De drie favoriete stekken van Salvador Dalí in Spanje

Portlligat, Figueres en Púbol als thuis voor de 'paranoïde-kritisch surrealist'

door admin

Na zijn dood op 23 januari 1989 liet Salvador Felipe Jacinto Dalí i Domènech de wereld ruim vierduizend werken na. Het genie werd wereldberoemd met zijn surrealistische schilderijen en beelden.

Daarnaast schreef hij ook boeken en gedichten, maakte foto’s, gravures, tekeningen, films en documentaires en zelfs juwelen. De meeste van zijn belangrijkste werken zijn te bewonderen in Spanje op drie bijzondere plekken die sterk zijn beïnvloed door Dalí’s kunstenaarshand. Alle drie in Catalonië, Spanje’s meest eigenzinnige en vrijgevochten streek, waar de kritisch surrealist, zoals hij zichzelf noemde, zich erg thuis voelde.

Thuishaven in Portlligat

casa museu dali

In 1930 besloot Dalí zich, aangetrokken door het onbedorven landschap, de geïsoleerde ligging en de schilderachtige baai, in het gehucht Portlligat te vestigen. Hij bouwde een oud vissershutje op het strand gedurende veertig jaar gestaag uit tot de enorme kalkstenen villa die er nu staat. Zijn geniale kunstenaarsgeest is overal in het labyrintische bouwwerk terug te vinden. Het huis is een aaneenschakeling van kamers, smalle gangen en trapjes.

Omdat Dalí dol was op het levende schilderij dat het azuurblauwe water met rotsen in de baai voor hem vormde, zorgde hij ervoor dat elk vertrek van het huis op zee uitkeek. Het panorama zou veelvuldig in zijn werk terugkeren. De kunstschilder verklaarde eens over zijn huis in Portlligat: “Ik zie dit huis als een biologische constructie(…). Bij elke nieuwe fase of impuls in ons leven hoort een nieuwe kamer.”

Elk vertrek vulde de excentriekeling met talloze objecten die het huis uniek maken: schilderijen, gekke zithoekjes, bizarre plafondschilderingen, fluwelen stoffering, vrolijke kleuren, cirkelvormige kamers en surrealistische beelden. Ook aan de tuin gaf hij zijn persoonlijke touch met een apart gevormd zwembad en verschillende priëlen waar hij ongetwijfeld vele romantische momenten met zijn geliefde Gala doormaakte.

Grote liefde

Portlligat was eveneens de plaats waar Dalí voor het eerst de liefde van zijn leven zag. In 1929 bezocht zijn Franse vriend en dichter Paul Éluard, samen met zijn vrouw Gala en een groepje vrienden, Dalí in zijn zomerverblijf aan de kust bij Cadaqués.
Vanaf het eerste moment dat de Russische Gala in Dalí’s blikveld verscheen, was hij vreselijk verliefd en week nooit meer van haar zijde. Gala voelde zich wonderbaarlijk op haar gemak bij de bizarre persoonlijkheid die Dalí was.

Grootheidswaan

Al van kinds af aan leed hij aan grootheidswaan – op zijn zevende wilde hij al Napoleon zijn – en besloot zich nooit aan de goegemeente te conformeren. Onafgebroken werkte hij aan zijn imago. Zijn snor is hiervan het markantste voorbeeld. Op veel portretten is Dalí ook te zien met waanzinnig opengesperde ogen. Zijn vreemde uiterlijk wordt het meest geassocieerd met zijn surrealistische werk.

Surrealisme

Hiertoe werd hij vanaf 1927 geïnspireerd toen zijn vriend Joan Miró hem introduceerde bij de surrealisten in het toenmalige Parijs. Dalí begint met het uiterst realistisch schilderen van merkwaardige voorstellingen. De bewust schokkende kracht van zijn werk ligt in het feit dat hij zeer nauwkeurig naar de werkelijkheid geschilderde objecten – die in geen relatie tot elkaar staan – met elkaar in verband brengt. Hij gebruikt veel dubbelbeelden en speelt met verhoudingen, zodat mieren soms even groot zijn als mensen of horloges slap als gelei van een verhoging afdruipen.

Terug naar Spanje

In de aanloop naar de Spaanse Burgeroorlog kreeg Dalí conflicten met zijn surrealistische vrienden en in 1938 werd hij uit de groep gegooid. Samen met Gala vertrok hij naar Amerika, waar hij met open armen werd ontvangen en op de eerste dag van zijn eerste expositie in New York al zijn schilderijen verkocht. Zijn roem steeg sneller dan Dalí kon werken. Rond 1940, switchte de kunstenaar van stijl.

In het werk van de voormalige surrealist kwamen steeds vaker zijn gedachten over de wetenschap en het geloof tot uiting. Een wetenschappelijk, historisch of religieus thema was in deze ‘klassieke’ periode vaak onderwerp van zijn schilderijen.
In 1948 keerden Dalí en Gala terug naar Spanje om daar elk jaar de lente en zomer in Portlligat door te brengen. De herfst en winter werden afwisselend doorgebracht in Parijs of New York. In het huis in Portlligat was de schilder het meest productief. Hij bleef trouw aan zijn eigen stijl om daarmee tegen de vooruitgang te vechten. Voor de wereld bleef hij immer de clown spelen en haalde veelvuldig de media door zijn malle fratsen. Alleen door constante vernieuwingen verraste hij de wereld en kon hij mensen laten luisteren.

Trap tegen scheenbeen

In een interview zei hij hierover: “Om een groeiend en blijvend respect van de samenleving te verwerven, is het – mits je beschikt over een groot talent – een goede zaak om al vroeg in je jeugd een hele harde trap tegen het juiste scheenbeen te geven van de maatschappij die je tegelijkertijd ook liefhebt. Daarna: wees een snob”. Zijn werk was onveranderlijk markant, absurd en geniaal tegelijk en hij lijkt het niet allemaal zelf bedacht te kunnen hebben, maar deed dat wel.

Kasteel in Púbol

kasteel in Púbol Dalí

In 1969 kocht Dalí voor zijn grote liefde Gala een middeleeuws kasteel met een enorme, verwilderde tuin in het plaatsje Púbol, niet ver van Portlligat. De afspraak was dat Dalí enkel met expliciete toestemming van Gala op bezoek mocht komen. Dalí richtte het geheel in met maar één inspiratiebron: zijn eigen muze, en met slechts één doel: de creatie van een paradijs waar Gala zich kon terugtrekken.

Dat Gala er ook jonge mannen wenste te ontvangen was een publiek geheim. In de tuin staan enkele van zijn ruimteolifanten op giraffepoten en brengt de fontein een ode aan Wagner. De antieke keuken, de pianosalon en Gala’s badkamer zijn beeldschone ruimtes.

Gala’s dood

Toen Gala in 1982 op 89-jarige leeftijd stierf – het grootste drama in Dalí’s leven – verhuisde de kunstenaar definitief naar Púbol om hier zijn laatste jaren dichtbij zijn vrouw door te kunnen brengen: Gala werd in het kasteel begraven, bewaakt door een giraffe en twee reuzenschaakstukken.

Zijn laatste jaren leefde de kunstenaar in afzondering tot hij last kreeg van zijn hart en op 85-jarige leeftijd stierf als gevolg van een zware hartaanval. In 1996 werd het kasteel opengesteld voor publiek. Bezoekers hebben toegang tot alle vertrekken die zo zijn ingericht alsof het excentrieke echtpaar er nog steeds woont.

Dalí’s mausoleum

teatro museo Dalí

Op 23 september 1974 werd in Dalí’s geboorteplaats Figueres het Teatro Museo Dalí geopend. Samen met de jonge Spaanse architect Pérez Piñero verbouwde Dalí het oude stedelijke theater – uitgebrand op het einde van de Spaanse Burgeroorlog – tot een surrealistisch museum dat vol kwam te staan met installaties, schilderijen en zijn onwaarschijnlijke juwelen.

Het gebouw ziet er eigenaardig uit met reusachtige eieren op het dak, afgewisseld met goudkleurige beelden. Het meest in het oog springend is de enorme koepel die de hal van het museum overspant waar een huizenhoog schilderij van Dalí te bewonderen is.

In Dalí’s ogen stond de koepel symbool voor zijn surrealistische beelden en wonderlijke voorstellingen. “Het is evident dat er andere werelden bestaan… maar deze werelden bevinden zich in die van ons. Ze verblijven op aarde en precies in het centrum van de koepel van dit museum. Hier zweeft de nieuwe wereld goedgelovig en sprankelend van het surrealisme”, aldus Dalí over zijn museum.

Hij ligt begraven in de kelder onder een blanke steen. Honderden wereldberoemde werken – zowel eigen werken als werken van kunstenaars die Dalí bewonderden – worden er permanent tentoongesteld.

Dit vind je misschien ook leuk