Het aandeel studie- en werkloze mensen tussen de 20 en 34 jaar bedroeg in 2019 nog 18,7 procent en is in 2020 gestegen tot 22,3 procent. Dit percentage van niet-werkende en niet-studerende jongeren wordt alleen overtroffen door Italië (29,4 procent) en Griekenland (25,9 procent). De pandemie heeft dit percentage in Spanje alleen maar doen toenemen volgens Eurostat, de organisatie die zich bezighoudt met statistieken binnen de EU.
5 procent Spaanse jongeren werkt bewust liever niet
In totaal zou 17,3 procent wel graag werken of studeren. De resterende 5 procent geeft aan dat ze liever niet werken of studeren. Onder deze Spaanse jongeren zonder baan of studie zit er nagenoeg geen verschil in geslacht. Ongeveer evenveel jonge mannen als vrouwen zit zonder baan of studie. Boven de leeftijd van 25 jaar verandert dit: In deze groep zitten meer vrouwen thuis dan mannen. Dit is voornamelijk het geval wanneer vrouwen voor de eerste keer moeder worden.
Het hoge percentage binnen deze doelgroep heeft veel te maken met de lastige situatie op de arbeidsmarkt in Spanje, voornamelijk voor jongeren. De werkloosheid onder Spanjaarden onder de 25 jaar bedroeg in mei nog 36,9 procent.
Groot contrast tussen Noord- en Zuid-Europa
Eurostat meldt dat de verschillen tussen Noord- en Zuid-Europese landen behoorlijk is. Nederland heeft bijvoorbeeld een van de laagste percentages jongeren zonder baan en studie. Slecht 8,2 procent van de Nederlandse inwoners tussen de 20 en 34 jaar heeft geen baan of studeert niet.
Hoogtepunt in Spanje bereikt tijdens laatste economische crisis
Sinds 2000 houdt Eurostat deze cijfers bij. Tijdens de laatste economische crisis bereikte dit percentage een hoogtepunt met 27,4 procent in 2014. Sinds dat jaar is het aandeel van niet-werkende en niet-studerende jongeren behoorlijk hard gedaald. De coronapandemie gooide echter roet in het eten waardoor dit percentage opnieuw aanzienlijk is gestegen.