De drie rechters achten het risico op herhaling van delicten hoog en zijn van mening dat er vluchtgevaar bestaat. Dit vluchtgevaar is groter geworden naarmate Justitie in Spanje meer moeite heeft met de gevluchtte Catalaanse politici uitgeleverd te krijgen. Hiermee bevestigen ze het oordeel van de rechter die belast is met de rechtszaak tegen de Catalaanse separatisten, Pablo Llarena.
In de verklaring van de rechtbank wordt gewezen op het feit dat er geen precedenten bestaan in de recente Europese geschiedenis van een regering van een deelstaat die in opstand komt tegen de nationale regering.
Daarbij benadrukt het hooggerechtshof dat het bij de apellanten met betrekking tot het onafhankelijkheidsproces niet om geïsoleerde handelingen gaat, maar dat ze op constante en relevante wijze deel hebben genomen aan een plan dat zich gedurende bijna twee jaar langzaam heeft ontvouwd. Vanaf het eerste illegale referendum op 9 november 2015 tot de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring eind oktober 2017.
De rechters schrijven geen enkele duidelijke aanwijzingen te zien dat de vijf Catalanen hebben afgezien van hun doel om van Catalonië een onafhankelijke staat te maken en de bevolking te bewegen hier aan mee te werken met een hoge kans op confrontaties met politieagenten die optreden om de wet te handhaven.