In ruim twintig Spaanse steden, waaronder Madrid, Barcelona en Sevilla, gingen mensen de straat op en riepen leuzen als ‘no a la guerra’ (nee tegen de oorlog) en ‘no en nuestro nombre’ (niet in onze naam). Er werden in een paar dagen tijd ruim 30.000 handtekeningen verzameld tegen een eventuele Spaanse deelname aan de strijd tegen de terroristen van de IS. Tegenstanders willen niet dat er nog meer onschuldige burgers slachtoffer worden van de strijd tegen de terreur. De luchtaanvallen op doelen van de Islamitische Staat in Irak en Syrië leiden alleen maar tot meer geweld, zo vrezen de demonstranten.
In Madrid waren de enige deelnemende politici van de partijen Podemos en de hieraan verbonden partij Ahora Madrid. Ook in Engeland werd gedemonstreerd met dezelfde reden. Het Engelse parlement debatteert nog over mogelijke deelname aan de luchtaanvallen sinds de bloedige aanslagen op verschillende doelen in Parijs, waarbij 130 slachtoffers vielen.
De Spaanse overheid houdt zich tot nu toe op de vlakte over het onderwerp. Verschillende politieke experts vermoeden dat de aanstaande parlementaire verkiezingen hiervan de reden zijn. Geen politicus wil nu over dit heikele onderwerp zijn nek uitsteken.
Spanje werd in 2004 zelf slachtoffer van terrorisme. Bij aanslagen op vier treinen in Madrid kwamen 191 mensen om het leven en raakten 1.800 mensen gewond. De aanslag werd opgeëist door een terreurcel gelinkt aan Al-Qaeda.