te intrigerender. Ze brak met de dominante, rationele traditie in de filosofie. Voor haar was denken niet alleen een kwestie van logica, maar iets dat nauw verbonden is met gevoel, ervaring en verbeelding. Ze noemde dat razón poética, oftewel de poëtische rede.
Filosofie moest volgens haar niet alleen de wereld verklaren, maar ook ruimte laten voor stilte, intuïtie en het niet-weten. Ze weigerde te kiezen tussen poëzie en politiek, tussen spiritualiteit en maatschappelijke betrokkenheid. Alles was met elkaar verbonden. Juist daardoor is haar werk zo rijk en poëtisch en wordt het in Spanje nog steeds gelezen. Al laat het zich vaak ook moeilijk inpassen in een filosofische traditie die vooral werd gedomineerd door haar mannelijke tijdgenoten.
Een denker van deze tijd
In een tijd waarin er meer aandacht is voor vrouwelijke denkers, poëtische taal en filosofie die raakt aan zingeving, is Zambrano actueler dan ooit. Ze laat zien dat hoofd en hart geen tegenpolen hoeven te zijn, en dat denken ook intuïtief, tastend en persoonlijk mag zijn. In Spanje lijkt haar werk meer aan betekenis te winnen. Haar ideeën sluiten aan bij actuele thema’s als vrouwengeschiedenis, maatschappelijke betrokkenheid en innerlijke vrijheid. Jonge schrijvers, kunstenaars en denkers laten zich door haar inspireren. Het zijn dezelfde inzichten die steeds vaker doorklinken in hedendaagse literatuur en maatschappelijke discussies.
De volgende keer dat je in Málaga op de trein stapt bij station María Zambrano, weet dan dat er achter die naam een vrouw schuilt. Een groot denker die met pen en taal vocht voor vrijheid, verbeelding en inzicht.
Wie meer wil weten over haar leven en haar werk: in haar geboortestad Vélez-Málaga is in het cultureel centrum van de stichting María Zambrano een permanente tentoonstelling te vinden over María Zambrano.