Greenpeace heeft met thermische camera’s extreem hoge oppervlaktetemperaturen gedocumenteerd in Madrid. Zo bereikte de Plaza de Callao op 31 juli temperaturen van 65 graden Celsius, terwijl de Puerta del Sol 54,8 graden haalde en de Plaza Mayor zelfs 63,5 graden.
Thermische camera’s meten oppervlaktetemperaturen, niet de officiële luchttemperatuur in graden Celsius zoals gemeten door meteorologische stations. Deze camera’s kunnen laten zien hoe warm een oppervlak daadwerkelijk is. Vaak is dat hoger dan de gemeten luchttemperatuur. Dat komt door factoren zoals directe zonnestraling en het type materiaal. Beton en asfalt absorberen en houden de warmte vervolgens lang vast. De metingen helpen Greenpeace om specifieke hete plekken in steden te identificeren die de hitte-impact op mensen en de omgeving vertroten.
Gevoelstemperatuur
De oppervlaktetemperaturen dragen bij aan de gevoelstemperatuur. Die is ook wel bekend als de “heat index” en geeft aan hoe warm het voor mensen aanvoelt. De gevoelstemperatuur wordt naast de oppervlaktetemperatuur ook beïnvloed door factoren zoals vochtigheid en wind.
Meer groen in stedelijke gebieden noodzakelijk
De bevindingen van Greenpeace benadrukken de noodzaak van meer groen in stedelijke gebieden. Bij het Museo del Prado, waar veel bomen en fonteinen aanwezig zijn, werd een veel lagere temperatuur van 27 graden gemeten. Daarmee wordt duidelijk hoe effectief vegetatie kan zijn in het verlagen van stedelijke temperaturen. Greenpeace stelt dat vegetatiebedekking de temperatuur met maximaal 12ºC kan verlagen. Iedereen heeft in een stad wel eens het verschil in temperatuur ervaren tussen een plek op een terras onder een parasol of onder een boom.
Dreigende bomenkap op Plaza Santa Ana
Greenpeace heeft op de Plaza Santa Ana temperaturen van meer dan 53 ºC gemeten in zones zonder bomen. Verderop in met bomen bedekte delen was de temperatuur 15 tot 20 ºC lager. Voor kinderen vormt het speelpark zonder bomen, waar de organisatie temperaturen tussen de 67 ºC en 85 ºC heeft gemeten, een groot gevaar. Ondanks dat het belang van volwassen bomen in temperatuurregulatie al ruimschoots is aangetoond, plant de gemeente op dit plein een parkeergarage, waarvoor 85% van de bomen gekapt moeten worden.
Schadelijke effecten van hittegolven
Geenpeace wijst in de context van deze metingen nog op de schadelijke effecten van hittegolven. In Spanje vormen deze het meest dodelijke extreme weerfenomeen, met meer dan 8.000 doden tussen 2022 en 2023. Alleen al in de afgelopen maand juli stierven 771 personen aan de gevolgen van extreme hitte. Stedelijke gebieden zijn bijzonder kwetsbaar, waardoor er dringende maatregelen nodig zijn om de gezondheid van inwoners te beschermen. Daarom moeten steden volgens de milieuorganisatie urgent gerenaturaliseerd worden. Ook moeten strengere emissiereducties worden ingevoerd, essentieel voor de gezondheid van stadsbewoners en het beperken van de gevolgen van de klimaatcrisis. De organisatie roept in dit verband op tot de eliminatie van fossiele brandstoffen en het implementeren van belastingen op olie, gas en kolen.
Andere pleitbezorgers voor meer bomen in steden
UN-Habitat, een programma van de Verenigde Naties, benadrukte vorig jaar het belang van stadsbomen voor een gezonde stad. Het orgaan omschreef zeven manieren waarop bomen bijdragen aan duurzaamheid. Ze verhogen biodiversiteit, verbeteren luchtkwaliteit door vervuilende gassen te absorberen, en fungeren als natuurlijke filters. Ze kunnen stedelijke temperaturen met 2-8 graden verlagen, wat energie bespaart. Groene omgevingen bevorderen fysieke en mentale gezondheid van de bevolking. Bovendien helpen volgroeide bomen overstromingen te voorkomen. Tenslotte verhogen bomen de vastgoedwaarde en maken steden aantrekkelijker voor toeristen en bedrijven.
Lees ook: Wereldbomendag: belang van bomen in Spaanse steden