Spanje bosrijker dan ooit, wat kan er mis gaan?

door Else BeekmanElse Beekman
Spanje is bosrijker dan ooit, maar daar kleven ook problemen aan

Met zijn vele weidse landschappen waar je de horizon bijna uit het oog verliest, zou je het niet direct zeggen. Toch is Spanje in korte tijd een van de bosrijkste landen van Europa geworden. Alleen zorgt wat op het eerste gezicht een succesverhaal lijkt bij nader inzien ook voor flinke hoofdbrekens.

Spanje staat inmiddels op de derde plek in Europa als het gaat om bosoppervlak, zo blijkt uit nieuwe cijfers van Eurostat. Alleen Zweden en Finland hebben meer bosgebied. Spanje telt nu zo’n 19 miljoen hectare aan bossen. Als ook het bredere begrip ‘bosrijk gebied’ wordt meegenomen, dan klimt Spanje zelfs naar de tweede plek, boven Finland. Ongeveer de helft van het land wordt inmiddels als bosrijk beschouwd.

Van kaalgeslagen tot bebost

Dat is opmerkelijk omdat nog geen eeuw geleden de situatie totaal anders was. Spanje verloor namelijk vanaf het begin van de 19e eeuw tot halverwege de 20e eeuw structureel enorm veel bos. Dit leidde tot serieuze zorgen vanwege Spanje’s prominente rol in de Europese houtindustrie. Grote houtkap, verwaarlozing en verstedelijking zetten het ecosysteem onder druk.

In de decennia daarna keerde het tij. Dat gebeurde deels dankzij gerichte herbebossingsprojecten én de leegloop van het platteland. Landbouwgrond veranderde langzaam weer in natuur en zo groeiden de Spaanse bossen gestaag terug. In veel gevallen gebeurde dat op natuurlijke wijze, zonder actieve aanplant.

De mooiste Spaanse bossen

Maar niet elk bos is gezond

Toch is de opmars van de Spaanse bossen geen garantie voor een robuust ecosysteem. Veel van de nieuwe bossen bestaan uit jonge, weinig diverse begroeiing. Omdat tweederde van het Spaanse bos in privéhanden is en actief bosbeheer vaak ontbreekt, zijn veel gebieden kwetsbaar. Droogte, plagen en onbeheerste kap zorgen voor een verzwakte natuurlijke balans.

Experts zeggen dat Europese bossen al jaren hun vermogen om effectief CO₂ op te slaan verliezen. Dat maakt de situatie in Spanje extra kwetsbaar en vooral als regenrijke lentes worden gevolgd door hete zomers. De volop aangegroeide vegetatie droogt uit en vormt overvloedige brandstof voor elke vonk. Dit jaar werd dan ook het slechtste bosbrandenseizoen in jaren geregistreerd.

Risico’s voor biodiversiteit en water

Daar komt bij dat sommige herbebossingsprojecten vooral gericht zijn op economisch gewin. Grote monoculturen van bijvoorbeeld eucalyptusbomen leveren weliswaar hout op, maar putten de bodem uit. Ook verbruiken ze veel water en verdringen andere soorten. Bovendien zijn deze bomen extra brandbaar vanwege de oliën in bladeren en takken. Zo nemen de Spaanse bossen in oppervlakte toe, maar daalt de biodiversiteit.

Ook de waterhuishouding komt onder druk te staan. Dichte aanplant op grote schaal kan het grondwaterpeil doen dalen, juist in regio’s waar droogte al een serieus probleem is.

Houtparadox

Tegelijkertijd blijft het beschikbare hout in Spaanse bossen grotendeels ongebruikt. Volgens het Spaanse Bosplan 2022–2032 wordt slechts een derde van de beschikbare houtvoorraad benut. Terwijl Spanje dus over grote houtreserves beschikt, blijft het land sterk afhankelijk van import van hout en andere grondstoffen uit gebieden waar grootschalige ontbossing plaatsvindt. Die paradox legt niet alleen economische kansen op het platteland bloot, maar vergroot ook de mondiale ecologische voetafdruk van het land.

Visie en beleid nodig voor toekomst

Steeds meer deskundigen pleiten daarom voor een actieve, langetermijngerichte aanpak van het bosbeheer. Niet alleen in Spanje, maar wereldwijd. Het beheren van ecosystemen is kostbaar en vergt politieke stabiliteit. En laat dat laatste nou net iets zijn wat in de huidige tijd geen vanzelfsprekendheid meer is.

De Europese Unie heeft inmiddels nieuwe regelgeving ingevoerd die bedrijven verplicht om de herkomst van onder meer hout, cacao en koffie te verantwoorden. Hieronder de EUDR (Regeling voor producten zonder ontbossing). Maar zonder maatschappelijke bewustwording, politieke wil en betrokken ondernemers zal wetgeving alleen niet volstaan.

Ook bevolking wil betere bescherming van bossen

Ook onder de Spaanse bevolking leeft sterk het gevoel dat er meer moet gebeuren. Uit een recente peiling van Greenpeace blijkt dat 87 procent van de Spanjaarden het beschermen van bossen essentieel vindt in de strijd tegen klimaatverandering. Bovendien vindt 85 procent dat de overheid daarin duidelijk meer verantwoordelijkheid moet nemen.

Die overtuiging komt op een cruciaal moment. Van 10 tot 21 november vindt de klimaattop COP30 plaats in Brazilië, in het hart van de Amazone. Greenpeace ziet die bijeenkomst als dé kans voor overheden om harde afspraken te maken die verder gaan dan vrijblijvende beloftes. Volgens de organisatie moet er niet alleen beleid komen, maar ook directe steun aan lokale gemeenschappen en inheemse volken, die wereldwijd als de meest betrouwbare hoeders van het bos worden gezien.

De boodschap van de enquête is helder: burgers verwachten actie. Niet morgen, maar nu..  Zoals Marta Corella van de organisatie COPADE het stelt: “Ontbossing is geen onvermijdelijk gevolg, het is een collectieve keuze.”

In het kort

  • Spanje is na Zweden en Finland het bosrijkste land van Europa, met circa 19 miljoen hectare bos.
  • De bosgroei is deels het gevolg van herbebossing en ontvolking van het platteland.
  • Veel bossen zijn kwetsbaar vanwege hun jonge leeftijd, gebrekkige diversiteit en door slecht beheer.
  • Klimaatverandering, plagen en intensieve monocultuur brengen extra risico’s mee.
  • Slechts een derde van het beschikbare hout wordt benut; Spanje blijft afhankelijk van import.
  • Nieuwe EU-regels verplichten bedrijven tot duurzame herkomst van houtproducten.
  • 87% van de bevolking ziet beter bosbeheer als wapen tegen klimaatverandering
  • Duurzaam bosbeheer vergt langetermijnbeleid, politieke wil en maatschappelijk bewustzijn.

Laboratoriumbossen in Spanje: innovatie tegen klimaatverandering