In een klein plattelandsdorp aan de Andalusische kust, waar de heuvels aflopen naar de Middellandse Zee, ligt het dorp Algarrobo. Een typisch wit dorp met smalle straatjes en een kerk die uitkijkt over het plein. Achter de façade van dit doorgaans rustige dorp schuilt een verhaal van rook, vuur en verzet.
Een vergeten strijd in een wit dorp in Andalusië
In september 1811 probeerden Franse troepen tijdens de Napoleontische bezetting het dorp Algarrobo in brand te steken. Wat volgde was geen veldslag in de klassieke zin, maar een wanhopige verdediging door gewone bewoners. Vissers, boeren en ambachtslieden grepen alles wat ze konden vinden – hooivorken, stenen, oude musketten – en wisten de indringers terug te dringen. De brand die Algarrobo had moeten verwoesten, kwam er nooit.
Sindsdien draagt het dorp volgens lokale overlevering de bijnaam los tiznaos, de zwartgeblakerden, en wordt de overwinning herdacht met de jaarlijkse Fiesta de la Quema, wat letterlijk “het feest van de verbranding” betekent.
Spanje in Napoleons schaduw
Om te begrijpen waarom de strijd van Algarrobo zo uitzonderlijk was, moeten we terug naar het begin van de 19e eeuw. In februari 1808 staken Franse troepen de grens bij Catalonië over, waarmee de invasie van Spanje officieel begon. In juli 1808 vond de Slag bij Bailén plaats, die de eerste grote nederlaag van het Franse leger betekende.
Wat volgde was een golf van verzet. De nederlaag van de Fransen bij Bailén was “onverwacht en vernederend”, zoals National Geographic España schrijft. Voor het eerst was Napoleons onoverwinnelijk geachte leger verslagen. Het nieuws verspreidde zich razendsnel en gaf Spaanse dorpen en steden nieuwe hoop.
Napoleon besloot zelf naar Spanje te komen. Hij marcheerde door Burgos, veroverde Madrid en behaalde overwinningen zoals bij de pas van Somosierra. Toch begon zijn campagne al snel te haperen. Zijn troepen kampten met logistieke problemen: een tekort aan uniformen, schoenen, voedsel. Bij zijn aankomst in Bayona op 3 november 1808 merkte hij in brieven op dat het leger “bijna naakt” was. Ondertussen groeide het verzet van partizanen en burgers.
In dat klimaat vond de episode in Algarrobo plaats – klein in schaal, maar groot in symboliek.
De vlammen die nooit kwamen
In september 1811 naderden Franse soldaten de straten van Algarrobo met het plan om het dorp te vernietigen. Het was een beproefde tactiek: dorpen platbranden om angst te zaaien en verzet te breken.
Maar de inwoners van Algarrobo lieten zich niet zomaar verjagen. Zij verschansten zich in hun straten, gooiden stenen vanaf daken en vochten man tegen man. Volgens de overlevering vulde de lucht zich met rook, maar niet van de branden die de Fransen hadden gepland. Integendeel. Het was de geur van buskruit en strijd die hun terugtocht markeerde.
Sindsdien wordt dit moment herdacht met La Fiesta de la Quema. Tijdens dit jaarlijkse festijn verandert het dorp voor even in een levend geschiedenisboek. Inwoners trekken kostuums aan uit de 19e eeuw, fakkels verlichten de nacht en schijngevechten brengen de Napoleontische aanval opnieuw tot leven. Wat dreigde te eindigen in as, werd voor Algarrobo een symbool van overleving en overwinning.
Meer dorpen die Napoleon trotseerden
Algarrobo is niet het enige dorp in Spanje dat de herinnering aan Napoleons oorlogen levend houdt. Door heel het land heeft de kleine Franse keizer sporen nagelaten:
- Bailén (Jaén): waar Spanje in 1808 de eerste grote overwinning behaalde op Napoleon. Elk jaar wordt de slag opnieuw tot leven gebracht met nagespeelde veldslagen.
- Astorga (León): belegerd in 1810, maar niet gebroken. Tijdens de Fiestas Napoleónicas keert de stad terug naar die dramatische dagen.
- Zaragoza (Aragón): bekend om de Sitios (belegeringen) en de heldin Agustina de Aragón, die zelf kanonnen afvuurde.
- Tarifa (Cádiz): hield stand tegen een Frans beleg in 1811. De stad viert nog steeds de vastberadenheid van haar bewoners.
- La Albuera (Badajoz): hier vochten Spaanse, Britse en Portugese troepen samen in 1811. Jaarlijks wordt de slag nagespeeld met internationale groepen.
Deze dorpen en steden vormen samen een netwerk van herinneringen. Elk vertelt zijn eigen versie van hetzelfde verhaal: hoe gewone mensen weerstand boden tegen een keizer die heel Europa wilde veroveren.
Aan het eind van 1808 trekt Napoleon Spanje binnen met zijn beste troepen om het land te heroveren dat de Fransen kwijt zijn geraakt na hun nederlaag bij Bailén, op 19 juli 1808. Het terugtrekken van het reguliere Spaanse leger leidde er uiteindelijk toe dat het guerrillaverzet de belangrijkste vorm van tegenstand werd. (National Geographic)
Erfgoed dat smeult
Meer dan tweehonderd jaar later klinken de echo’s van Napoleons nederlagen nog steeds door in Spaanse straten en pleinen. Voor bezoekers zijn de festivals een reis terug in de tijd, vol kleur en spektakel. Voor de bewoners zelf zijn het rituelen die hun identiteit bevestigen en het verleden levend houden.
In Algarrobo is dat verleden tastbaar in de rook van de fakkels, het geluid van trommels en het spel van licht en schaduw op de witgekalkte muren. De vlammen die ooit dreigden, laaiden nooit op – maar de herinnering brandt nog altijd voort in het collectieve geheugen van het dorp.
Algarrobo vandaag de dag
Algarrobo ligt ongeveer 40 kilometer ten oosten van Málaga, in de regio Axarquía. Het dorp telt iets meer dan 6.000 inwoners en bestaat uit het historische Algarrobo Pueblo en het toeristische kustgedeelte Algarrobo Costa.
Bezoekers vinden er niet alleen de jaarlijkse Fiesta de la Quema, maar ook sporen van een veel ouder verleden. In Algarrobo ligt namelijk een van de interessantste archeologische vindplaatsen van het westelijke Middellandse Zeegebied: de Necropolis van Trayamar. De resten van dit grafcomplex behoorden mogelijk tot een Fenicische nederzetting met een fabriek uit de 7e eeuw voor Christus. Vondsten uit deze site zijn te zien in het Museo Arqueológico Provincial de Málaga.
Langs de kust van Algarrobo staan bovendien nog twee wachttorens die eeuwenlang dienden om vijandelijke invasies vroegtijdig te signaleren. Zo herinnert het dorp niet alleen aan de Napoleontische tijd, maar ook aan de lange, gelaagde geschiedenis van Andalusië.
Bronnen: National Geographic, MálagaHoy
Fiestas in Spanje