De toeristische kustplaatsen in de regio Catalonië willen zich zo beter promoten op zowel de markt voor nationale toeristen als die van toeristen uit het buitenland. Hiervoor zijn ze met het gezamenlijke merk ‘The Village’ op de proppen gekomen. Ze laten de geografische grenzen even links liggen en vormen zo naar buiten toe één dorp.
‘We hebben een zeer sterk aanbod maar tot nu toe deden we aan navelstaarderij en beconcurreerden we elkaar om maar toeristen naar onze eigen plaats te trekken. Als we onze plaatsen gezamenlijk verkopen als één bestemming gaat ons dat allemaal helpen’, legde Manel Canadell uit die voorzitter is van de vereniging van ondernemers van Castell-Platja d’Aro y S’Agaró en initiatiefnemer van het project. Hij hoopt hierin financiële steun te ontvangen van het algemeen directoraat van Toerisme en van de provincie Girona.
De vijf kustdorpen omvatten gezamenlijk 150 vierkante kilometer en een aantrekkelijk aanbod voor toeristen met veel activiteiten en ervaringen. Toch heeft elk dorp zijn eigen identiteit en eigen sterke punten. Sant Feliu onderscheidt zich vanwege het Mseu Thyssen; Palamos vanwege het feit dat hier cruiseschepen komen en een omvangrijk gastronomisch aanbod met de rode gamba als sterproduct; Santa Cristina d’Aro op zijn beurt heeft de megalythische routes en een aantrekkelijke golfbaan; Platja d’Aro biedt op zijn beurt weer een uitgebreid aanbod aan winkels en commerciële activiteiten. Tot slot springt Calonge i Sant Antoni eruit op het gebied van familietoerisme.
Het initiatief moet er ook voor zorgen dat toeristen blijven komen buiten het hoogseizoen en dat er meer bezoekers van kwaliteit worden aangetrokken, dat wil zeggen: bezoekers met een middel tot hoog sociaaleconomisch profiel.
Op dit moment zijn de gemeentes druk bezig met het ontwerp van een strategisch plan dat zo snel mogelijk en nog vóór het toeristische seizoen begint te implementeren. Een van de eerste acties zal het lanceren van een gezamenlijke website zijn, waar het complete aanbod van hotels en andere vormen van accommodatie, winkels en vrijetijdsbestedingen op te vinden is. Uiteindeiljk gaat het om een gebied waar meer familiehotels zijn dan hotels voor massatoerisme, dat relatief weinig te maken heeft met grote touroperators, een groot aantal tweede woningen telt en dat – zolang de pandemie dat toelaat – heel graag de verloren bezoekers opnieuw wil verwelkomen.