Uit de enquete actieve beroepsbevolking 2014 uitgevoerd door het instituut voor statistiek INE blijkt dat 4,37 Spaanse werknemers minder verdienen dan 1.221,10 euro bruto per maand vorig jaar. 2,9 miljoen Spanjaarden halen niet eens 1.000 euro bruto per maand. De laagste salarissen stegen het minst hard, waardoor de kloof tussen veelverdieners en de laagste lonen nog groter werd.
Mileuristas en nimileuristas
Bijna 3.000 ‘mileuristas’ dus. Zo worden Spanjaarden genoemd die een maandsalaris van 1.000 euro verdienen. In 2005 werd die term bedacht om talloze jonge en zeer vaardige, hoogopgeleide Spanjaarden onder te brengen die niet meer dan 1.000 euro verdienden ondanks de booming economie. Toen werd er nog min of meer op neergekeken op zo’n salaris, terwijl voor veel Spanjaarden anno 2015 een inkomen van 1.000 euro per maand een droom zou zijn.
Zo kwam de term ‘nimileuristas’ in zwang, ofwel ‘niet eens duizend euro verdienders’. Circa drie miljoen Spanjaarden kunnen zichzelf dit etiket geven. Terwijl hier nog wordt gekeken naar bruto salaris. Trekt men hiervan de betalingen aan de sociale zekerheid af of de inkomstenbelasting en rekent men de twee extra betalingen per jaar erbij die veel Spaanse werknemers ontvangen, dan zijn er zelfs meer dan 4 miljoen Spanjaarden die netto onder de 1.000 euro per maand blijven. Op een totaal van 14,2 miljoen werkende personen.
Gemiddelde maandsalaris
Het gemiddelde maandsalaris vorig jaar lag op 1.881,30 euro bruto. Een stijging van 0,65% ten opzichte van 2013, slechts 22,20 euro. Ook tussen de geslachten is er ongelijkheid. Het salaris van vrouwen zakte met 3,50 euro in de maand naar een gemiddelde van 1.618,10 euro, terwijl het gemiddelde salaris voor mannen met 23,80 euro steeg naar 2.125 euro per maand. De verklaring van het Spaanse bureau voor Statistiek is dat meer vrouwen in deeltijd werken op tijdelijke contractbasis en in sectoren waar salarissen lager liggen.