Redt AI het vergrijzende en leeglopende platteland van Spanje?

door Judith Goeree
Droge landbouw Spanje

Het Spaanse platteland staat onder druk. Dorpen lopen leeg, landbouwgrond blijft onbewerkt en de gemiddelde leeftijd van boeren stijgt. Spanje zoekt naar manieren om dit tij te keren — via technologische innovatie, digitalisering en steun aan jonge landbouwers. Tijdens de landbouwbeurs Expo Sagris 2025 in Madrid stond dit vraagstuk centraal.

Volgens televisiemaatschappij RTVE is 41 procent van de Spaanse landbouwers ouder dan 65 jaar. Veel bedrijven hebben geen opvolger. De jongeren die nog in de landbouw werken, doen dat vaak onder moeilijke omstandigheden en met beperkte toegang tot financiering. Als deze trend doorzet, waarschuwen experts, dreigt een groot deel van het platteland nog verder te ontvolken.

Verlaten land en gebroken ketens

In Spanje ligt inmiddels ruim 2,3 miljoen hectare landbouwgrond braak — een gebied zo groot als de regio Valencia. Dat heeft directe gevolgen voor de voedselproductie en de lokale economie. Leegstand van landbouwgrond betekent niet alleen verlies aan inkomsten, maar ook verlies aan biodiversiteit en cultureel erfgoed.

Veel erfgenamen willen of kunnen de bedrijven van hun ouders niet voortzetten. Ze kiezen voor banen in de stad of vertrekken naar het buitenland. Daardoor raken boerenbedrijven versnipperd of worden verlaten. Een beweging die ook gevolgen heeft voor de leefbaarheid in Spaanse dorpen. Die verliezen hun sociale structuur: scholen sluiten, winkels verdwijnen, en de medische voorzieningen verschralen.

Regionale steun, maar ongelijk verdeeld

Om jonge boeren aan te trekken, hebben verschillende regio’s hun steunprogramma’s uitgebreid. In La Rioja is de startsubsidie voor nieuwe landbouwers verhoogd van 40.000 naar 48.000 euro. Ook in Aragón en Castilla y León bestaan stimuleringsfondsen, maar volgens RTVE blijven veel jongeren afhaken vanwege bureaucratische drempels en een gebrek aan infrastructuur.

Op de Balearen wagen elk jaar ruim honderd jonge mensen de stap naar de landbouw. Vaak zijn het kleinkinderen van voormalige boeren die terugkeren naar hun wortels. Ze kiezen bewust voor een rustiger en duurzamer leven, al blijft het werken op een eiland praktisch ingewikkeld. Transport, logistiek en de hoge kosten maken het niet makkelijk om een bedrijf op te bouwen.

In de regio Murcia speelt juist technologie de hoofdrol. Daar helpen sensoren boeren om het vochtgehalte in de bodem te meten en het gebruik van water beter af te stemmen op wat gewassen echt nodig hebben. Zo besparen ze niet alleen water, maar ook energie en kosten.

En in Almería, het kloppend hart van de Spaanse glastuinbouw, probeert de organisatie COEXPHAL de sector klaar te maken voor de toekomst. Ze leidt jonge boeren op in moderne teeltmethoden, datagebruik en energiebeheer, en zet zich in voor veiligere werkomstandigheden in de kassen. Ook stimuleert COEXPHAL het gebruik van zonnepanelen om productie duurzamer en goedkoper te maken.
“De landbouw moet weer aantrekkelijk worden,” zegt een van de initiatiefnemers op Expo Sagris. “Boeren van de toekomst zijn niet alleen producenten, maar ook technici en ondernemers.” Een uitspraak die goed samenvat wat de sector nodig heeft: mensen die de grond begrijpen én de technologie beheersen.

Technologie als sleutel

Digitalisering en kunstmatige intelligentie (AI) worden gezien als cruciale instrumenten om het platteland nieuw leven in te blazen. De Universiteit van Córdoba heeft een leerstoel opgericht voor AI in de landbouw. Onderzoekers ontwikkelen digitale tweelingen van gewassen — virtuele kopieën waarmee boeren kunnen experimenteren met irrigatie, meststoffen of klimaatscenario’s zonder risico op verlies.

Die innovaties kunnen het werk minder zwaar en efficiënter maken. Robots en data-analyse nemen routinetaken over, terwijl boeren zich concentreren op planning en kwaliteit. “Technologie komt niet om te vervangen, maar om te helpen,” benadrukken experts.

Toch waarschuwen onderzoekers dat technologie alleen niet genoeg is. Zonder jonge mensen die het vak willen leren, blijft de innovatie steken. Daarom probeert de EU de instroom van jongeren te stimuleren: tegen 2040 moet 25 procent van de landbouwers jonger dan 40 zijn. In Spanje is dat nu slechts 7,7 procent.

Nieuwe generatie, nieuwe blik

Jonge boeren brengen ook een andere visie mee: minder gericht op massaproductie, meer op duurzaamheid en lokale afzet. Projecten rond regeneratieve landbouw, korte ketens en energiecoöperaties nemen toe.

Voorbeelden zijn kleinschalige biologische boerderijen in Extremadura en Andalusië die lokale markten bedienen via online platforms. Digitalisering helpt hen direct contact te leggen met consumenten en eerlijke prijzen te vragen.

In sommige dorpen ontstaan bovendien coöperaties die jongeren gezamenlijk toegang geven tot machines, grond en kennis. Deze samenwerkingsvormen, ooit kenmerkend voor het Spaanse platteland, worden herontdekt als motor voor vernieuwing.

De menselijke factor

Ondanks alle hoopvolle initiatieven blijft de uitdaging enorm. Boerenorganisaties waarschuwen dat de landbouw “een beroep van opoffering” blijft: lange dagen, lage marges en onzekerheid over prijzen. Zonder stabiel inkomen zal de jeugd niet massaal terugkeren naar de landbouw, hoe slim de machines ook worden.

Ook voorzieningen spelen een rol. Zonder scholen, gezondheidszorg en digitale infrastructuur is het moeilijk jonge gezinnen te overtuigen om zich op het platteland te vestigen. Sommige gemeenten bieden daarom gratis huisvesting of belastingvoordelen aan wie zich in verlaten dorpen wil vestigen.

De toekomst in balans

De toekomst van het Spaanse platteland ligt in de balans tussen mens en technologie. Kunstmatige intelligentie kan de landbouw efficiënter en duurzamer maken, maar alleen als er mensen zijn die de verandering dragen.

Expo Sagris 2025 bewijst dat het platteland toekomst heeft — mits Spanje nu durft te investeren in mensen, kennis en grond, niet pas als het te laat is.

Spanje Europees leider in biologische landbouw