Waarom, is dan nu de vraag. De Spaanse economie blijkt het minst sterk uit de covid-19 crisis te zijn gekomen. Dit precies is een beslissend criterium op het moment dat de EU de definitieve verdeling vaststelt van het totale bedrag in het fonds a 338 miljard euro aan directe hulp. Hoe die verdeling er precies uit komt te zien, wordt volgende week bekendgemaakt. Toch wist de krant El País toegang te krijgen tot het extra bedrag dat voor Spanje is bestemd.
Het totale bedrag dat Spanje krijgt, maakt het land tot de belangrijkste begunstigde van het Herstelfonds, voor Italië.
Het inzetten van het Herstelfonds met een totaalbedrag van 725 miljard euro is misschien wel de meest ambitieuze beslissing die de Europese Unie ooit heeft genomen. Het fonds bestaat voor bijna gelijke delen uit subsidies en kredieten die worden verstrekt in de periode 2021-2027.
De verdeling van de subsidies onder de 27 lidstaten gebeurt in twee delen. Het eerste deel beslaat 70% ervan en is gebaseerd op het aantal inwoners in elk land, hoe hard de crisis er heeft toegeslagen en het niveau van de werkloosheid. Voor Spanje resulteerde die berekening in 46,6 miljard euro. De resterende 30% werd door de Commissie bepaald op basis van het aantal inwoners en bovenal op de evolutie van de economie in 2020-2021.
In Spanje sloeg de coronacrisis het hardst toe. De economische groei daalde met 10,8% in 2020. De Italiaanse economie kromp met 9,9%, de Eurozone als geheel met 6,3% en de EU met 5,9%.
Vorig jaar was het jaar van herstel, maar de groei van de Spaanse economie bleef met 5,1% achter bij de gemiddelde groei in de monetaire unie (5,4%) en 6,6% groei in Italië.
Dit betekent dat Spanje het laatste land is waar het niveau van het bbp terugkeert op dat van vóór de pandemie, zo is de voorspelling van de Europese Commissie. Dat is op zich slecht nieuws, maar wordt wellicht ten dele goedgemaakt doordat het eindbedrag dat Spanje ontvangt hoger wordt. Zeker wordt dat op 30 juni aanstaande.