De rivier de Guadalquivir in Zuid-Spanje is in rap tempo uitgegroeid tot een belangrijke route voor de smokkel van cocaïne. Lokale drugsbendes, die jarenlang gespecialiseerd waren in de handel van hasj, stappen massaal over op cocaïne vanwege de aanzienlijk hogere winstmarges. De samenwerking met Colombiaanse kartels speelt hierin een cruciale rol.
Uit cijfers van het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat in 2024 maar liefst 44,2 ton cocaïne in beslag werd genomen. Dat is ruim het dubbele van het jaarlijkse gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. Tegelijkertijd daalde de hoeveelheid in beslag genomen hasj naar 150,8 ton – bijna de helft minder dan voorheen.
Deze verschuiving laat zien hoe cocaïne de plaats van hasj aan het innemen is in de Spaanse drugsmarkt. De meeste van deze drugs worden inmiddels niet meer alleen via Galicië ingevoerd, maar steeds vaker via het zuiden van het land. Met name via het netwerk van de Guadalquivir.
Waarom kiezen bendes voor smokkel van cocaïne via Guadalquivir?
Het antwoord op deze vraag is eenvoudig: winst. Een kilo hasj kost tussen de 1.900 en 2.000 euro om te importeren en levert ongeveer 7.000 euro op. Een kilo cocaïne daarentegen kost zo’n 21.000 euro om binnen te brengen, maar kan voor 60.000 euro verkocht worden. Dat betekent een winst van circa 40.000 euro per kilo – acht keer meer dan bij hasj. De toegenomen concurrentie drukt zelfs de prijs: sommige partijen worden al voor 17.000 euro per kilo aangeboden.
Een politieagent die betrokken is bij het Plan Especial de Seguridad voor het Campo de Gibraltar zegt hierover: “Als de Colombiaanse kartels hun winsten zien stijgen, profiteren ook de lokale bendes die hun logistiek verzorgen. Het is een logische, maar zorgwekkende ontwikkeling.”
Logistiek en cocaïne via de Guadalquivir
De rol van de Guadalquivir is hierbij essentieel. Anders dan het kalme beeld van de rivier in Sevilla doet vermoeden, bestaat het gebied uit talloze zijarmen, moerassen en afgelegen zones, vergelijkbaar met Zuidoost-Azië. Deze geografie maakt het lastig te controleren. In het bijzonder het “Brazo de la Torre” en de omgeving van Coria del Río zijn hotspots geworden. Volgens de Guardia Civil komen er soms wel vijftien narcospeedboten per nacht via de rivier binnen.
In december 2024 werd in Coria del Río de grootste cocaïnevangst ooit in Spanje gedaan via narcospeedboten: zeven ton cocaïne verborgen in twee ondergrondse zeecontainers, compleet aangepast voor opslag. Naast drugs werden er ook zware wapens aangetroffen, waaronder AK-47’s en Kalasjnikovs, vergelijkbaar met die uit oorlogszones. De locatie is niet toevallig: bekende smokkelaars zoals Iván Odero, alias ‘El Niño’, maakten al gebruik van het riviertraject tot aan Isla Mayor en Isla Mínima.
Het gebruik van ondergrondse containers is niet nieuw: ze worden steeds geavanceerder toegepast, soms zelfs met indoor-wietplantages of in moeilijk vindbare locaties. Voor de opsporing moeten agenten soms letterlijk met de schop de grond in.
Internationale routes en drugsduikboten
De cocaïne komt vaak per vrachtschip via de Atlantische Oceaan, soms verstopt tussen veevoer of andere vracht. Daarna vindt overslag plaats voor de Afrikaanse kust, onder meer in Senegal of Mauritanië. Kleine zeilboten of vissersschepen brengen de lading naar Europese wateren, waar narcospeedboten het laatste traject afleggen richting Andalusië.
Zelfs duikboten worden ingezet. In juni 2025 werd een drugsduikboot onderschept ten westen van Cádiz, met vier Colombiaanse opvarenden en bijna 900 kilo cocaïne. De operatie vereiste samenwerking met de DEA en Europese diensten.
Gebrek aan middelen en toename van geweld
Ondanks het strategisch belang van de Guadalquivir heeft de Guardia Civil in Sevilla geen eigen maritieme dienst. De controle valt onder Cádiz, die al een uitgestrekt gebied bewaakt. Dit maakt structurele controle van de rivier praktisch onmogelijk. Voorstellen om barrières in het water aan te brengen worden door lokale eenheden als onuitvoerbaar beschouwd vanwege de diepte en druk scheepvaartverkeer.
Tegelijkertijd groeit de invloed van buitenlandse kartels, waaronder het Mexicaanse Sinaloa-kartel. Ze zouden zelfs illegale vliegvelden gebruiken in landelijke gebieden zoals Trebujena en de Sierra van Jerez om drugs snel via de weg verder Europa in te brengen.
Nieuwe rolverdeling en smokkeltrucs
Terwijl traditionele smokkelzones als La Línea en Barbate hun bekendheid behouden, verschuift het zwaartepunt stilletjes naar andere gemeenten zoals Coria del Río. Sommige regio’s fungeren nu slechts als tussenstations, waar narcospeedboten alleen bijtanken. Zo verdienen ook clans in bijvoorbeeld Chiclana flink aan de logistiek, vooral via de waterweg die het eiland met de gelijknamige badplaats Sancti Petri verbindt.
Daarnaast passen de smokkelaars hun methodes aan. Ze maken hasjbalen langer en slanker voor efficiënter vervoer per boot. Ondertussen wordt cocaïne nog altijd volgens het Colombiaanse model en in standaardformaten verpakt.
Lees ook: Dodelijke achtervolging van drugsboot door Guardia Civil in Andalusië