Minister van Cultuur José Rodríguez Uribes heeft een bedrag van bijna 80 miljoen euro gereserveerd voor de culturele sector. Althans, voor een deel daarvan. Het geld is bestemd voor mensen die werkzaam zijn binnen de audiovisuele kunst, de podiumkunst, de muziek- en boekenindustrie en overige kunst. Mensen die zich beroepsmatig inzetten voor het behoud van het historisch en cultureel erfgoed kunnen geen aanspraak maken op dit steunpakket. Terwijl Spanje toch, na China en Italië, een derde plaats inneemt als het gaat om de meeste noteringen op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Geen sociale voorzieningen voor deze beroepen
Tegenover de Spaanse krant El País heeft de minister van Cultuur bevestigd dat het historisch en cultureel erfgoed niet meeprofiteert van het steunpakket dat woensdag is goedgekeurd. Hij meent dat deze werknemers aanspraak kunnen maken op andere steunpakketten die door de overheid beschikbaar zijn gesteld. Zo kunnen restaurateurs, archeologen, gidsen en conservators die nu zonder werk zitten, volgens hem een werkloosheidsuitkering aanvragen. Dat spreken beroepsorganisaties uit deze sectoren tegen; volgens hen is er tot nu toe nog geen enkele socialezekerheidsregeling getroffen voor deze beroepen. Dat is tot dusver alleen het geval voor uitvoerende kunstenaars. Het ministerie wijst in een reactie op de mogelijkheid te kunnen profiteren van de verhoging van het percentage belastingvermindering (van 75 naar 85%) bij crowdfunding.
Ook heeft het ministerie geen financiële middelen beschikbaar gesteld voor de aanpassingen die musea en andere culturele instellingen die vanaf maandag opengaan, moeten doorvoeren om aan de veiligheidsprotocollen te voldoen. In veel gevallen beschikken deze instellingen niet over de liquide middelen om de nodige beschermingsmaterialen aan te schaffen.
Opmerkelijk besluit
Het niet toekennen van overheidssteun aan de historische en culturele erfgoedsector, is volgens de beroepsgroep die in deze sector werkzaam is opmerkelijk, omdat de secretaris-generaal van het ministerie van Cultuur niemand minder dan Javier García Fernández is. García Fernández, emeritus-hoogleraar in het Constitutioneel Recht, was een van de initiators van de Wet op het Historische Erfgoed uit 1985 en heeft zich altijd ingezet voor het toekennen van overheidssteun aan organisaties voor de bescherming van het historisch erfgoed.