De cocaïnehandel in Spanje is drastisch aan het veranderen. Er is een verschuiving gaande van cocaïne die alleen afkomstig was uit Latijns-Amerika naar cocaïne afkomstig van criminele organisaties en clans uit Albanië, Servië en Kroatië, het zogenoemde Balkankartel.
Het Balkankartel heeft zich volgens drugsexperts bij de Spaanse Nationale Politie opgeworpen als de nieuwe leider van de Europese drugshandel en hun aanwezigheid wordt nu ook in Spanje sterk gevoeld. Voorheen waren de havens van Valencia en Barcelona belangrijke toegangspoorten voor cocaïne afkomstig uit Latijns-Amerika, maar recente politieoperaties wijzen op een verschuiving in het landschap.
Opkomst van het Balkankartel
Volgens de Nationale Politie heeft het Balkankartel de traditionele Mexicaanse en Colombiaanse kartels binnen slechts vijf jaar verdrongen als de grootste distributeur van cocaïne wereldwijd. Dit nieuwe kartel controleert de cocaïnehandel direct vanaf de productie in Colombia, wat een strategisch voordeel biedt. Door direct samen te werken met Latijns-Amerikaanse kartels en te betalen voor controle over het productieproces, vermijden zij tussenpersonen, verhogen zij de winstgevendheid en verminderen zij kwetsbaarheden in hun operaties.
Overproductie en prijsdaling van cocaïne
Het Balkankartel heeft ook geprofiteerd van het verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat op cocaplantages in Colombia. Dit verbod leidde tot een overproductie van cocaïne. Tijdens de pandemie verergerde deze nog doordat de boeren drie oogsten per jaar bleven produceren terwijl de kartels moeite hadden om de overschotten te verkopen. Hierdoor is Europa, en met name Spanje, overspoeld met cocaïne. Dat heeft vervolgens geleid tot een sterke daling van de prijzen. De prijs van een kilo cocaïne in Spanje ligt nu tussen de 18.000 en 20.000 euro. Vóór de pandemie was dat ongeveer 35.000 euro. De straatprijs van een gram cocaïne ligt echter nog steeds op ongeveer 60 euro. Soms is het goedkoper, afhankelijk van de zuiverheid en de kwaliteit.
Lokale productie in Spanje
De Spaanse politie heeft in 2023 ongeveer 20.000 kilo meer cocaïne onderschept dan in 2022. Dat wijst op een toename van het drugstransport. Spanje speelt een cruciale rol als doorvoerland voor cocaïne naar Europa, waarbij de havens van Algeciras, Valencia en Barcelona belangrijke toegangspunten zijn. Ook de havens van Antwerpen en Rotterdam blijven favoriete bestemmingen voor de drugssmokkelaars.
De Nationale Politie maakt zich vooral zorgen over de pogingen van grote drugskartels om productiepunten in Spanje op te zetten. Dit jaar zijn al vier laboratoria voor synthetische drugs ontmanteld. Halverwege mei werd een groot cocaïnelaboratorium ontdekt in een villa in de provincie Tarragona, opgezet door het Farruku-clan, een tak van het Balkankartel. De narco’s brachten de grondstoffen van de cocaïne uit Zuid-Amerika, vermengd met andere stoffen, in vrijwel ondetecteerbare containers. De zuiverheid van de drug was 97 procent.
Toenemende dreiging
De boodschap in politierapporten, in rapporten van internationale organisaties zoals de VN, of die wordt gehoord uit de mond van degenen die strijden tegen deze plaag die de stabiliteit van staten bedreigt, is eenduidig: De drugs is overal. “De narco is sterker dan ooit”, “er zijn meer drugs dan ooit”. Deze trend werd volgens El País ook al in 2022 door het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs gesignaleerd.
De opkomst van het Balkankartel en de uitbreiding van hun operaties naar lokale productie in Spanje vormen een groeiende dreiging. De autoriteiten in Spanje roepen in dit verband op tot internationale samenwerking om de drugshandel effectief aan te pakken.
Lees ook: 16 ton pellets doordrenkt met cocaïne in beslag genomen in Tarragona