Gaat Spanje het wel redden zonder EU-fondsen?

door Else BeekmanElse Beekman
EU-fondsen

De Spaanse economie blijft voorlopig groeien, maar het land wacht een lastige periode, zo stelt Fabio Balboni, hoofdeconoom voor de eurozone bij HSBC. Spanje komt na 2026 namelijk  zonder EU-fondsen te zitten en moet daar ook een deel weer van terugbetalen. Fabio Balboni, hoofdeconoom voor de eurozone bij HSBC, een van de grootste internationale banken ter wereld, pleit daarom voor structurele hervormingen, vooral op het gebied van pensioenen en productiviteit.

Volgens Balboni is het Spaanse groeimodel van de afgelopen jaren vooral gebaseerd op het creëren van banen, maar laat het weinig ruimte voor stijgende productiviteit. “Het is een model met grenzen,” zegt hij in gesprek met El Mundo. De loonkosten stijgen sneller dan de productiviteit, wat op termijn een risico vormt voor de concurrentiekracht.

Dat de energieprijzen in Spanje relatief laag zijn ten opzichte van andere Europese landen helpt, net als de hoge arbeidsparticipatie van migranten. Maar, zo benadrukt Balboni: “Zodra de Europese fondsen wegvallen, moet Spanje ingewikkeldere maatregelen nemen.”

De impact van de Europese herstelfondsen

Spanje is een van de grootste ontvangers van het NextGenerationEU-programma. In totaal ontvangt het land ongeveer 140 miljard euro, verdeeld over 70 miljard euro aan subsidies en 70 miljard aan leningen. Dit bedrag komt overeen met zo’n 11,2% van het Spaanse bbp in 2019 en wordt verspreid over de periode 2021-2026.

Met het Spaanse herstel-, transformatie- en veerkrachtplan (PRTR) richt het land de besteding van deze fondsen op vier hoofdthema’s: ecologische transitie, digitale transformatie, sociale en territoriale samenhang en het verkleinen van de genderkloof. De verwachting van de regering is dat het Spaanse bbp tussen 1,8% en 2,5% extra kan groeien via investeringen in onder meer onderwijs, innovatie, energie-efficiëntie en digitalisering.

De uiteindelijke impact hangt echter sterk af van de daadwerkelijke en effectieve uitvoering van de projecten.

Waarschuwing voor post-2026

Balboni verwacht dat de gevolgen van het wegvallen van het Europese coronaherstelfonds, de NextGenerationEU-middelen, voelbaar worden vanaf 2027 of 2028. “Dan moet Spanje ingrijpende macro-economische en fiscale beslissingen nemen,” aldus de econoom.

Hoewel de fondsen nu bijdragen aan economische groei en lagere schulden, twijfelt hij of de structurele hervormingen groot genoeg zijn geweest. “Ik zie weinig bewijs van blijvende transformatie,” zegt hij. Vooral het sterk gestegen overheidsverbruik baart hem zorgen.

Pensioenen blijven een pijnpunt

Een van de belangrijkste hervormingen die Spanje volgens Balboni moet doorvoeren, is die van het pensioenstelsel. “Het zou goed zijn om terug te keren naar de hervorming van 2012, met onder meer de invoering van het duurzaamheidselement en het verhogen van de pensioenleeftijd.” Met het duurzaamheidselement werd de hoogte van nieuwe pensioenen automatisch aangepast aan de levensverwachting. Hiermee moest het pensioenstelsel op langere termijn houdbaar worden. Hoe ouder mensen gemiddeld worden, hoe langer ze van hun pensioen genieten — en dus zou het pensioenbedrag iets lager worden om het systeem betaalbaar te houden.

Spanje onderaan in Europa op kwaliteit van pensioenen

Hij noemt ook de indexatie van pensioenen aan de inflatie een risicovolle maatregel. Andere landen, zoals Italië, beperken die indexatie bij hogere pensioenen om kosten te besparen. “Dat is een manier om het begrotingstekort te verkleinen zonder al te grote economische schade.”

Hogere huizenprijzen en koopkracht onder druk

Balboni bevestigt dat veel Spaanse huishoudens het moeilijk hebben, ondanks positieve macro-economische cijfers. Door de inflatie is het reële inkomen vooral bij midden- een lagere inkomens gedaald. “Het is essentieel dat overheden een deel van de welvaart herverdelen,” vindt hij, en hij wijst op de flinke stijging van het minimumloon in Spanje als positief voorbeeld.

Grote Spaanse bank verwacht dat huizenprijzen flink blijven stijgen

Daarnaast noemt hij de woningmarkt als groeiend probleem. De stijgende prijzen beperken het welzijn van huishoudens en belemmeren economische stabiliteit. “Meer aanbod is noodzakelijk om de druk te verlichten.”

Voorzichtig optimisme, maar tijd dringt

Toch blijft Balboni voorzichtig optimistisch over de Spaanse economie op de korte termijn. De combinatie van economische groei (boven het EU-gemiddelde), een dalend tekort en nog altijd beschikbare Europese fondsen geven Spanje ruimte.

Maar die ruimte is niet onbeperkt. “Zodra die fondsen verdwijnen, moeten er keuzes worden gemaakt,” waarschuwt hij. Dat geldt zeker als de groei afzwakt of als de politieke situatie verdere hervormingen bemoeilijkt.