Een gebruiker met een gecontracteerd vermogen van 4,4 kilowatt (kW) en een verbruik van 366 kilowattuur (kWh) betaalt gedurende de 31 dagen van oktober een rekening van 103,34 euro. Het cijfer ligt 14,4% onder de 120,68 euro van een jaar geleden en is nagenoeg gelijk aan die van september 2021, toen het op 102,71 euro stond.
De factuur daalde niet op jaarbasis sinds februari 2021. Toen lag deze op 62,08 euro. Wel is het zo volgens consumentenorganisatie FACUA dat het bedrag van de afgelopen maand 59,9% hoger is dan dat van oktober 2020, toen het 64,61 euro bedroeg.
Kosten tot nu toe dit jaar met 58% gestegen
Met nog twee maanden te gaan dit jaar heeft de gemiddelde gebruiker 1.362,48 euro betaald, 58,4% meer dan de 860,24 die hij tussen januari en oktober vorig jaar betaalde. Het verschil bedraagt meer dan 500 euro.
FACUA acht de maatregelen die de regering tot op heden heeft genomen ontoereikend en eist dat de overgrote meerderheid van de gezinnen in aanmerking komt voor een bijzondere sociale premie.
In 2022 hebben de elektriciteitsmaatschappijen de drie duurste rekeningen in de geschiedenis verzonden met in mart een bedrag van 176,73 euro, in augustus 158,30 euro en in juli 142,40 euro.
Claims van FACUA
Hoewel de toepassing van het gasplafond en de 5% btw die sinds juli van kracht is, een veel grotere stijging hebben afgeremd, wijst de FACUA erop dat deze maatregelen absoluut onvoldoende zijn. Daarom roept de organisatie de regering en de Europese Commissie op om veel krachtiger op te treden om een einde maken aan de brutale speculatie in de sector en om gezinnen beschermen.
Het veilingmodel is de oorsprong van speculatie en de onevenredige prijzen die door consumenten worden betaald, waarschuwt FACUA. De organisatie eist dat de regering een radicale verandering in het systeem voorstelt aan de Europese Commissie. Het is in de optiek van FACUA absurd dat consumenten de goedkoopste energie voor de prijs van de duurste moeten afnemen.
Evenzo dringt de FACUA erop aan dat de regering de gezinnen beschermt door ze allemaal – behalve de hoogste inkomens – kwetsbare consumenten te verklaren, zodat ze gebruik kunnen maken van een speciale sociale bonus, zodat ze hoge kortingen krijgen op de prijzen die de markt dicteert.
De prijs per kWh in oktober
In oktober 2021 bedroeg de prijs per kWh elektriciteit gemiddeld 26,98 cent in de daluren, 31,01 in de vlakke uren en 33,57 in de piekuren (inclusief 15,62% indirecte belastingen). Deze oktober was de gemiddelde prijs 21,54 cent in de daluren, 24,78 in de vlakke uren en 30,81 in de piekuren (inclusief de indirecte belastingen van 5,53% die worden geheven op facturen die sinds 1 juli zijn uitgegeven).
Zo was het gemiddelde van deze drie tarieven deze maand 25,71 cent, 15,8% minder dan de 30,52 cent van een jaar geleden. Het gewogen gemiddelde, rekening houdend met het verbruik van de gemiddelde gebruiker in elke sectie, was 25,06 cent, 16,3% lager dan de 29,93 in oktober 2021.
Gemiddelde gebruiker
De gemiddelde gebruiker die FACUA gebruikt in zijn analyses heeft een gecontracteerd vermogen van 4,4 kW – hetzelfde in piek- en daluren – en een maandelijks verbruik van 366 kWh. Het profiel is opgesteld na analyse van enkele tienduizenden rekeningen voor bewoonde woningen.
Wat betreft de percentages van het verbruik in de drie tijdvakken van het nieuwe factureringssysteem, heeft de vereniging als referentie het traditionele gemiddelde gebruikersprofiel zonder tijdsdiscriminatie genomen, gepubliceerd door de Nationale Commissie voor Markten en Concurrentie (CNMC), die 45% van verbruikt in de daluren, 29% in de spits en 26% in de vlakke uren.
Piekuren, vlakke uren en daluren
Van maandag tot en met vrijdag zijn de piekuren van 10 tot 14 uur en van 18 tot 22 uur, vlakke uren van 14 tot 18 uur en van 22 tot 12 uur en daluren van 12 tot 8 uur. Op zaterdag, zondag en nationale feestdagen geldt de dalurenregeling 24 uur per dag.