En zo geschiedde. Afgelopen donderdag verdedigde María Massó, die de partij in deze rechtszaak vertegenwoordigt, dit besluit met het argument dat de computers in bezit waren van de partij en niet van de heer Bárcenas. Bovendien zouden de harddisks gewist zijn vanwege de wet op gegevensbescherming.
Massó zei dit tijdens de rechtszaak tegen de PP over de computers van de ex-boekhouder die gehouden wordt in Madrid. Voor het eerst in de geschiedenis zit daarin een politieke partij als juridische persoon in de beklaagdenbank. Die computers zouden – volgens Bárcenas zelf – belangrijke informatie bevatten over de dubbele boekhouding die de Partido Popular er jarenlang op nahield. Hiermee kwam zwart geld via het bedrijfsleven terecht bij hoge partijleden.
In de rechtszaak wordt de PP aangeklaagd door het Openbaar Ministerie, de partij Izquierda Unida, het advocatencollectief Adale en Observatori Desc.
Massó vertelde aan het OM dat het een normale gang van zaken is binnen de Partido Popular dat wanneer iemand de partij verlaat of komt te overlijden hard disks en ander materiaal worden vernietigd. ‘Het is een algemeen gebruik en wordt bij iedereen toegepast.’ Bovendien zou er ‘absoluut niets’ op de computers hebben gestaan.
De zaak Bárcenas
Volgens Luis Bárcenas, die jarenlang boekhouder was van de Partido Popular, werd deze partij 20 jaar lang illegaal gefinancierd. Het geld kwam in koffers en tassen naar het partijkantoor in Madrid. Het kwam van projectontwikkelaars, bouwbedrijven en andere ondernemers die in ruil daarvoor lucratieve contracten kregen toebedeeld. Van een deel ervan werd deels de verkiezingscampagne betaald. Volgens Bárcenas vonden elk kwartaal ook zwarte betalingen plaats aan de president, de algemeen secretaris en de vice-secretaris van de partij.
Eind juni 2013 verdween Bárcenas in de gevangenis omdat hij vele miljoenen euro’s voor de belasting verborgen zou hebben gehouden, vanwege zijn aandeel in de corruptiezaak Gürtel en de illegale partijfinanciering.