Het publieke en wetenschappelijke agentschap is belast met het verstrekken van weerberichten en het waarschuwen voor noodweer en andere meteorologische verschijnselen. Dat doet het op basis van wetenschappelijke informatie. Aemet waarschuwt bovendien voor verhoogde risico’s op bosbranden of voor de aanwezigheid van hoge golven of kwallen langs de Spaanse kusten.
Dat nieuws is niet altijd aangenaam. Aemet bericht regelmatig over de gevolgen van de klimaatcrisis zoals waterschaarste, vaker voorkomende fenomenen zoals hittegolven, intense regenbuien of weersomstandigheden waarin gemakkelijk hevige bosbranden ontstaan. Die berichten vallen niet in goede aarde bij klimaatsceptici die daar heftig op blijken te reageren.
“Niet alles is geoorloofd”
In de begeleidende tekst bij de video schrijft Aemet sociale media te zien als een ruimte voor ontmoeting en verbondenheid met de samenleving, amateurs en professionals. De medewerkers delen er hun werk en hun kennis. Ze respecteren de vrijheid van meningsuiting en verwelkomen interactie en discussie, maar “niet alles is geoorloofd”.
Dagelijkse beledigingen en bedreigingen
Op Twitter laat AEMET weten dagelijks door gebruikers beledigd en bedreigd te worden. Gebruikers die de informatie van het weerinstituut (vergelijkbaar met de KNMI in Nederland) zien als “gemanipuleerd”. Ze ontvangen bedreigingen als “we houden jullie in de gaten”, “moordenaars”, “criminelen”, “miserabelen”, “huurmoordenaars van informatie ten dienste van het kwaad” of “jullie gaan dit betalen”.
Het agentschap benadrukt dat de medewerkers en nieuwsverstrekkers gewoon “blijven werken” ondanks de voortdurende “aanvallen van trollen”.
Steunbetuigingen
Sinds de publicatie van het bericht op dinsdag ontving het agentschap veel steunbetuigingen via sociale media. Aemet’s antwoord daarop was als volgt: “Aan alle mensen die steun hebben betuigd aan de medewerkers van Aemet, die een dienst verlenen op basis van wetenschap, waarvoor we jarenlang zijn opgeleid en die werken met een roeping voor de hele samenleving, BEDANKT!”