De onderhandelaars van het Spaanse ministerie van Arbeid en de vakbonden legden donderdag laat de laatste hand aan de definitieve tekst van het akkoord om de maximale wettelijke werkweek terug te brengen tot 37,5 uur per week op jaarbasis en zonder salarisverlaging.
Na elf maanden van onderhandelingen met de drie partijen, zijn de vakbonden en het ministerie een wettelijke tekst overeengekomen om het Arbeidsstatuut te wijzigen, de arbeidstijd te verkorten, het urenregistratiesysteem in bedrijven te verstrengen en boetes voor bedrijven die zich niet aan de regels houden te verhogen tot 10.000 euro per werknemer. De werkgeversorganisatie CEOE heeft unaniem en tot het laatste moment geweigerd om deel te nemen aan dit akkoord.
Nieuwe formulering van het Arbeidsstatuut
De overeengekomen tekst stelt een nieuwe formulering voor van artikel 34 van het Arbeidsstatuut. Daarin staat dat de collectieve arbeidsovereenkomsten of arbeidsovereenkomst de duur van de werkdag bepaalt. Daar komt nu bij: “De maximale duur van de gewone werkdag zal gemiddeld 37,5 effectieve arbeidsuren per week zijn op jaarbasis.” Dit betekent dat de extra uren boven deze limiet als overuren worden beschouwd.
Wanneer gaat de verkorte werkweek in?
De tekst geeft ook antwoord op deze vraag in de eerste overgangsbepaling. Daarin staat dat “de onderhandelingscommissies van de collectieve arbeidsovereenkomsten die bij de inwerkingtreding van deze norm een werkweek van meer dan 37,5 uur per week op jaarbasis hanteren, tijd hebben tot 31 december 2025 om de nodige aanpassingen te doen om te voldoen aan deze norm.”
Parlementaire behandeling
Het parlement moet de tekst nog goedkeuren, maar voorlopig heeft minister Díaz de eerste slag gewonnen. Zoals zij deze week al eerder verklaarde, zal de wet alle bedrijven verplichten om vanaf 31 december 2025 de arbeidstijd van hun werknemers te verkorten. Vanaf de goedkeuring van de norm in het parlement hebben bedrijven en sectoren tot het einde van het jaar om hun werktijden en collectieve arbeidsovereenkomsten bij te werken.
Reacties en weerstand
De overwinning van Díaz is van groot belang, vooral gezien de publieke nuanceringen van de voorwaarden door de socialistische vleugel van de coalitieregering, geleid door minister van Economie Carlos Cuerpo. De socialistische PSOE heeft gepleit voor een flexibelere toepassing van de arbeidstijdverkorting, mogelijk vanaf 2026 of later, afhankelijk van de benodigde parlementaire steun. Junts lijkt momenteel het meest terughoudend om voor de maatregel te stemmen.
Verzet van werkgevers
De leider van CCOO, Unai Sordo, erkende tijdens de ondertekening van het akkoord dat de werkgeversorganisatie CEOE waarschijnlijk zal proberen om de maatregel in het parlement te blokkeren. De vakbonden zullen het proces nauwlettend volgen en tegenmaatregelen nemen. Sordo sloot mobilisaties niet uit. UGT-leider Pepe Álvarez benadrukte dat de CEOE “nog tijd heeft om te blijven praten” en dat de vakbonden open blijven staan voor verdere onderhandelingen.
Geen verlaging van salaris
Naast de arbeidstijdverkorting stelt de tekst in de derde aanvullende bepaling dat het salaris niet mag worden verlaagd. “De arbeidstijdverkorting in deze wet mag niet leiden tot vermindering van de beloning of verlies van gunstigere rechten of voorwaarden voor werknemers,” aldus de tekst.
Evaluatie en verdere verlagingen
De regering verplicht zich om binnen 18 maanden de regelgeving over speciale werktijden te herzien en de maximale arbeidsduur aan te passen aan de nieuwe norm voor de werkweek. Speciale werktijden omvatten bijvoorbeeld bewaking van stedelijke eigendommen, landbouw, handel, horeca, transport, maritiem werk, ploegendiensten, milieugevaarlijke banen, werk in koel- en vriescellen, mijnbouw, gefractioneerde diensten of nachtwerk.
Parlementaire behandeling en mogelijke wijzigingen
Alles wat door het ministerie van Arbeid en de vakbonden is overeengekomen, kan tijdens de parlementaire behandeling nog wijzigen, zowel qua inhoud als qua toepassingstermijnen. Aangezien het om een wetsvoorstel gaat, vinden nog onderhandelingen plaats met alle politieke partijen in het Congres en de Senaat.
Ook is het een mogelijkheid om tijdens dit proces z de eerder voorgestelde subsidies voor het midden- en kleinbedrijf kunnen te herstellen. Deze subsidies, zoals premiekortingen voor de aanwerving van werknemers ter vervanging van de verkorte arbeidstijd of directe hulp voor de digitalisering van het urenregistratiesysteem, waren een voorstel van het ministerie van Arbeid om de werkgeversorganisatie aan boord te krijgen. De CEOE wees dit voorstel af.