Catalaanse separatisten, waaronder de voormalige Catalaanse leider Carles Puigdemont en 75 medestanders, maakten de zaak over de parlementaire sessie in oktober 2017 aanhangig bij het Europees Hof. De toenmalige Catalaanse regering riep eenzijdig de onafhankelijkheid uit naar aanleiding van de uitslag van het door het Spaanse grondwettelijk hof illegaal verklaarde referendum daarover.
Het Europees Hof oordeelt nu dat die schorsing ‘noodzakelijk was in een democratische samenleving’, met name om de openbare veiligheid te waarborgen, wanorde in de samenleving te voorkomen en de rechten en vrijheden van anderen te beschermen. De beslissing van de Catalaanse regering om de vergadering te houden, was bovendien in strijd met eerdere uitspraken van het Spaanse constitutionele hof.
Het is niet de eerste keer dat ECHR de uitspraken van het Spaanse consitutionele hof met betrekking tot de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging onderschrijft. In oktober vorig jaar steunde het tribunaal in Straatsburg de beslissing om een boete van 6.000 euro op te leggen tegen een lid van het nu ontbonden Sindicatura Electoral, een ad hoc instelling opgericht om het illegaal verklaarde referendum van 1 oktober 2017 te coördineren.
Eerder dit jaar diende Carme Forcadell, de voormalige voorzitter van het Catalaanse parlement die nu ook terechtstaat, een klacht in tegen haar voorarrest. Een rechter van ECHR wees deze af.