Volgens deze indicator bedroeg de Spaanse inflatie vorige maand 9% op jaarbasis, tegen het EU-gemiddelde van 10,9% en het gemiddelde van 9,9% in de landen van de eurozone.
De verbetering kwam voornamelijk door de minder sterke elektriciteitscomponent na de daling van de elektriciteitsprijs in september, de – weliswaar geringere – daling van de brandstofprijzen en een iets mindere stijging van de voedselprijzen dan in de EU-27.
Ongeëvenaard binnen EU
De scherpe daling van de inflatie van 10,5% naar 9% in één maand is ongeëvenaard in de rest van de EU. Van de zes landen waar de inflatie in september daalde (Estland, Slovenië, Cyprus, Ierland en Frankrijk), kende Spanje met 1,5 procentpunt de grootste daling van de index. De inflatie bleef in de meeste EU-landen stijgen, gemiddeld met 0,8 procentpunt. In de landen die het meest door de oorlog in Oekraïne zijn getroffen, was de stijging nog groter. Dit was het geval in Duitsland (2,1 punten) en Hongarije (2,1 punten).
Waarom daalt de inflatie sneller in Spanje?
Door de daling van de HICP op jaarbasis is de Spaanse inflatie in september voor het eerst in 19 maanden weer onder het gemiddelde van de eurolanden uitgekomen. Het feit dat Spanje een van de eerste landen was die getroffen werden door de fikse stijging van de groothandelsprijzen voor elektriciteit die vorig jaar begon, verklaart grotendeels waarom de inflatie al die maanden boven het Europese gemiddelde lag. En het helpt ook om te begrijpen waarom deze nu sneller daalt.
Het meten van inflatie
De meest gebruikelijke formule om de inflatie te meten is het vergelijken van de prijsontwikkeling in een bepaalde maand ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. In september 2021 was de elektriciteitsprijs al historisch hoog, en het is niet verrassend dat Spanje in september vorig jaar de op één na hoogste elektriciteitsinflatie in de EU had, ruim boven het gemiddelde. Dit is een van de redenen dat het cijfer voor deze septembermaand lager is.
Elektriciteitscomponent
In september steeg de elektriciteitscomponent van de CPI in Spanje met 20,2% op jaarbasis, 40 punten minder dan in de voorgaande maand. Alleen in Duitsland, waar de elektriciteitsprijs in augustus verdrievoudigde ten opzichte van 2021, was de daling sterker. Spanje is zelfs een van de landen met de laagste elektriciteitsinflatie in Europa geworden. Van de vier grote euro-economieën heeft alleen Frankrijk (10,6%) lagere cijfers.
Daling brandstofprijzen
Ook de daling van de brandstofprijzen heeft bijgedragen aan de lagere inflatie, hoewel in mindere mate dan de elektriciteit. De consumentenprijsindex CPI bedroeg vorige maand in Spanje 15,3%, vier punten onder het EU-gemiddelde. De korting van 20 cent per liter brandstof die sinds april van kracht is, heeft duidelijk bijgedragen aan de lagere prijzen.
Levensmiddelen
Met betrekking tot levensmiddelen, die in september de belangrijkste inflatiebron in Spanje werden, zelfs nog meer dan huisvesting (waar de elektriciteitsrekening is inbegrepen) en vervoer (waar brandstoffen in voorkomen), ligt de Spaanse CPI iets onder het EU-gemiddelde. In september was de prijs 14,5% hoger dan in 2021, terwijl het EU-gemiddelde 15,4% bedroeg. Spanje zit daarmee net iets boven de records van Frankrijk (10,6%) en Italië (11,8%), maar duidelijk onder dat van Duitsland (17,4%).
Kerninflatie
Ten slotte bleef de kerninflatie – waarbij de prijzen van energie en onbewerkte voedingsmiddelen buiten beschouwing worden gelaten – op 6,5% in HICP-termen. Dit cijfer ligt 0,5 procentpunt boven het gemiddelde voor de eurolanden, maar 0,6 procentpunt onder het EU-gemiddelde. Deskundigen zijn het erover eens dat deze indicator, langzaam zal dalen, omdat de ondernemingen de kostenstijgingen die zij ondergaan naar verwachting nog een paar maanden in hun eindprijzen zullen blijven doorberekenen.