Waar in 2024 de Spaanse economie al sterker groeide dan verwacht, blijft Spanje het ook in 2025 goed doen vergeleken met andere Europese landen. Toch plaatst het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ook kritische kanttekeningen. In het meest recente landenrapport wijst de financiële instelling op risico’s zoals politieke instabiliteit, een hoge staatsschuld en een overspannen woningmarkt.
In het kort:
- Spanje blijft in 2025 tot de snelst groeiende economieën van Europa behoren.
- Interne politieke verdeeldheid belemmert begrotingsbeleid.
- Het IMF dringt aan op sneller terugdringen van het tekort.
- Er is aandacht voor defensie-uitgaven, woningprijzen en arbeidstijdverkorting.
- Nieuwe Amerikaanse importtarieven lijken voorlopig weinig impact te hebben.
Groei houdt stand ondanks geopolitieke onzekerheid
In zijn jongste raming van april 2025 verhoogt het IMF de groeiverwachting voor Spanje. Het bbp stijgt naar verwachting met 2,5% in 2025 en 1,8% in 2026. Daarmee blijft Spanje vooroplopen binnen de EU. De organisatie merkt op dat de impact van de nieuwe Amerikaanse importheffingen vermoedelijk beperkt blijft. Dat komt door Spanje’s relatief lage handelsafhankelijkheid van de VS.
Interne politiek als struikelblok
Hoewel externe factoren meespelen, ligt de grootste kwetsbaarheid volgens het IMF bij de binnenlandse politiek. Door de versnippering in het parlement lukt het al twee jaar niet om een nieuwe rijksbegroting goed te keuren. Spanje werkt nog steeds met de cijfers van 2023 — terwijl de economische realiteit inmiddels behoorlijk veranderd is.
Een van de partijen die haar steun aan de begroting voorlopig onthoudt, is Junts per Catalunya. De Catalaanse partij stelt voorwaarden, waaronder voortgang in het onafhankelijkheidsproces, investeringen in infrastructuur in Catalonië en de overdracht van bevoegdheden op gebieden zoals migratie en justitie. Deze eisen maken het lastig voor premier Sánchez om voldoende parlementaire steun te vergaren, en zorgen voor onzekerheid in de begrotingsonderhandelingen.
De kans dat het begrotingstekort structureel boven de Europese normen uitkomt, is volgens het IMF reëel. Ook de staatsschuld blijft een punt van zorg. Deze werd eind 2024 geschat op 101,8% van het bbp.
IMF wil sneller ingrijpen bij druk op de begroting
Het rapport adviseert Spanje om het begrotingstekort sneller terug te dringen dan nu gepland. Ter vergelijking: terwijl Spanje mikt op een tekort van 2% van het bbp in 2030, ligt dat streefpercentage in Duitsland rond de 0,5%, en in Nederland op circa 1,3%. Frankrijk kampt juist met een hoger tekort. Volgens recente schattingen in 2025 zal dat richting de 4% gaan. In dat licht valt Spanje ergens in het midden, maar volgens het IMF is het verschil met de Europese begrotingsnormen alsnog reden tot zorg.
Het kabinet mikt op een tekort van 2% in 2030. Volgens het IMF is dat echter niet genoeg om aan de nieuwe EU-begrotingsregels te voldoen. Het fonds pleit daarom voor een snellere hervorming tussen 2025 en 2029, en raadt aan om alleen tijdelijke stimuleringsmaatregelen te nemen bij ernstige economische schokken.
Defensie-uitgaven mogen groei niet schaden
Het IMF stelt vragen bij de geplande verhoging van het defensiebudget met 3,5 miljard euro. Al erkent de financiële organisatie het belang van investeringen in defensiecapaciteit, het benadrukt dat deze uitgaven begrotingsneutraal moeten zijn. De ruimte voor extra uitgaven is beperkt en publieke investeringen in economische groei mogen niet onder druk komen te staan.
Woningmarkt vraagt om structurele aanpak
De stijgende huizenprijzen in veel Spaanse regio’s vormen een groot probleem voor starters. Desondanks is het op zichzelf nog geen risico voor de financiële stabiliteit, stelt het IMF. Alleen neemt de betaalbaarheid af. Om de druk op de woningmarkt te verlichten, ziet het fonds meer nieuwbouw, snellere vergunningsprocedures en een versterking van het aanbod van sociale huurwoningen als noodzakelijk. Eerder schreven we hier dat Spanje meer dan 1 miljoen extra huurwoningen nodig heeft om aan de vraag te voldoen.
Gemengde reacties op kortere werkweek
De invoering van de 37,5-urige werkweek in Spanje roept gemengde reacties op. Het IMF erkent het sociale belang, maar waarschuwt dat het risico bestaat op productiviteitsverlies of negatieve effecten op werkgelegenheid en loonontwikkeling. De Spaanse werkloosheid blijft een van de hoogste in de eurozone. Volgens de laatste gegevens van het Spaanse statistiekbureau (INE) ligt de werkloosheid in Spanje begin 2025 op ongeveer 11,6% van de beroepsbevolking. Ter vergelijking: het gemiddelde in de eurozone bedraagt iets meer dan 6%.
Amerikaanse tarieven: effect op Spanje beperkt
Tot slot stelt het IMF dat Spanje relatief weinig te vrezen heeft van de aangekondigde Amerikaanse importheffingen. Slechts een klein deel van de Spaanse export is gericht op de VS. Daardoor blijft het directe economische effect waarschijnlijk gering. Wel merkt het fonds op dat de bredere onzekerheid op wereldmarkten een risicofactor vormt. Algemene nervositeit op wereldschaal (zoals handelsspanningen, geopolitieke crises, renteverhogingen of economische vertraging in grote economieën) kan toch effect hebben op vertrouwen, investeringen of export — en dus ook op de Spaanse economie.