Het getal 64.689 is afkomstig van het Dagelijkse Mortaliteits Monitoringssysteem MoMo van het Spaanse nationale centrum voor Epidemiologie CNE. Het verschil kan er volgens de krant SUR op duiden dat het ministerie van Voksgezondheid meer dan een derde van de covid-doden niet heeft geregistreerd.
Het aantal sterfgevallen dat als gevolg van de pandemie (dus niet alleen de mensen die aan de gevolgen van een coronabesmetting zijn overleden, maar ook mensen die zijn overleden doordat ze door overbelasting in de zorg niet, verkeerd of te laat werden behandeld voor bestaande of nieuwe aandoeningen) niet in de officiële statistieken van het ministerie van Volksgezondheid voorkomen, blijft met de dag groeien. Dit ondanks het feit dat in mei methodologische wijzigingen werden aangebracht in het systeem om de cijfers beter bij te kunnen houden en te corrigeren voor eerder gemaakte fouten.
Ruim 23 duizend doden uit statistieken ‘verdwenen’
In totaal zou dus meer dan een derde (36,2%) van degenen die door de pandemie zijn omgekomen, 23.436 doden, vandaag uit de officiële statistieken ‘verdwenen’ zijn. De huidige oversterfte is volgens de schattingen die worden gedaan op basis van de historische reeks van sterftecijfers ‘is te wijten aan Covid-19, aangezien er in deze periode in Spanje, behalve het coronavirus, geen andere calamiteiten of catastrofes hebben plaatsgevonden die zo’n hoog aantal hadden kunnen rechtvaardigen. Bovendien, zo zeggen deskundigen bij CNE, zijn er geen abnormaal hoge sterftecijfers door andere ziekten.
Volgens de CNE is het aantal niet-geregistreerde sterfgevallen gestegen in vergelijking met mei, toen in theorie alle sterfgevallen rigoureus werden geregistreerd als gevolg van de massale komst van coronavirus-tests die ervoor moesten zorgen dat niemand met symptomen die compatibel zijn met Covid stierf zonder dat vooraf een betrouwbare test was afgenomen.
Oversterfte eerste golf
Volgens MoMo was er tussen 13 maart en 22 mei (toen men begon met het toepassen van de vermeende methodologische verbeteringen) in Spanje een ‘extra sterfte’ van precies 44.118 mensen ten opzichte van de sterfgevallen die volgens de historische reeks hadden moeten plaatsvinden.
Op 22 mei gaf Volksgezondheid ‘slechts’ 28.628 doden op. Op dat moment waren dus precies 15.490 sterfgevallen ‘verdwenen’ uit de statistieken, vergeleken met de 23.436 die nu niet in de officiële tabellen voorkomen. Dat betekent dat in een half jaar tijd het aantal vermiste sterfgevallen met bijna 8.000 is toegenomen.
Minder oversterfte tijdens tweede golf
Volgens onderzoeken van CNE zijn er in Spanje sinds het begin van de pandemie ’twee periodes van oversterfte’ te onderscheiden die bijna millimetrisch samenvielen met de eerste en tweede golf. Alleen in de eerste golf, die MoMo plaatst tussen 10 maart en 9 mei stierven 44.593 mensen meer dan op basis van de historische reeks van sterftecijfers verwacht kon worden. Er waren 111.253 sterftes in amper twee maanden tijd, terwijl de verwachting rond de 66.660 overlijdens lag. Een toename van 70 procent van de mortaliteit wordt zodoende toegeschreven aan de pandemie. Een gemiddelde van 743 steftes per dag.
Minder dodelijk
De tweede coronagolf zou volgens dit laatste rapport van de CNE veel minder dodelijk zijn. Van 20 juli tot en met zondag 15 november werd een ‘oversterfte’ van 20.096 mensen vastgesteld. De verwachting op basis van de historische reeks was dat 118.355 mensen zouden overlijden in deze bijna vier maanden tijd. Desalniettemin werden dit jaar in die periode 138.451 sterftes geregistreerd. Een toename van 17 procent ten opzichte van de 70 procent toename tijdens de eerste golf en een gemiddelde van 170 sterftes extra per dag.
Het dodental als gevolg van de pandemie in zijn geheel tot nu toe is waarschijnlijk zelfs hoger dan de 64.689 mensen die zijn geregistreerd als oversterfte in MoMo. Tussen 10 mei en 20 juli is het namelijk niet zo dat er geen sterfgevallen door Covid-19 waren, maar dat CNE geen nieuwe ‘oversterfte’ heeft meegeteld. Hoewel het aantal sterfgevallen zich gedurende vele dagen in deze periode wel in het bovenste deel van het ‘normale’ bereik bevond, overschreed het niet de limiet om deze als abnormaal of buitensporig te beschouwen.