De Spaanse emertius-koning heeft dit aan intimi laten weten, zonder daarbij in details te treden of het om een definitieve terugkeer uit Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) zou gaan. Ook deed hij geen uitspraak over waar hij dan zal verblijven. Nu is gebleken dat het Openbaar Ministerie het onderzoek naar hem mogelijk niet verlengt, ‘gelooft de emeritus-koning dat hij kan terugkeren naar Spanje’.
De aanklagers van het Openbaar Ministerie zijn geneigd zijn zaak te seponeren vanwege de onschendbaarheid die de emeritus-koning tijdens zijn regeerperiode beschermde. Hierdoor zou hij worden vrijgepleit van de verantwoordelijkheid voor de commissies die hij van Saoedi-Arabië zou hebben ontvangen voor de aanleg van de AVE hogesnelheidtreinverbinding naar Mekka.
Ook de twee fiscale regularisaties ter waarde van 5,3 miljoen euro sluiten de weg naar een mogelijk misdrijf af, zolang niet is bewezen dat hij geld naar belastingparadijzen heeft gesluisd.
Vertrek naar Abu Dhabi
Juan Carlos vertrok op 3 augustus vorig jaar naar Abu Dhabi. Dat was nadat het Spaanse Koninklijk Huis, met instemming van de regering, had besloten dat zijn tijdelijke vertrek, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, het beste was voor Spanje. Koning Felipe VI liet het aan zijn vader over om een bestemming in het buitenland te kiezen. Aanvankelijk overwoog Juan Carlos om zich in Portugal te vestigen maar dat was volgens het Spaanse koningshuis toch iets te dicht bij Spanje. Vervolgens besloot Juan Carlos op uitnodiging van de autoriteiten van Abu Dhabi naar het emiraat te verhuizen. ‘Hier ben ik de Spaanse kroon niet tot last’, rechtvaardigde Don Juan Carlos zijn keuze in het deze week verschenen boek Mi rey destronado (Mijn onttroonde koning) van de Franse schrijver Laurence Debray, die hem in het voorjaar in Abu Dhabi bezocht.
Speculaties over verblijfplaats
Het is onwaarschijnlijk dat Juan Carlos zal terugkeren naar het Zarzuela Paleis, waar hij meer dan 57 jaar woonde. Volgens berichten bestudeert de Spaanse regering de mogelijkheid om hem te laten wonen in een woning die toebehoort aan het Spaanse Patrimonio Nacional, het nationale erfgoed dat wordt beheerd door de staat, gezien hij nu eenmaal staatshoofd is geweest en de titel van koning voor het leven behoudt.
In de directe omgeving van Juan Carlos I sluit men niet uit dat hij naar Portugal gaat, waar hij, volgens bronnen ‘veel vrienden heeft en zeer geliefd is’. Vanuit het buurland kan hij gemakkelijk naar Sanxenso (Pontevedra) reizen, een van zijn favoriete bestemmingen waar zijn zeilvrienden wonen en waar hij weer een van zijn grote hobby’s zou kunnen beoefenen: zeilen aan boord van zijn zeiljacht ‘Bribón’. Een andere optie zou zijn om met zijn oudste dochter, Infanta Elena, in zijn flat in Madrid te gaan wonen, maar omdat deze in het centrum van de stad ligt, zou hij dan meer in de openbaarheid moeten leven.
Goede gezondheid
Don Juan Carlos, die op 5 januari volgend jaar 84 jaar wordt, beweert in goede gezondheid te verkeren, wat hij toeschrijft aan het feit dat hij elke dag heeft gesport en 12 kilo is afgevallen. Maar ondanks het feit dat hij regelmatig fysiotherapiesessies heeft gehad.
is zijn mobiliteit nog steeds vrij zwak en heeft hij een stok nodig om te lopen. In zijn villa in Abu Dhabi werd hij bijgestaan door drie door het staatsagentschap Patrimonio Nacional betaalde assistenten, en door een paar plaatselijke bedienden die door zijn gastheren zijn geregeld om huishoudelijke taken uit te voeren
Op de hoogte van het Spaanse nieuws
Don Juan bleef al die tijd op de hoogte van het nieuws in Spanje en heeft voortdurend telefonisch en via Whatsapp-berichten contact gehad met zijn naasten. Hij kreeg bezoek van zijn dochters, Elena en Cristina, en van vrienden, waaronder de journalist Carlos Herrera.
In het over hem gepubliceerde boek onthulde Juan Carlos dat hij de mis die in het Zarzuela-paleis werd opgedragen via internet heeft gevolgd en dat hij, nadat hij de begrafenis van Filips van Edinburgh, echtgenoot van de Britse koningin Elizabeth II, had gezien, bekende: ‘Het is tijd om aan mijn eigen begrafenis te denken’.