Historische hoge inflatie van bijna 10 procent in maart in Spanje

door admin
Historische hoge inflatie van bijna 10 procent in maart in Spanje

Er was al een een half jaar sprake van sterk toenemende inflatie en een prijzencrisis, maar voorlopigk omt daar geen einde aan. De toename van bijna 10% van de prijzen ten opzichte van maart vorig jaar is een voorlopige schatting van het Spaanse bureau voor de statistiek INE.

De stijging op jaarbasis van maart ligt ook nog eens 2,2% hoger dan die van februari. Toen was de CPI 7,6% hoger dan februari 2021. De toename van meer dan 2 procentpunten tussen twee opeenvolgende maanden is ook iets dat Spanje niet heeft gezien sinds de Grondwet in 1978 werd goedgekeurd. 

Geen details over prijzen specifieke producten

INE geeft nog geen details over de prijsstijgingen van specifieke producten. Die informatie volgt op 13 april. Wel heeft het instituut uitgelegd dat deze prijsontwikkeling het gevolg is van ‘algemene prijsstijgingen’ in de meeste componenten waaruit de Consumentenprijsindex bestaat. Bovendien licht INE de stijging van de prijzen voor elektriciteit, brandstoffen en levensmiddelen en niet-alcoholische dranken uit. Al die producten zijn veel duurder dan een jaar geleden. 

Inflatiecijfer “eens slecht feit”

De Spaanse premier heeft al laten weten een inflatie van 9,8 procent te zien als “een slecht feit” dat “onze economie en de meest kwetsbare sectoren raakt”. Pedro Sánchez voegde toe: “73% van de prijsstijgingen wordt verklaard door de op hol geslagen prijs van energie en onbewerkt voedsel en dit alles verergerd door de oorlog”. De president is “ervan overtuigd” dat “de overeenkomst in Brussel en het schokplan de regering in staat zullen stellen de curve in de nabije toekomst te buigen”. 

Waarom stijgen de prijzen?

Hoewel INE geen specifieke details geeft over welke producten hoeveel duurder zijn geworden, vormen de evoluties op de energie- en grondstoffenmarkten duidelijke aanwijzingen voor de oorzaak van de pijn. 

In maart bedroegen de groothandelsprijzen voor elektriciteit gemiddeld 285 euro per megawattuur. Dat maakt deze maand de duurste in de geschiedenis.

Brandstof

Iets soortgelijks is gebeurd met de prijs van benzine, die ook op hol slaat. Volgens cijfers van het Ministerie voor de Ecologische Transitie  was de prijs voor benzine 95 deze maand gemiddeld 1.799 euro per liter. Dat is een stijging van 13% ten opzichte van februari. In het geval van diesel gaat het om een stijging van 20%, van 1.475 euro per liter naar 1.770 euro.

Prijzen voor levensmiddelen 

Hoewel de prijzen voor eten en drinken nog niet precies duidelijk zijn, bieden deze geen reden voor optimisme. De prijs van belangrijke grondstoffen voor de voedselketen, zoals tarwe of kunstmest, is na de Russische invasie in Oekraïne enorm gestegen. Dit, bovenop de verergering van een energiecrisis die al enkele maanden aan de gang is, heeft ertoe geleid dat bedrijven de prijzen hebben verhoogd om de kostenstijgingen te compenseren.

Daling koopkracht

Een van de meest tastbare gevolgen van hoge inflatie is de sterke daling va de koopkracht. Volgens de meest recente gegevens van het ministerie van Arbeid, zijn de lonen in februari gemiddeld slechts 2,2% op jaarbasis gestegen, vergeleken met een prijsstijging van 7,6% in dezelfde periode. Als de trend van langzame loongroei zich ook in maart voortzet, zal het koopkrachtverlies van werknemers nog groter zijn.

Bovendien besteden huishoudens met lagere inkomens een hoger percentage van hun inkomen aan het betalen van de elektriciteits- en voedselrekeningen dan hogere inkomens. Dat betekent dat hun  speelruimte bij stijgende prijzen zeer beperkt is.

Dit vind je misschien ook leuk