Bezoekers dwalen door ruïnes die voorheen onder water stonden. De reizigers struinen doorr de straten en ruïnes van oude dorpjes die onder water zijn komen te staan doordat ze plaats moesten maken voor stuwmeren.
Bekijk ook: Droogte in Spanje onthult verzonken dorpjes in stuwmeren
Extreme weersomstandigheden zijn gunstig voor de toename van deze praktijk. De Spaanse waterreserves staan momenteel gemiddeld op 50% van hun capaciteit. Alleen zijn de verschillen in het land groot. Stuwmeren in Catalonië, Andalusië, Castilla-La Mancha en Murcia zijn er veel slechter aan toe dan die in bijvoorbeeld Galicië en Asturië. Als gevolg van de aanhoudende droogte herrijzen talloze dorpjes weer boven het waterniveau uit. Dat trekt niet alleen voormalige bewoners en hun nabestaanden, maar ook andere belangstellenden die dit fenomeen met eigen ogen willen bekijken.
Niet iedereen blij met extra bezoekers
Joan Riera, burgemeester van Vilanova de Sau (Barcelona), is echter niet blij met deze praktijk. De politicus heeft daarom besloten de toegang tot het Sau-reservoir te beperken. Dit stuwmeer zit momenteel op 38% van zijn capaciteit. Dat was precies een jaar geleden nog 66% en belooft niet veel goeds voor de komende zomer.
De toeristische trekpleister van dit stuwmeer is de kerk van San Roma. Die zakte in 1962 onder het waterpeil en is door waterschaarste weer bloot komen te liggen. Riera heeft in EFE verduidelijkt dat de komst van bezoekers als gevolg van de droogte geen “feit is dat gevierd moet worden”. Daar kan volgens hem de “onbeschaafde houding” van sommige toeristen nog aan worden toegevoegd. “Het is goed dat er toerisme is en dat ze genieten van het dorp en de omgeving, maar waar is dat zoveel toerisme ons ook schaadt”, betoogt de burgemeester. Volgens hem is er de afgelopen weken meer afval opgehoopt dan in de rest van het jaar.
Bekijk ook: Stonehenge van Spanje door Franco bedekt met water nu volledig te zien
Hetzelfde gebeurt op veel andere plekken waar door droogte voormalige dorpjes boven het waterniveau uitkomen. Afgelopen zomer was de ‘Dolmen de Guadalperal’ in de provincie Cáceres opeens weer te zien. Deze werd in de jaren zestig bedekt door water toen het stuwmeer van Vadecañas door de regering van Franco werd aangelegd om het water van de Taag op te vangen. Op dit moment ligt het prehistorische monument nog onder water, maar dat zal niet lang meer duren.
In Portomarín, in de provincie Lugo zorgt het gebrek aan water ervoor dat toeristen door het oude dorp kunnen lopen. Hetzelfde geldt voor andere plaatsen in Galicië, zoals Bande (Ourense), Cantabrië, Navarra, Extremadura en een aantal stuwmeren in Andalusië.
Bouw stuwmeren door Franco
Tijdens de Franco-dictatuur in Spanje werden er tussen de jaren veertig en zeventig van de vorige eeuw bijna duizend stuwmeren aangelegd. Die wateropslag vormde onderdeel van een ambitieus plan om de landbouwproductie te verhogen en de energievoorziening te verbeteren. Het plan stond bekend als de “Plan de Regadíos” of het irrigatieplan. De grootste dam was de Aldeadávila-dam in de provincie Salamanca.
De bouw van de stuwdammen leidde tot de verplaatsing van duizenden mensen, voornamelijk boeren en landarbeiders, die gedwongen werden hun huizen en land te verlaten om plaats te maken voor het stuwmeer. Dit resulteerde in grote menselijke tragedies en werd veroordeeld door veel activisten en intellectuelen in die tijd.
Ondanks de controverse en sociale kosten die met de aanleg van de stuwdammen gepaard gingen, hebben ze de Spaanse economie aanzienlijk versterkt en bijgedragen aan de modernisering van de landbouwsector. Ook wekten ze energie op die nodig was voor de opkomende industrieën in het land.