Leegstand in Spaanse steden daalt, maar neemt toe op platteland

door Else BeekmanElse Beekman
Gepubliceerd: Laatst gewijzigd
Leegstand in Spaanse steden daalt, maar neemt toe op platteland

De studie werpt een licht op de complexe dynamiek van de Spaanse vastgoedmarkt, die zowel wordt beïnvloed door stedelijke trek als door demografische veranderingen en regelgevingsuitdagingen.

Volgens het onderzoek zijn er in Spanje momenteel 3,8 miljoen leegstaande woningen, wat 14,4% van het totale woningaanbod is. Interessant is dat meer dan de helft van deze leegstand zich concentreert in kustgebieden, een gevolg van de toeristische vraag en het ongelijke aanbod van woningen.

Cristina Arias, directeur van Tinsa Research, stelt: “De toenemende residentiële vraag in werk- en toeristencentra heeft niet altijd een gelijke toename van het aanbod gezien, wat de huizenprijzen heeft opgedreven. Tegelijkertijd zien we in andere gebieden een afname van de bevolking en een toename van leegstaande woningen.”

Oorzaken van leegstand

Het rapport wijst op verschillende factoren die bijdragen aan de leegstand: demografische verschuivingen, verouderde woningen en langdurige juridische procedures. Bovendien blijkt uit historische gegevens dat er altijd een bepaalde mate van leegstand zal zijn vanwege de inherente onevenwichtigheden tussen aanbod en vraag.

Regionale verschillen

Geografisch gezien zijn er grote verschillen. De provincies Orense en Lugo hebben het hoogste percentage leegstand met respectievelijk 43,7% en 37,3%. Daarentegen zijn de laagste percentages te vinden in Vizcaya, Madrid, Álava, Guipúzcoa, Barcelona en Valladolid.

Tinsa Research stelt voor om het woningaanbod in de meest gespannen gebieden te vergroten en pleit voor publiek-private samenwerking. Het rapport suggereert ook een heroverweging van het huidige stadsmodel en het stimuleren van gedistribueerde groei in secundaire steden.
“In een tijd waarin toegang tot wonen een steeds grotere uitdaging vormt, vooral in grote steden, is het van cruciaal belang om deze complexe problematiek vanuit meerdere invalshoeken te benaderen,” concludeert Arias.