Judith Goeree
De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft een ambitieus plan gepresenteerd om de woningmarkt in Spanje grondig aan te pakken. Met 12 concrete maatregelen wil de regering het tekort aan betaalbare woningen bestrijden, toeristische verhuur strenger reguleren en speculatie beperken. Het plan staat in schril contrast met de woningbouwplannen van de oppositiepartij PP, die vooral inzetten op belastingverlagingen en deregulering.
Sociale woningbouw als speerpunt
Een van de kernpunten van het nieuwe plan is de promotie van sociale woningbouw. Sánchez wil massaal investeren in betaalbare huurwoningen, een sector die in Spanje momenteel achterblijft vergeleken met andere Europese landen. Inspiratie is gehaald uit landen zoals Nederland en Oostenrijk, waar een groot aanbod van sociale huurwoningen helpt om ook de prijzen in de particuliere huursector te beheersen.
De regering heeft onderzocht waarom de Spaanse woningmarkt niet werkt zoals zou moeten. De conclusie: stijgende prijzen, een gebrek aan aanbod en de ontoegankelijkheid van woningen voor jongeren en mensen met lagere inkomens. “Wonen is een grondrecht, geen financieel product,” benadrukt Sánchez, verwijzend naar de Spaanse grondwet die recht op waardig wonen garandeert.
Beperking van toeristische verhuur
Een ander belangrijk onderdeel van het plan is het aanpakken van de ongereguleerde groei van toeristische verhuur. Vooral in kustgebieden en stedelijke centra, maar ook op het platteland, nemen toeristische verhuurpanden een groot deel van het woningaanbod in beslag. Dit drijft niet alleen de prijzen op, maar maakt het voor lokale inwoners steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden. De regering wil landelijke maatregelen invoeren, hoewel veel bevoegdheden op dit gebied bij regionale en lokale overheden liggen.
Strengere regels voor speculatie
Het plan richt zich ook op het beperken van speculatieve aankopen door grote investeringsfondsen en buitenlandse kopers. Deze groepen kopen vaak hele gebouwen op, wat de prijzen verder opdrijft. Sánchez heeft eerder al de zogenaamde “golden visa” afgeschaft – verblijfsvergunningen voor mensen die voor minstens €500.000 aan vastgoed kopen – en wil nu verdere beperkingen opleggen aan speculatieve investeringen.
Verschil met de strategie van oppositiepartij
Het contrast met het plan van de conservatieve partij PP is groot. De oppositiepartij zet in op belastingverlagingen en deregulering, vergelijkbaar met het beleid onder José María Aznar in de jaren ’90. Dat beleid leidde destijds tot een vastgoedbubbel die duizenden gedwongen huisuitzettingen en enorme financiële schade veroorzaakte. De regering-Sánchez wil een herhaling van dit scenario voorkomen door juist meer regulering en overheidsinvesteringen.
Ondersteuning voor jongeren en huurders
In Spanje staan veel woningen leeg. Naast het bevorderen van sociale woningbouw wil de regering daarom ook leegstaande woningen op de markt brengen door verhuurders fiscale voordelen te bieden en hen te beschermen tegen wanbetaling. Dit moet vooral jongeren en mensen met een laag inkomen helpen om toegang te krijgen tot betaalbare woningen.
Toekomstige impact
De komende maanden zullen uitwijzen hoe effectief het plan van Sánchez is om de woningmarkt in Spanje te reguleren. Het ideologische verschil tussen de PSOE en de PP is opnieuw duidelijk. Waar de ene partij inzet op publieke investeringen en regulering, vertrouwt de andere op de vrije markt.
Met het woningtekort en de stijgende prijzen als belangrijkste zorgen voor veel Spanjaarden, wordt de woningmarkt een van de grootste politieke strijdpunten van de komende jaren.
Lees ook: De 12 autonome regio’s met PP aan de macht gaan duizenden betaalbare woningen bouwen