De menhirs stammen uit het tijdperk tussen het zesde en derde millennium voor Christus. Ze werden aangetroffen op de boerderij La Torre-La Janera in Huelva. De eigenaar moest op last van de gemeente wachten met de plant van avocadobomen omdat er al vermoedens bestonden van mogelijke archeologische resten. Het resultaat was zeer onaangenaam voor de boer, maar spectaculair vanuit acheologische oogpunt.
Bekijk ook: 4.000 jaar oude megalithische necropolis gevonden bij Spaans strand
Volgens experts verbonden aan de universiteiten van Huelva en Alcalá de Henares is de bouw van het enorme complex begonnen aan het einde van het zesde millennium voor Christus en heeft bijna 3.000 jaar geduurd.
De stenen monumenten zijn waarschijnlijk gebouwd om de groeiseizoenen te volgen en astronomische gebeurtenissen te observeren.
De vindplaats ligt op de linkeroever van de rivier de Guadiana op 15 kilometer van de kustlijn van de provincie Huelva. Toen de stenen er werden geplaatst lagen ze echter direct aan zee. De zeespiegel was destijds twee meter hoger en de terugtrekking van het water resulteerde in de huidige locatie.
Bekijk ook: Overblijfselen van het gezicht van de eerste Europeaan gevonden in Spanje
Dr. Bueno-Ramírez, hoogleraar prehistorie aan de Universiteit van Alcalá de Henares, bevestigt dat “tot op heden nergens in Europa een dergelijke compacte concentratie van megalithische vindplaatsen bekend is. Experts verwachten er veel archeologische gegevens te zullen verkrijgen.
Een groep Spaanse archeologen merkt op in het tijdschrift Cuadernos de Prehistoria dat de vindplaats “de meest unieke plek is die tot nu toe op het Iberische Schiereiland is ontdekt. (…)” Het gaat om “monumenten met verschillende functies en technische tradities die naast elkaar bestaan”.
In totaal zijn er 526 menhirs (of rituele stenen) opgegraven, staand of ingestort. Hun vormen zijn gevarieerd: ze zijn tussen de anderhalve en drieënhalve meter hoog. De meeste menhirs zijn geconcentreerd in 26 groeperingen. Deze bestaan elk uit één tot zes rijen en kunnen in sommige gevallen wel 250 meter lang worden. De stenen werden gebouwd op de toppen van heuvels met een horizon naar het oosten, van waaruit de zonsopgang kon worden waargenomen.
Bekijk ook: Stonehenge van Spanje door Franco bedekt met water nu weer te zien
Er zijn naast de staande stenen ook begraafplatsen ontdekt. De met stenen omhulde begraafplaatsen hebben verschillende lengtes, variërend van zes tot 17 meter. Daarnaast zijn er 41 stenen doodskisten gedocumenteerd die zijn gebouwd om elk twee of meer lichamen te bevatten.
Volgens de auteurs van het artikel in Cuadernos de Prehistoria levert de ontdekking van La Torre-La Janera nieuwe argumenten op ter versterking van de interpretaties van het Atlantisch megalithisme “als een van de oudste menselijke fenomeneen gericht op de transformatie van territoria” en “De site verbreedt bijgevolg de horizon van kennis van de megalithismen van West-Europa en het onderzoekspotentieel van het Iberisch Schiereiland”. De analyse van de site begon in 2021 en zal waarschijnlijk tot 2027 duren.