Gezegd moet dat deze 21,4 procent behaald is dankzij de coronapandemie. Zonder pandemie zou Spanje vorig jaar vermoedelijk uitgekomen zijn op een percentage tussen de 19,5 en 19,9 procent. Dat blijkt uit een analyse van het Observatorium voor Energietransitie en Klimaatactie, een project van het Baskische Centrum voor Klimaatverandering (BC3). Vicepremier Teresa Ribera was maandag aanwezig bij de presentatie van de onderzoeksresultaten.
Met de 21,4 procent hernieuwbare energie heeft Spanje een flinke stap gezet vergeleken met het voorgaande jaar: in 2019 was nog 18,1 procent van de gebruikte energie afkomstig uit duurzame bronnen. Enerzijds is dat een gevolg van een afgenomen energievraag in 2020, anderzijds van een forse toename van de groene energieproductie.
De Europese Commissie werkt momenteel aan een normensysteem waarmee de uitstoot van het schadelijke broeikasgas CO2 in 2030 met 55 procent gereduceerd moet zijn. Om dat te behalen, is een aanzienlijke toename van het aandeel hernieuwbare energie noodzakelijk. Voor Spanje lijkt dat met een toezegging van 42 procent duurzame energie in 2030 geen probleem te zijn.
CO-2 daling van 13,6 procent in 2020
Omdat zowel de energievraag afnam als de hoeveelheid hernieuwbare energie toenam, daalde de CO2-uistoot in Spanje vorig jaar met liefst 13,6 procent. Dat is de grootste daling ooit gemeten over een periode van een jaar. De daling was het grootst in de maand april, toen daalde de CO-2-uitstoot zelfs met 31 procent. In totaal werd vorig jaar 272,7 miljoen ton CO2 uitgestoten in Spanje, dat is de laagste meting sinds 1990.
Nederland scoort slecht op hernieuwbare energie
Hoewel de productie van duurzame energie in Nederland vorig jaar met 24 procent toenam, scoort Nederland op Europees niveau slecht als het om groene energie gaat. Of Nederland de vastgestelde doelstelling van 14 procent in 2020 heeft gehaald is nog niet bekend. In 2019 was het aandeel groene energie in het totale energieverbruik 8,7 procent. In 2018 was dat 7,4 procent, het laagste percentage van alle EU-lidstaten samen. Daarmee ligt Nederland niet alleen ver onder het Europese gemiddelde van 18 procent, maar ook onder de nationale doelstelling van 14 procent.