
Al wordt er niet al teveel ruchtbaarheid aan gegeven, de cijfers zijn indrukwekkend, schrijft Iñaki Iriarte Goñi in de krant ElDiario.es. Sommige varkensbedrijven concentreren 2.000 zeugen voor de fokkerij; een melkveebedrijf in Caparroso (Navarra) heeft ongeveer 5.000 koeien en is van plan dit aantal te verhogen tot boven de 7.000. Het is hetzelfde bedrijf dat een project heeft gepresenteerd om een macroboerderij te bouwen in Noviercas (Soria) voor meer dan 23.000 runderen. In het geval van pluimveebedrijven schieten de cijfers nog verder omhoog. Er zijn gevallen die de productie van meer dan 200.000 dieren beheren.
ADVERTENTIE
Spanje grootste varkensvleesproducent Europa
Volgens Greenpeace is de populatie van deze dieren in Spanje tussen 2015 en 2020 met 21,5 procent toegenomen. De enorme groei is het gevolg van de sterk gegroeide vraag naar varkensvlees uit China, waar de varkenspestepidemie het aantal boerderijen in het land decimeerde. Zo werd Spanje in 2020 de eerste varkensproducent in de Europese Unie, met 56 miljoen dieren en vijf miljoen ton vlees, aldus het ministerie van Landbouw.
Bekijk ook: Hoeveel dieren gaan in Spanje jaarlijks naar de slachtbank?
Zo hoog mogelijke productie per dier
De sleutel tot intensieve landbouw is om een zo hoog mogelijke productie per dier in een vooraf bepalde tijd te verkrijgen. Hiertoe worden de dieren geconcentreerd in voorbereide faciliteiten waar ze worden voorzien van de nodige hoeveelheden voedsel, water, supplementen en medicijnen. Die laatste, waaronder vooral antibiotica, zijn essentieel om ziektes en infecties tot een minimum te beperken. Ook het voedsel met steeds geavanceerdere mixen zijn essentieel.
Dierfabrieken
Uiteindelijk is het een kwestie van de combinatie van technologieën en tijd om het fokken, mesten of produceren van vlees, melk of eieren zoveel mogelijk te standaardiseren, gebaseerd op het toepassen op de dieren van de organische logica die typisch is voor grote industrieën. Ze worden macro-boerderijen genoemd, maar hebben feitelijk meer te maken met industriële organisaties en logistieke systemen dan met boerderijen. Om over het welzijn van de dieren nog maar te zwijgen.
Gecontroleerd door multinationals
Het enorme intensieve veenetwerk dat de afgelopen decennia in Spanje is ontstaan, wordt sinds de oprichting in de jaren zestig gecontroleerd door multinationals. De boeren speelden een secundaire rol. Ze bieden de fysieke productieruimte en vooral het werk. Hun intermediaire functie is verder ondergeschikt aan de grote bedrijven die hen de nodige middelen verschaffen om de activiteit te organiseren en in stand te houden. Anderzijds controleren de niet minder grote bedrijven de voedseldistributie en stellen de verkoopprijzen van de producten vast.
Afname aantal boeren en boerderijen
De toename van de dierlijke productie gaat op dit moment in Spanje, naarmate hun omvang toeneemt, duidelijk gepaard met een afname van het aantal boeren en boerderijen. Door het aantal dieren per bedrijf te vergroten en steeds complexere en geautomatiseerde technische systemen in te voeren, wordt getracht schaalvoordelen te realiseren die het mogelijk maken een positie op de (wereld)markt te behouden en producten zo goedkoop mogelijk aan te bieden. Zo promoten grote bedrijven, direct of indirect het macro-boerderijmodel dat aan deze doelstellingen voldoet.
Varkenszeepbel
Dit commerciële belang stuit echter duidelijk op zeer uiteenlopende grenzen. De eerste is van economische aard. De sterke stijging van de Spaanse dierlijke productie is gebaseerd op de groei van de export waarvan het niet zeker is dat deze in de toekomst kan worden vastgehouden. Dit is vooral duidelijk in de varkensvleesproductie, die ruim twee keer zo groot is als de nationale consumptie. Wat niet in Spanje wordt geconsumeerd gaat vooral in grote hoeveelheden naar China. Mocht China zijn eigen productie verhogen, zoals lijkt te gaan gebeuren, valt niet uit te sluiten dat deze exporthausse in een echte varkenszeepbel kan veranderen.
Water
Maar buiten dat zijn er milieulimieten. De Hydrografische Vereniging van het Duero-bekken berekende dat de 23.000 koeien op de voorgestelde Noviercas-boerderij maar liefst 24 liter water per seconde verbruiken. Het bekken heeft deze middelen gewoon niet en daarom is de vergunning voorlopig opgeschort. Ook varkens hebben veel water nodig – gemiddeld vijfduizend liter per jaar – in een land waar veel regio's door droogte de grondwaterstanden rap zien reduceren.
Afval
Naast het overmatige verbruik van hulpbronnen is er het serieuze probleem van de complexe behandeling van uitwerpselen die de bestaande macro-boerderijen genereren. "De drijfmest heeft een hoog stikstof- en ammoniakgehalte", zegt Toni Jorge van de vereniging ACEM-Ecologistas en Acción uit Cardenete, Cuenca. "Al die stikstof gaat, zodra de drijfmest zich verspreidt, door filtratie naar de watervoerende laag." Ondanks wat de bedrijven beweren, is het zeer twijfelachtig of dit afval kan worden gerecycled zonder een schadelijke overbelasting te veroorzaken voor het omliggende gebied en voor de watervoerende lagen rond de grote boerderijen.
Bekijk ook: Grootste agrarische vervuilers krijgen meeste Europese subsidies
Epidemieën
Er zijn ook grenzen op het gebied van gezondheid en hygiëne. Ondanks dat de technobiologie en de diergeneeskunde er momenteel in slagen om de dierepidemieën in intensieve veehouderijen te beheersen, vormen gekke koeien, vogelgriep of varkenspest nog steeds een reëel gevaar. Het ligt voor de hand dat de hoge conocentratie van dieren op macroboerderijen de potentiële gevaren vergroot. Helemaal in het licht van mogelijke zoönosen, infecties die van dieren op mensen kunnen worden overgedragen. Het lijkt verstandig om voorzichtigheid te betrachten nu we met eigen ogen hebben gezien welke effecten een ongecontroleerde pandemie kan hebben op onze samenleving.
Ontvolking platteland als argument
Voorstanders van macroboerderijen wijzen steeds op de belangrijke rol die deze bedrijven spelen in het tegengaan van de zorgwekkende ontvolking van het platteland. Dat argument is echter volgens Ecologistas en Acción niet overtuigend. Volgens een onderzoek dat door deze milieugroep tussen 2000 en 2020 is uitgevoerd in plaatsen met minder dan 5.000 inwoners, verloren de plaatsen met intensieve veehouderij meer bevolking dan die waar dergelijke activiteiten niet plaatsvinden.
Bekijk ook: Megastallen jagen inwoners uit plattelandsdorpen weg
Afstotende werking
Omdat macro-boerderijen sterk geautomatiseerd zijn, genereren ze in feite heel weinig lokale werkgelegenheid. Bovendien kunnen de neveneffecten deze bedrijven met onvermijdelijke geuren of met een overvloed aan vrachtauto's die laden en lossen, een negatieve invloed hebben op andere complementaire activiteiten zoals plattelandstoerisme, en in precies de tegenovergestelde richting werken.
Bekijk ook: Opnieuw schokkende beelden uit Spaanse varkensboerderijen
Zolang de huidige voedselconsumptiepatronen niet veranderen, is het elimineren van de intensieve veehouderij onmogelijk. Dat betekent echter niet dat hun groei niet losgelaten kan worden. Als men zich uitsluitend laat leiden door schaalvoordelen en concurrentievermogen worden sneller de milieugrenzen, de hygiënsiche voorzichtigheid en ook de sociale voorzichtigheid overschreden terwijl die juist moeten worden gerespecteerd om onherstelbare schade aan de omgeving te voorkomen.
Ineenstorting dreigt
Naast de hierboven genoemde grenzen waar macro-boerderijen in Spanje tegenaan lopen, zijn er andere factoren die de industrie bedreigen. De enorm gestegen kosten van grondstof, transport en energie. Een voorbeeld is dat de voornamelijk uit Brazilië geïmporteerde grondstof waarmee de dieren worden gevoerd (transgene en met glyfosaat doorzeefde sojabonen) in prijs tussen 20 en 40 procent is gestegen als gevolg van tekorten en speculatie.
De torenhoge toename van prijzen voor energie heeft ook een sterke invloed op deze hoogtechnologische veebedrijven, en hetzelfde gebeurt met een andere van hun belangrijke uitgaven, het zeevervoer (betrokken bij de invoer van grondstoffen en de uitvoer van het eindproduct). De prijs van het huren van een container is met tien vermenigvuldigd.
Vraag uit China neemt af
Daarbij neemt de vraag uit China, jarenlang de belangrijkste klant van de Spaanse varkenssector, af omdat dit land de varkenspestepidemie heeft overwonnen. De nationale markt is verzadigd. Mensen gaan in elk geval niet méér vlees eten. In juli riep de Spaanse minister Garzón van Consumentenzaken nog op om minder vlees te eten met het argument dat 'buitensporig veel vlees eten is slecht voor onze gezondheid en onze planeet'.