Flamenco-artiesten luiden noodklok met voorstelling voor ministerie van Cultuur

door admin
Flamenco-artiesten luiden noodklok met voorstelling voor ministerie van Cultuur

Flamencodansers Jonathan Miró en Inmaculada Aranda voerden een symbolische dans op waarbij ze steeds meer kledingstukken uittrokken tot op hun bijna naakte lichamen. Op de achtergrond klonken negen klokslagen die de afgelopen negen maanden van de pandemie symboliseerden. Negen maanden waarin het doek gesloten bleef op alle 93 Spaanse flamencopodia. De uitgetrokken kledingstukken werden aan het einde van de voorstelling, gewikkeld in een zwarte doek, op de rug weggedragen. 

Harde realiteit

Artiesten, technici, zakenlieden en andere medewerkers van de flamencosector waren getuigen van deze noodkreet gericht aan het ministerie van Cultuur en Sport. Voorzitter Juan Manuel del Rey van de Spaanse Vereniging voor Flamencogezelschappen hield bij de manifestatie een toespraak met een duidelijke boodschap voor minister José Manuel Rodríguez Uribes: “al vier maanden lang proberen wij een afspraak te maken om onze harde realiteit aan u voor te leggen. Zonder inkomsten kunnen wij de kosten niet langer meer dragen. Onze flamencokunst dreigt voorgoed te verdwijnen”. 

De flamencopodia bieden normaliter werk aan 95 procent van de dansers en muzikanten in deze sector. Het ministerie van Cultuur en Sport ondersteunde dit jaar de flamencokunstenaars met een bedrag van ruim 2 miljoen euro uit een budget van ruim 16,5 miljoen euro voor de Spaanse muziek- en dansindustrie. Dat is bij lange na niet toereikend om de flamencosector door de coronapandemie te helpen. Daarom wordt nu gevraagd de podia weer te openen, de ERTE’s te verlengen en de btw te verlagen naar vier procent. Danser Miró kaart aan dat de Spaanse overheidsdienst voor werkgelegenheid SEPE geen enkele maatregel voor werknemers uit de flamencosector heeft getroffen. De situatie is zelfs zo nijpend dat artiesten al naar ander werk uitkijken en een voedselbank hebben gecreëerd om elkaar van de meest basale levensbehoeften te voorzien.  

Voornamelijk voor buitenlandse toeristen

Aranda ziet de oorzaak van het probleem ook in de afgenomen nationale belangstelling voor de flamencokunst, waardoor haar sector te zeer afhankelijk geworden is van het buitenlands toerisme. Directeur Rosana de la Haza van het culturele flamencocentrum Casa de la Memoria in Sevilla geeft aan op de rand van faillissement te staan. Haar artiesten hebben al hun geld geïnvesteerd in hun flamenco-opleiding, -kleding en gitaren en hun tijd in het eindeloze repeteren. Zonder toeristen en zonder steun van de overheid zal ook dit podium verdwijnen. “Als we geen geld meer hebben om te eten is het beroerd met ons gesteld, maar als we onze flamenco kwijtraken, zijn we daarmee een wezenlijk stuk van onszelf kwijt”, aldus la Haza.  

Lees ook: Flamencomodesector Spanje luidt de noodklok

Dit vind je misschien ook leuk