In 1009 brak in het kalifaat van Córdoba een burgeroorlog uit die meer dan twintig jaar duurde tussen twee strijdende partijen die de macht zochten. Politieke instabiliteit zaaide angst onder de bevolking, wat volgens deskundigen de reden zou kunnen zijn waarom een rijke joodse burger zijn ongelooflijke schatten in wat nu Baena (Córdoba) is, verstopte.
Spoel de tijd duizend jaar vooruit en een foto op sociale media wijst de Nationale Politie op de schat. Het daar op volgende onderzoek eindigde vorig jaar met de ontdekking van de “beste collectie sieraden uit de 11e eeuw”, aldus Alberto Canto, hoogleraar archeologie aan de Autonome Universiteit van Madrid in El Pais.
De Amarguilla-schat
De Amarguilla-schat is vernoemd naar het landgoed waar hij werd gevonden. Het geheel omvat 623 sieraden uit de 11e eeuw. “De staat van de collectie is goed, vooral omdat de stukken het afgelopen jaar een restauratieproces hebben ondergaan door experts van het Museum van Córdoba”, aldus de Andalusische regionale overheid. Aan het restaureren van de stukken werd 15.000 euro besteed.
Alberto Canto, een toonaangevende specialist in het tijdperk van Al-Andalus, zegt hierover: “Het is gewoonweg spectaculair. Ik heb zoiets niet eerder gezien. Het is onmogelijk om te weten wie de schat heeft verborgen of aan wie deze toebehoorde, omdat er geen munten bij zitten. Hoogstwaarschijnlijk behoorde het toe aan een Joods individu, aangezien er een Davidster tussen de stukken zit. Het ziet er ook uit als de uitzet van een bruid, omdat het veel stukken bevat die aan tunieken kunnen worden bevestigd.”